Eigenschap:Toelichting (nl)

Kennismodel
:
Type eigenschap
:
Tekst
Deze datatypespecificatie wordt genegeerd; de specificatie uit de externe vocabulaire krijgt voorrang.
Geldige waarden
:
Meerdere waarden toegestaan
:
Nee
Weergave op formulieren
:
Tekstvak
Initiële waarde
:
Verplicht veld
:
Nee
Toelichting op formulier
:
Toelichting op de definitie (Nederlandstalig)
Subeigenschap van
:
Geïmporteerd uit
:
Formatteerfunctie externe URI
:

Klik op de button om een nieuwe eigenschap te maken:


nl

Showing 500 pages using this property.
c
het coelo is een onafhankelijk onderzoeksinstituut verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen die zich richt op onderwerpen die verband houden met de decentrale overheden (gemeenten, provincies eb waterschappen) in de vorm van wetenschappelijk en toegepaste beleidsonderzoek  +
CROW is een Nederlandse organisatie die kennis over verkeer en vervoer bundelt. CROW werkt daarbij met werkgroepen van deskundigen uit de verschillende vakgebieden, die samen aanbevelingen en richtlijnen opstellen over bijvoorbeeld vormgeving en maatvoering van verkeersinfrastructuur. De CROW-richtlijnen hebben geen wettelijke status. CROW geeft alleen adviezen voor bijvoorbeeld de wegbeheerder.  +
Wildviaduct  +
Veel gebruikt in digitale camera's  +
Het woord is afkomstig van het Latijnse begrip carta partida.  +
Zowel charterschepen als de grootste categorie pleziervaartuigen in privé bezit.  +
Hij moet wachtlopen op de brug en mag die onder geen voorwaarde verlaten totdat hij behoorlijk is afgelost. Wanneer hij zich in de kaartenkamer bevindt moet hij ervoor zorgen dat dit veilig is en dat er goede uitkijk wordt gehouden. Hij blijft verantwoordelijk voor de veilige navigatie van het schip, ook al is de kapitein op de brug aanwezig. Pas wanneer de kapitein hem expliciet zegt dat hij de verantwoording voor de navigatie overneemt en dit wederzijds duidelijk is begrepen, mag de chef van de wacht de verantwoording overdragen.  +
Bijv. - gevaaromschrijving / - gedrag van de stof / - persoonlijke bescherming / - EHBO/slachtofferhulp / - (eerste) brandbestrijding / - lijst met synoniemen  +
N.B. Het is mogelijk dat per chemische stof meer dan een waarde voorkomt voor een chemicaliënrubriek. Met andere woorden: voorkomens van chemicaliënwaarde hoeven niet uniek te zijn.  +
Hoeveelheid zuurstof die nodig is om een liter verontreinigd water chemisch af te breken - de eenheid is uitgedrukt in milligram zuurstof per liter water (mg/l).  +
Oceanen bevatten bijna ieder element van de periodieke tabel en zijn op dat vlak uniek. De chemische oceanografie gaat veelal om het beschrijven van de cycli van deze elementen, zowel in de oceanen (hydrosfeer) als in andere compartimenten van de aarde (a  +
Anorganische moleculen (zoals waterstofgas en waterstofsulfide) worden eerst door het organisme geoxideerd, waarbij energie vrijkomt. Deze chemische energie (en niet zonne-energie) wordt gebruikt als energiebron voor de biosynthese. Vele bacteriën in en o  +
Komt onder andere voor langs de kust van Zuid-Amerika, tussen de Amazone en de Orinoco.  +
Het wordt gebruikt als een waterdesinfecteerder in openbare watergelegenheden, zoals zwembaden. Men gebruikt hier chlooraminen in plaats van chloor, omdat chloor in combinatie met organische stoffen gevaarlijke reactieproducten kan vormen. Chlooraminen komen in verschillende vormen voor, afhankelijk van de fysische en chemische eigenschappen van het water.  +
een metaboliet van chloorthiofos (casnr 60238-56-4).  +
Het wordt ook gebruikt bij de oxidatie van onzuivere stoffen in het water.  +
Chloorequivalent. Het aantal grammen opgeloste chloride per kilogram (zee)watermonster. De chloriniteit van zeewater aan onze kust is normaliter 16.6 promille  +
Chlorofyl A is een indicator voor algen / fytoplankton.  +
Deze bacterie kan in het lichaam terechtkomen door het drinken van water of eten van voedsel dat besmet is. Water kan besmet worden via de faeces en het braaksel van een geïnfecteerd persoon. Cholerabacteriën komen ook voor in brak water en kustwateren en in de schelpdieren die daarin voorkomen. Vaak is de infectie niet ernstig en zijn er geen of weinig symptomen. Soms zijn de symptomen zeer ernstig, vooral bij ondervoede mensen. Men krijgt last van waterige diarree, overgeven en beenkrampen. Het lichaam verliest hierbij veel vocht, waardoor uitdroging en shock kunnen plaatsvinden. Zonder behandeling gaat men binnen een paar uur dood.   +
Octopussen kunnen zelfs iedere individuele chromatofoor apart hanteren, zodat een grote verscheidenheid aan kleuren ontstaat.  +
Bloedarmoede komt wereldwijd veel voor. De belangrijkste oorzaak is een tekort aan ijzer. Verscheidene ziektes die door water verspreid worden dragen bij aan ijzertekort, hiertoe behoren malaria, schistosomosiasis en mijnworm. Bloedarmoede komt vooral voor in ontwikkelingslanden.  Bloedarmoede kan onder de gehele bevolking voorkomen. Zwangere vrouwen en jonge kinderen zijn het meest gevoelig. Bij de milde vorm van bloedarmoede zijn geen symptomen. De zwaardere vorm zorgt echter voor symptomen als vermoeidheid, duizeligheid en sufheid. De huid wordt bleek en ook de lippen, tong, nagelbedden en adertjes in het wit van het oog verliezen kleur. Bloedarmoede kan ook veroorzaakt worden door zwaar bloedverlies, bijvoorbeeld als gevolg van diarree, dat veroorzaakt wordt door water overgedragen ziektes.   +
Toets waarbij een stof in een voorgeschreven concentratiereeks in contact wordt gebracht met specifieke organismen om de toxische effecten van de stof op die organismen te beoordelen.  +
Tegengestelde van "accidentele verontreiniging".  +
Werd in 1759 geperfectioneerd door de Engelse horlogemaker John Harrison. Deze chronometer stelde zeelui in staat de geografische lengte nauwkeurig te bepalen. De mechanische nautische chronometer is een degelijk en zwaar uurwerk dat met behulp van veren loopt en is voorzien van mechanieken die het uitzetten of krimpen van het materiaal ten gevolge van temperatuurswisselingen compenseren. Moderne chronometers werken elektronisch, met behulp van kwartskristallen.  +
Er zijn 2 typen apparaten beschikbaar; apparaten die verticaal een monster nemen en die horizontaal een monster nemen. De inhoud van de cilinder is voor de meeste toepassingen 1 l à 2 l. Gebruik cilinders van polycarbonaat (toepasbaar voor alle parametergroepen). Zorg ervoor dat bij monsterneming voor de bepaling van zware metalen, de metalen delen van het toestel gecoat zijn (teflon of epoxyhars).  +
Deze zone wordt gedomineerd door dieren, planten zijn echter afwezig of zeldzaam. Niet hetzelfde als littorale zone.  +
Vervuild slib kan ernstige gevolgen hebben voor het milieu. Effecten op planten en dieren zijn al merkbaar bij klasse 2 - slib. Vervuild slib kan zich door opwerveling makkelijk van de ene naar de andere plek verplaatsen en op een andere plaats schade aanrichten. Ook kan op langere termijn het grondwater verontreinigd raken.  +
Dit gebeurt via de neutralisatie van ladingen.  +
Coccolieten zinken na afscheiding of sterfte van het organisme naar de bodem om daar uiteindelijk een van de belangrijkste diepzeesedimenten te vormen. Coccolieten zijn samengesteld uit calciumcarbonaat en vormen de belangrijkste component van kalkafzetting  +
Validatie versus verificatie / De begrippen validatie en verifcatie zijn controversieel in de wetenschap aangezien er geen concensus is over de fundamentele vraag ten aanzien van het feit of een waterbronnen model gevalideerd of geverifieerd kan worden en  +
de wederzijdse aantrekking tussen de fijne gronddeeltjes van sommige grondsoorten, waardoor deze bij elkaar worden gehouden tot een vaste massa zonder externe krachten  +
Te voorkomen door een survivalpak, dat gewoon als zeilpak wordt gedragen en zich bij het te water raken automatisch opblaast.  +
Bacterie testen dienen overwogen te worden om de aanwezigheid van bacteriën in voedingsmiddelen te onderzoeken.  +
Indeling van een diergroep naar voedselopname. In dit geval een voedselverzamelaar  +
Colloïde deeltjes zijn gewoonlijk in de orde van 10-9 tot 10-7 m groot.  +
een onafhankelijk adviesorgaan welke de Minister en de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat en het parlement gevraagd en ongevraagd adviseert over wetgeving op het gebied van de waterstaatszorg  +
De CROW-richtlijnen hebben geen wettelijke status. CROW geeft alleen adviezen voor bijvoorbeeld de wegbeheerder.  +
Het compartiment is onderdeel van het leefmilieu. Binnen een soort compartiment is een verdere onderverdeling mogelijk. Voorbeelden zijn: water, bodem, zwevend stof, lucht, grondwater  +
Een gebied dat omgeven is door een dijkring verder opdelen door tussendijken ter beveiliging tegen overstroming.  +
Indien die waarden onvervangbaar zijn, heeft de compensatie betrekking op het creëren van zo gelijk mogelijke waarden. Compensatie vindt plaats buiten het plangebied, maar nog wel binnen hetzelfde stroomgebied of watersysteem.  +
dit gebeurt doorgaans door het verdampen van de vloeistof.  +
Ook het verzamelen en bestuderen van schelpen valt onder de conch(yli)ologie.  +
Het product van verdichting van gas of damp tot vloeistof door druk, afkoeling of door beide  +
bijvoorbeeld vochtgehalte via mineralisatie naar stikstofbeschikbaarheid, of zuurgraad via fosforbeschikbaarheid naar de plant.  +
Vanuit deze parameters kan eveneens de saliniteit berekend worden. Op de verwerkingseenheid van de CTD kunnen ook andere instrumenten worden aangesloten.  +
Deze gedeelten moeten worden vervangen en al het hout, ook het nieuwe, moet worden behandeld met een goed conserveringsmiddel.  +
Wordt uitgegeven door het ministerie van Landbouw en Visserij.  +
Een functiemodel is consistent wanneer het aantal waarnemingsgrootheden juist voldoende is om de onbekenden te berekenen. Een oplossing is consistent als er geen tegenspraken optreden bij het invullen van de vereffende of berekende waarden in het model waarmee de oplossing is vereffend of berekend  +
Het volume van de grond neemt hierdoor af.  +
Voorbeeld van gebruik: betonconstructie, staalconstructie, buisconstructie, kokerconstructie.  +
Alle waterlijnen boven de constructiewaterlijn worden op de tekening doorgaans weergegeven door stippellijnen.  +
Dit begrip wordt toegepast in de bepaling van de economische netto opbrengst van water. Het consumenten overschot kan afgeleidt worden uit de vraagfunctie van water (inverse functionele relatie).  +
Ze worden tussen verticale geleiders op elkaar gestapeld. Ongeveer een derde van de totale lading wordt als deklast vervoerd. Vaak zijn er aansluitingen voor koel- en vriescontainers. Om een containerschip te kunnen lossen of beladen zijn speciale containerterminals nodig  +
Tot ongeveer 200 m diepte.  +
Continenten zijn voortdurend in beweging en verplaatsen zich met enkele centimeters per jaar over de aarde. Dit fenomeen wordt continentale drift genoemd en wordt tegenwoordig toegeschreven aan de "platentectoniek". Volgens deze theorie is het buitenste d  +
In dit gebied daalt de bodem van ongeveer 200 meter diepte naar 2500 meter diepte. Deze helling eindigt bij de "abyssale vlakte".  +
De buis is verlengbaar. De steunkous is voorafgaand aan het steken opgestroopt in de steekkop.  +
Er mag dus geen uitval of degradatie van het systeem plaatsvinden.  +
Deze controle moet worden uitgevoerd op basis van hoogwater informatie, een inspectie van de maaiveld profielen en lokale kennis. Deze niveaus moeten dan gebruikt worden in plaats van de putdeksel hoogten.  +
Het gaat om de overheidsorganisatie die de controle van de vergunning uitvoert of uitbesteed heeft.  +
Dikwijls wordt hieraan een privaatrechtelijke verklaring van een particulier wordt toegevoegd, dat hij zich aan de bepalingen van het convenant zal houden.  +
In Nederland: Rijn, Waal, Lek, Neder-Rijn en Pannerdensch Kanaal  +
Een van de krachten die de watercirculatie in de oceanen veroorzaakt. De corioliskracht neemt toe naarmate de windkracht toeneemt. Zij werkt loodrecht op de bewegingsrichting: op het noordelijk halfrond naar rechts en op het zuidelijk halfrond naar links. Vaar- en vliegtuigen moeten hun koers dus voortdurend aanpassen.  +
Het teken is dusdanig dat de correctie opgeteld kan worden bij de waarneming als positief getal.  +
Hieronder vallen ook de status wijzigingen van WOZ object beschikkingen die via Stuf WOZ van de gemeente binnen kunnen komen.Gekoppelde rollen subject kunnen zijn heffingsplichtige of rechtsverhouding aanvrager. De inhoud van de correspondentie (de tekst) is buitenbeschouwing gelaten, dit kan eventueel met een Documentaire Informatie Systeem (DIS) gedaan worden.  +
Een corridor betreft een set vaarwegen in het gebied tussen twee economische centra. De vaarwegen kunnen zowel routes over zee, hoofdtransportassen, hoofdvaarwegen zijn als het overige vaarwegennet. De economische centra kunnen centra voor handel, industrie en overslag van goederen zijn, alsook centra van recreatie. Een corridor beslaat daarmee het gehele gebied tussen de twee centra, inclusief de overslagpunten in deze centra en is niet beperkt tot de vaarwegen alleen.  +
wordt bv in de drinkwater controle gebruikt voor stalen en gietijzeren leidingen  +
Het stelsel wordt gedefinieerd door een oorspong en oriëntering.  +
Formeel is een coördinaatstelsel de realisatie van een coördinaatsysteem.  +
bijvoorbeeld nachtzwaluwen. Het is het tegengestelde van een "diurnale" en "nocturnale" levenswijze.  +
GRIP-fase  +
Voor een aantal soorten is het moeilijk te zeggen of ze nu al dan niet inheems zijn. Deze twijfel kan ontstaan bij soorten die wereldwijd verspreid zijn en bij soorten die vroeger niet goed bekend waren omdat de kennis en de technieken om ze te onderzoeke  +
De symptomen van Cryptosporidiose zijn waterige diarree, misselijkheid, buikkrampen, gewichtsverlies, overgeven en lichte koorts. Mensen met een verlaagde weerstand of een slecht werkend immuunsysteem zijn gevoelig voor infecties met Cryptosporidium. Bij hen kan een infectie resulteren in hevige uitdroging en sterfte. Er bestaan nog geen medicijnen om cryptosporidiosis te behandelen. Cryptosporidium oocysten zijn alom vertegenwoordigd in waterige milieus. Ze komen vooral voor in oppervlaktewateren. Bij 1 tot 4% van de mensen in Europa met buikgriep blijkt Cryptosporidium voor te komen. Voor de rest van de wereld ligt dit tussen 3-20%. De meeste uitbraken van Cryptosporidiose worden in verband gebracht met vervuild drinkwater en zwembaden en recreationeel water.  +
Er zijn verschillende leden van de Cryptosporidium familie beschreven. Cryptosporidium parvum veroorzaakt bij mensen infecties. In 1976 werden de eerste gevallen van cryptosporidiosis bekend. Cryptosporidium behoort wereldwijd tot een van de meest voorko  +
deze daling wordt veroorzaakt door mensen.  +
De bestudering van het onroerend deel van het cultureel erfgoed, bestaande uit het bodemarchief (archeologie), de sporen van menselijk handelen in het landschap (historische geografie) en de gebouwde omgeving (bouw-/kunsthistorie)  +
over het geheel van 14 dagen wordt de cumulatieve ATP-concentratie gemeten, weergegeven als de cumulatieve biomassaproductie over 14 dagen (BPC14) en dit is een indicatie voor de totale concentratie afbreekbare stoffen  +
Meestal gegraven om een betere ondergrond te kunnen aanbrengen  +
Bij scheiding komt 50% van de deeltjes van die diameter in de onderloop, 50% in de bovenloop van de hydrocycloon terecht.  +
Als deze waarde tussen twee meetwaarden in valt, wordt op voorgeschreven wijze altijd één van deze twee waarden uit de reeks genomen. CUWVO-percentielen zijn eenvoudig te bepalen omdat de waarde altijd overeen komt met één van de meetwaarden uit de meetreeks.  +
Zwaar giftig, cyanide opgenomen in het menselijk lichaam veroorzaakt ademnood en de dood binnen enkele seconden. De dodelijke dosis wordt geschat op 0.06 g. Afvalwater afkomstig van metaalveredeling bevat cyanide.  +
Grote groep tot fotosynthese in staat zijnde prokaryoten - sommigen produceren onder bepaalde omstandigheden metabolieten of toxinen die schadelijk zijn voor mens en dier. Cyanobacteriën vallen onder de groep SchimmelBacterieVirus in de domeintabel Parameter.  +
Komt veel voor boven de Indische Oceaan, de Golf van Bengalen en de Arabische Zee.  +
De richting van de bladen kan mechanisch worden verplaatst, waardoor de stuwkracht alle kanten op kan worden gericht en men in principe geen roer nodig heeft.  +
Dit is vaak inclusief de tijd die nodig is voor het schoonmaken.  +
toxische werking op de cellen, wat tot celdood leidt - gezegd van elke chemische verbinding, verdovende, vervuilende of radioactieve stof welke schadelijk is voor de cellen van levende organismen.  +
d
D-tochten vormen de overgang van kavelsloot naar tocht en beginnen doorgaans daar waar overtollig water van meer dan 40 hectare landbouwgrond moet worden afgevoerd.  +
doorgaans zonder slaapaccommodatie.  +
Uiteraard alleen van toepassing waar twee hoogwaters / laagwaters per dag optreden.  +
Dit kan bijvoorbeeld een ankerbol zijn, maar ook een motor/zeilkegel of een vissersmand.  +
Functies van dammen en soorten dammen: verbinding van twee landdelen via water (verkeer), afsluiten ongewenste stroming (afsluitdam/-dijk), of richting geven aan stroming (leidam, geleidedam, strekdam) of om rustiger water maken (golfbreker, havendam, beschermingsdam bij vooroever). Ook functie opstuwen rivierwater en/of afsluiten dal voor wateropzameling (stuwdam, teven relatie met stuw).  +
Damwanden worden in vele waterbouwkundige toepassingen gebruikt, hetzij permanent, hetzij tijdelijk: als kademuur langs een haven / als oeverbescherming langs een kanaal / als onderdeel van een dijk of andere waterkering / als wand van een bouwput of bouwkuip / als middel om bodemvervuiling te immobiliseren / als wand van een ondergrondse parkeergarage / als wand voor schuren, loodsen e.d. Bij een tijdelijke toepassing van een damwand, bijvoorbeeld bij een bouwput, wordt deze na voltooiing van het werk weer verwijderd. In andere gevallen is de damwand een permanent onderdeel van de constructie.  +
het DINO-systeem is de centrale opslagplaats voor geowetenschappelijke gegevens over de diepe en ondiepe ondergrond van Nederland. Het archief omvat diepe en ondiepe boringen, grondwatergegevens, sonderingen, geo-elektrische metingen resultaten van geologische, geochemische en geomechanische monsteranalyses, boorgatmetingen en seismische gegevens  +
Wanneer een relatief kleine waterloop uitmondt in een grote waterloop, ligt het knooppunt behorende bij de entiteit Vak in principe in het midden van de grote waterloop. De locatie van het referentiepunt (oorsprong) van de afstandsaanduiding ligt echter op de plaats waar de kleine waterloop in de grote uitmondt. Binnen het voorgestelde gegevensmodel is niet bekend op grond van welke wijziging de legger opnieuw is vastgesteld. Bovendien kunnen in de praktijk van waterlopen leggergegevens zijn vastgelegd, waarvan de legger nog niet officieel is vastgesteld. Hier kan soms een periode van een jaar tussen zitten. De genoemde datum correspondeert dan niet met de juiste leggerafmetingen.  +
Komt meestal dubbel voor. Enkele davits worden alleen als ankerkraan gebruikt.  +
Niet echt zeewaardig.  +
Het meest gebruikte proces is het uitwisselingsproces waarbij kationen en anionen afzonderlijk van elkaar worden verwijderd.  +
Het programma geeft een waarschuwing als dit debiet niet volgehouden kan worden zonder aanvullende druk op de klep.  +
De debietpotentiaal wordt in geval van afgesloten grondwater verkregen door vermenigvuldiging van doorlatendheid k, dikte van het watervoerende pakket D en stijghoogte h plus een constante Cc. In geval van niet-afgesloten grondwater is de debietpotentiaal gelijk aan de helft van het product van k en h in het kwadraat (t.o.v. de ondoorlatende basis van het freatische pakket) plus een constante Cu.  +
hierbij wordt gebruik gemaakt van contacttorens of luchtschrobbers.  +
Maakt gebruik van speciale kaarten, bedrukt met paarse, groene en rode hyperbolen. Het ontvangapparaat geeft de tijdsverschillen automatisch aan op drie wijzerplaten.  +
Bevat beleidsvoornemens voor de komende periode. Gebaseerd op informatie uit de stroomgebieden met een globale inschatting van de kosten en maatregelen.  +
Sommige harmonische componenten hiervan zijn enkeldaags (o.a. O1, P1 en K1), andere (o.a. K2) dubbeldaags. Bij een enkeldaags regime zullen de declinatiegetijden overheersen.  +
De meter geeft aan in welke decompressiezone de duiker zich bevindt (15, 12, 9, 6 of 3 meter). De decompressie moet plaatsvinden op de aangewezen diepte - eerder mag de duiker niet opstijgen.  +
In België: met wet op gelijke hoogte gestelde verordening uitgevaardigd door gemeenschapsraad en - executieve of door gewestraad en - executieve.  +
Net als voor de bekkens, gebeurt de afbakening op basis van hydrologische en geomorfologische kenmerken.  +
Bij een deelmonster is het belangrijk een representatief deel uit het grotere geheel te verkrijgen bijvoorbeeld door het totale monster te homogeniseren of door steekproeven. Het aantal steekproeven is afhankelijk van de het totale monster.  +
Deelprogramma's hebben een meerjarig karakter en zijn binnen RWS onderwerp van contractafspraken tussen SG en DG-RWS (D2-Deelprogramma) en tussen DG-RWS en HID (D3-Deelprogramma).  +
Het wordt meestal uitgedrukt in micron maten.  +
Deze laag blijkt 's avonds te stijgen en 's ochtends te dalen. Het is zo genoemd, omdat het de eigenschap heeft om geluidsgolven te weerkaatsen, zoals de zeebodem. In het jargon wordt deze laag daardoor 'valse bodem' genoemd. De DSL-laag is voornamelijk s  +
vaak wordt ijzerchloride of ijzerhoudend zand en grind aan het water toegevoegd, waarmee het fosfaat zich bindt waardoor het in vlokken naar de bodem zakt  +
De periode ligt tussen de 10 en 33 1/3 seconden. De deiningshoogte wordt in Nederland spectraal bepaald.  +
Deze mag niet zo zwaar zijn dat de stabiliteit van het schip erdoor in gevaar komt, en niet zo hoog dat de veilige navigatie wordt belemmerd.  +
Mogen slechts worden vervoerd op reizen die korter dan 48 uur duren.  +
De dekwasslang wordt gebruikt voor het schoonspuiten van het schip en de ruimen en voor het blussen van branden.  +
meestal wordt deze term alleen gebruikt voor ionenuitwisselingsprocessen.  +
Dit kan plaatsvinden door middel van absorptie, adsorptie, degradatie, dilutie of transformatie.  +
De schotten in deze vispassage remmen de sterke stroming af en werpen ook een turbulente tegenstroom op. Deze vispassages zijn daarom alleen geschikt voor sterke vissoorten.  +
De denitrificatiesnelheid kan worden uitgedrukt in hoeveelheid stikstof per massa droge stof per tijdseenheid.  +
Taakgebieden kunnen zijn: milieu, gezondheidszorg, landinrichting  +
Bv slak. Macroinvertebraten worden ingedeeld in groepen naar de manier waarop zij hun voedsel verzamelen (functionele groepen)  +
Dit kan optreden als natte (met regen, sneeuw e.d.) en droge depositie.  +
Overigens is er volgens de wet pas sprake van desertie wanneer er a: sprake is van een arbeidsovereenkomst waarin de verplichtingen ten aanzien van de dienst aan boord duidelijk zijn omschreven en b: genoemd handelen van de schepeling direct gevaar voor het schip, de opvarenden en de lading oplevert.  +
maar ook bijvoorbeeld het zuiveren van vloeistoffen en oppervlakken van diverse verontreinigingen. Hier kunnen verschillende technieken voor worden gebruikt, bijvoorbeeld met behulp van ozon. Vaak komt het neer op het uitschakelen van aanwezige micro-organismen met een biocide  +
het omgekeerde proces van adsorptie.  +
In opslagreservoirs staat het voor de tijd waarin het water wordt opgeslagen.  +
In de geotechniek vaak aanduiding voor fijn plantaardig materiaal wat als bijmengsel voorkomt. Bv. Gevallen blad, takjes, dood hout etc. In een oorspronkelijke toestand een waterrijke massa zonder een geordend verband tussen de deeltjes. Na bedekking door een grondlaag is het samengeperst  +
vissoort die een deel van zijn levenscyclus in een rivier doorbrengt en de rest in zee of omgekeerd.  +
Wordt onder andere gebruikt als mistsignaal op lichtschepen en op het uiteinde van havenhoofden.  +
dialyse waterkwaliteit dient bewaakt te worden en analyse kunnen verricht of uitbesteed worden aan (drink)waterlab.  +
Men kan diarree voorkomen door een goede hygiëne bij het toiletbezoek en de bereiding van voedsel in acht te nemen. Het gebruik van niet behandeld of onvoldoende gedesinfecteerd water kan er echter voor zorgen dat mensen geïnfecteerd worden met ziektever  +
staan aan de basis van het voedselweb  +
In het geval van oppervlaktewater betreft het meestal gradiënten van de temperatuur of het zoutgehalte. Door het hoogteafhankelijke karakter van de stroming treedt doorgaans ook een verticale dichtheidsgradiënt op (stratificatie)  +
Naast dienstkringen welke watersysteemdelen in beheer hebben zijn er ook zogenaamde "droge" dienstkringen die bijvoorbeeld een of meer Rijkswegen in beheer hebben.  +
De te onderscheiden zones voor het begroeibaar areaal zijn voor de KRW gestandaardiseerd wat hun dieptebereik betreft, en wel > 3 m diep (X-zone). Tot mogelijk 7,5 m diep zal er vegetatie worden beschouwd  +
Wordt in de stevens gehakt of opgelast en moet steeds goed zichtbaar zijn.  +
Hun bouwplan wordt vastgelegd naarmate ze zich ontwikkelen, vaak in een vroege fase en in de vorm van embryos, hoewel sommige later nog een metamorfoseproces ondergaan. Ook de mens behoort tot het Rijk der Dieren.  +
Bijv. een koe in een kanaal geraakt.  +
De kracht en acceleratie van de dieselmotor worden geregeld door de hoeveelheid dieselolie die in de cilinder wordt gepompt.  +
Bijvoorbeeld belasting via de bodem of lucht  +
wij nemen de situatie waar via het digitaal-terreinmodel  +
Ook andere schepen vangen de noodoproep automatisch op en kunnen te hulp komen. Het DSC-signaal is onder andere gekoppeld aan kanaal 70 van de marifoon en andere VHF-, MF- en HF-systemen, waarnaar de continu luisterwacht van kanaal 16 zal worden verplaatst. Marifoons die niet zijn uitgerust met DSC-faciliteiten mogen niet zijn voorzien van kanaal 70. DSC is onderdeel van het GMDSS en maakt gebruik van het MMSI-systeem, dus niet van ATIS.  +
is dijkbewaking gerealiseerd  +
De dijkbewakingsorganisatie houdt toezicht op de dijk bij bijvoorbeeld hoogwater en/of droogte en controleert daarmee op problemen en mogelijk ontstane schade. De organisatie legt vast waar problemen zich voordoen en prioriteert de risico’s die ontstaan, zodat de water(kering)beheerder adequate maatregelen kan treffen.  +
welke dijkbewakingsectie heeft ondersteuning nodig  +
hoeveel kans is er op een dijkbreuk  +
Het Wilnis-incident  +
De dijkgraaf is de voorzitter van het college van dijkgraaf en hoogheemraden (dagelijks bestuur) en de verenigde vergadering (algemeen bestuur). De dijkgraaf wordt niet net als de rest van het bestuur gekozen, maar benoemd door de Kroon  +
Een vooruitgeschoven verdediging ten behoeve van de bescherming van zwakke punten in de waterkering.  +
Bij afstandsaanduidingen op een waterkering wordt veelal de dijkpaal als referentiepunt gehanteerd - bij dergelijke relatieve afstandsaanduidingen wordt de afstand uitgedrukt in meters ten opzichte van de dichtst bij staande dijkpaal in plaats van ten opzichte van het nulpunt van de waterkering.  +
welke dijkpost verwacht een kritieke fase  +
volgens de waterwet is een dijkring een stelsel van primaire waterkeringen dat, al dan niet tezamen met hoge gronden, beveiliging biedt tegen overstroming, in het bijzonder door buitenwater.  +
Dijktrajecten zijn met ingang van 2017 in de Waterwet openomen als ruimtelijke eenheden voor de veiligheidsnorm  +
Meestal ontstaan doordat een diepe geul dicht langs de kust stroomt en bij eb de druk wegvalt zodat het zand onder de dijk in een vloeibare massa verandert.  +
Wordt in de fysica gebruikt om afgeleide grootheden om te zetten naar basisgrootheden: massa, lengte en tijd.  +
Bij een watergang betreft dit vorm en afmetingen.  +
Er is zorg ten aanzien van de potentiële giftigheid en de vervuiling hiermee in commerciële producten.  +
deel van een zeiltuig. De lijn waarmee de giek van een zeilschip wordt opgehouden wanneer er niet gezeild wordt  +
Als voorbeeld de relatie tussen waterhoogte en debiet  +
Het percentage geeft een waardeoordeel weer gebaseerd op een compromis tussen het huidige gebruik en het creëren van kapitaal zoals gezien vanuit het standpunt van een bestuurder.Een laat discontopercentage is gunstig voor de constructie van publieke werken zoals in de watersector.  +
worden gebruikt bij de bestrijding van olievlekken op zee. Het middel wordt op de olievlek gesproeid (vaak met een vliegtuig), waardoor de olie in kleine druppeltjes uiteenvalt.  +
Dit proces wordt bepaald door de van plaats tot plaats in grootte en richting variërende snelheid van de waterdeeltjes in de poriën (mechanische dispersie) en door moleculaire diffusie.  +
De som van de diffusiecoëfficiënt en het product van de (grondwater-)stromingssnelheid en de dynamische dispersiviteit.  +
Het doel van een analyse van disproportionele kosten is te voorkomen dat onrealistische en excessieve maatregelen leiden tot onacceptabele sociale en/of economische kosten. Goede definitie lijkt gezocht te moeten worden in de richting van onhaalbaar grote uitgaven om een chemisch of ecologisch doel te verantwoorden. Het Europese Hof zal t.z.t. wel uitsluitsel geven.  +
toepasbaar in productlijjn wl en het proces BI (Biologisch en/of fysisch chemisch hoofdproces voor het zuiveren van afvalwater)  +
bijv. door het natuurlijke systeem in de procesformuleringen zo nauwgezet mogelijk na te bootsen of door het natuurlijke systeem als een neerslag-afvoersysteem te simuleren.  +
Deze definitie is vaak met betrekking tot dieren en planten. Het is tegengesteld aan een "nocturnale" (nachtactief) en "crepusculaire" (actief tijdens de schemering) levenswijze.  +
Deze dode hoek mag hooguit 350 meter zijn, en is onder andere afhankelijk van de hoogte van de deklast en de stuurlast van het schip. Zolang men zich in de dode hoek bevindt, is er sprake van een gevaarlijke situatie.  +
Dode zones in het mariene milieu kunnen veroorzaakt worden door "eutrofiering"  +
Hierbij wordt ook aangeven of het doel ongewijzigd kan blijven of moet worden aangepast.  +
Voorbeelden: spitsstrook, inhaalverbod vrachtverkeer.  +
Ter verduidelijking een voorbeeld: het meten van bijvoorbeeld een zuurgraad en een concentratie van een bepaald zwaar metaal vindt in dit voorbeeldplaats op één fysiek meetpunt. De wijze waarop de zuurgraad wordt gemeten (lakmoespapiertje) verschilt met de wijze waarop de concentratie wordt gemeten (via een monster en de analyseer van). Derhalve zijn er twee entiteiten soortmeting op meetpunt vastgelegd, namelijk voor het lakmoespapiertje en voor de monstername. Beide entiteiten soort meting op meetpunt zijn gekoppeld aan een eigen set van meetnormen, relatie naar subjecten :- rol beherende instantie- opdracht gevende instantie  +
Deze beweging wordt beschouwd als de grote boosdoener bij het ontstaan van zeeziekte.  +
in het Nederlandse getijgebied na 2 à 3 dagen. Naast de globale aanduiding waar het meervoud (getijden) in de definitie betrekking op heeft, kan b.v. in berekeningen een exact punt in de halve maancyclus worden gehanteerd.  +
waardoor er (in de tropen) geen koeling aan boord is.  +
De oorzaak is een laag zoet of brak water op het zwaardere zeewater, waardoor inwendige golven optreden en de getijden zich niet meer laten gelden.  +
Dit fenomeen is reeds lang onderkend en is feitelijk het resterende deel van een stroming hydrograaf waarbij geen rekening is gehouden met valse stromingen, grondwater infiltratie en afstroming.  +
Komt voornamelijk door onoordeelkundig beladen van het schip.  +
Bij doorlatende stenen stroomt het regenwater direct door naar de funderingslaag. In deze laag zit voldoende berging om het water vervolgens te laten infiltreren in de bodem of vertraagd af te voeren naar oppervlaktewater. De twee onderscheiden typen stenen zijn: - stenen met nokken of inkepingen / - poreuze stenen  +
Bij doorlatende verharding stroomt regenwater direct door naar de funderingslaag. In deze laag zit voldoende berging om het water vervolgens te laten infiltreren in de bodem of vertraagd af te voeren naar oppervlaktewater. De twee belangrijkste typen doorlatende verharding zijn: - halfverharding / - stenen  +
Meestal uitgedrukt als de benodigde tijd voor een complete verversing.  +
De kwaliteit van het water is dan zodanig, dat het de voorkeur heeft dit water te vervangen door gebiedsvreemd water.  +
De noordwestelijke doorvaart.'  +
Gelijk aan strijkhoogte vermeerderd met de schrikhoogte. Bij een brug met gewelfde onderkant wordt de doorvaarthoogte bepaald op een afstand van één maal de breedte van het maatgevende schip, gerekend vanaf de vaarwegas  +
Een brug over een sluiscomplex bestaande uit n sluizen komt overeen met een brug met n doorvaartopeningen.  +
Bijvoorbeeld tussen de hoofden  +
Hierbij zijn verschillende gradaties denkbaar: van sterk naar zwak: het plan moet door de lagere planwetgever in acht genomen worden / de lagere wetgever moet met het plan rekening houden / het plan moet door de lagere planwetgever erbij betrokken worden  +
gewoonlijk gemeten met een Secchischijf  +
Wanneer zender en ontvanger elkaar naderen, neemt de frequentie van de golf toe en wordt de golflengte verkort, waardoor het geluid hoger van toon wordt en het licht blauwer van kleur. Verwijderen zender en ontvanger zich van elkaar, dan wordt het geluid lager van toon en wordt het licht roder van kleur. Het Doppler-effect wordt gebruikt om de snelheid en afstand van objecten te meten.  +
Aanduiding wordt gemakshalve ook gebruikt wanneer organismen niet worden blootgesteld aan een dosis maar aan een bepaalde concentratie van een toxicant. Strikt genomen is in dit geval echter sprake van een concentratie-effect-relatie.  +
zoals koud of zout water ('zwaarder') tegenover warmer of zoeter water ('lichter'). Downwelling is een onderdeel van de "thermohaliene circulatie" in de oceanen.  +
Het draagvermogen wordt uitgedrukt in tonnen van 1000 kilo  +
De jetfoil is een verbeterde versie van de hydrofoil  +
Voorbeelden: sleuf, poreuze buis enz  +
vanuit de drainageput wordt het verzamelde water weggepompt, wordt bijvoorbeeld gebruikt bij het leegzetten van een tank  +
Wordt meestal gebruikt om in noodgevallen meteen houvast te hebben.  +
bv objecten die mogelijk een gevaar opleveren voor de scheepvaart.  +
kan ook door mensenhanden bewust zijn gemaakt, bijvoorbeeld in een sluis  +
Wordt onder andere veroorzaakt door wind (wraak) en stroming  +
Wordt door het water getrokken om de weerstand te vergroten en het verlijeren te verminderen. Uitgevierd vanaf de boeg kan het drijfanker bij zwaar weer helpen om de boeg recht op wind en golven te houden.  +
Bijvoorbeeld waterlelie, kikkerbeet, watergentiaan en eendekroos. Voor de toetsing en beoordeling voor de KRW moet de parameter ‘Grote drijfbladplanten’ worden gebruikt.  +
Drijvende afscheidingslaag  +
Elk drijfnet is ongeveer vijftien meter hoog, vijfenveertig meter lang en heeft een maaswijdte van minimaal 75 millimeter. Elk schip heeft er doorgaans zo'n tachtig aan boord. Vaak wordt een groot aantal netten naast elkaar uitgezet, waardoor een kilometers lang gordijn ontstaat, een zogenaamde Muur des doods.  +
Een geheel of gedeeltelijk in een vloeistof gedompeld lichaam ondervindt van de vloeistof een opwaartse kracht die gelijk is aan het gewicht van de door het lichaam verplaatste hoeveelheid vloeistof.  +
Bijvoorbeeld baggermolens, sleepzuigers, elevatoren, bokken en kranen.  +
de overstroming treft het drinkwaterreservoir  +
Deze richtlijn is geïmplementeerd in de waterleidingwet(vervallen op 1-7-2007) en vervolgens in de drinkwaterwet.  +
Deeltjes belanden door de zwaartekracht in het water en op het land.  +
de Waterwet beschrijft alleen dat een deel van een oppervlaktewaterlichaam kan worden aangewezen als droger oevergebied. Er wordt geen definitie gegeven van de onderscheidende kenmerken of eigenschappen. Zoals Helpdesk Water het stelt: Drogere oevergebieden worden tot de landbodem gerekend en daarop is de Wet bodembescherming van toepassing. Drogere oevergebieden behoren echter wel tot het waterstaatswerk, zodat onder meer de gedoogplichten van hoofdstuk 5 van de Waterwet daar ook van toepassing zijn. Drogere oevergebieden bestaan alleen voor zover ze uitdrukkelijk zijn aangewezen in de Waterregeling (rijkswateren) of een provinciale verordening (regionale wateren). De meest omvangrijke drogere oevergebieden bevinden zich in het rivierbed van de rijksrivieren. De rijksrivieren worden volgens artikel 3.1 lid 2 Waterwet begrensd door de buitenkruinlijn van de primaire waterkeringen, of door hoogwaterkerende gronden. De lijn van hoogwaterkerende gronden langs de onbedijkte rivieren omvat het gebied dat eenmaal per 1250 jaar onder water staat. Dit is een veel groter gebied dan het gebied dat van oudsher onder het waterkwaliteitsbeheer van het Rijk valt. De gebieden waar het Rijk geen waterkwaliteitsbeheer voert, maar die wel binnen de lijn van hoogwaterkerende gronden vallen, zijn op de kaartbijlagen bij de Waterregeling aangewezen als drogere oevergebieden. Drogere oevergebieden zijn ook te vinden op andere locaties, zoals in de uiterwaarden langs de bedijkte rivieren, langs het IJsselmeer en in regionale oppervlaktewaterlichamen. In drogere oevergebieden gelden de regels van de Waterwet over het lozen niet, maar vanuit waterveiligheidsoptiek zijn in deze gebieden wel beheermaatregelen van kracht.  +
Men onderscheidt drijvende en gegraven droogdokken.  +
bij analyses van waterbodemmonsters worden concentraties uitgedrukt in gewichtshoeveelheid geanalyseerde verbinding per gewichtshoeveelheid onderzochte stof bijvoorbeeld mg/kg. De gewichtshoeveelheid van de onderzochte stof varieert echter met het vochtgehalte en daarmee varieert de uitslag van de analyse ongewenst. Om dit probleem te omzeilen wordt in dergelijke gevallen de concentratie uitgedrukt in gewichtshoeveelheid geanalyseerde verbinding per gewichtshoeveelheid onderzochte stof op droge stof basis bijvoorbeeld mg/kg mg/kg dg (drooggewicht)  +
Een installatie om een bepaald product, bijvoorbeeld slib, met een x-percentage droge stof, een Y-percentage droger te maken.  +
De hoeveelheid droge stof, die men vindt door een monster volledig in te dampen op een waterbad, vervolgens te drogen in een droogstoof bij een temperatuur van 103 °C en na afkoelen in een exciccator te wegen.  +
Bijvoorbeeld door gebrek aan wateraanvoer of het verminderen van de gewasopbrengst  +
Het gaat hier om het verwachte de verwachte samenstelling van het water naar de afvoerdebiet. Het gaat hier om de samenstelling van het water.  +
Het verwachte afvoerdebiet kan worden beïnvloed door rioolvreemdwater of schade aan het rioolstelsel, waardoor het gemeten afvoerdebiet kan afwijken van het verwachte afvoerdebiet.  +
Indien de benedenstroomse druk groter is dan de bovenstroomse dan sluit de klep om een terugstroming te voorkomen.  +
Stroming kan in beide richtingen door de klep gaan.  +
In de onverzadigde zone en de capillaire zone is de drukhoogte negatief.  +
De afvalwaterstroom wordt over een medium gedruppeld waarna de bacteriën het organisch afval afbreken.  +
Is slechts nog toegestaan bij zeemarifoons, waarvoor men over een Marcom-B certificaat moet beschikken. Bij binnenvaartmarifoons is deze voorziening niet langer toegestaan.  +
De duiker vormt een doorstroomopening tussen wateren. Vaak heerst er een vrije waterspiegel in de constructie. Identieke naast elkaar gelegen duikers hoeven niet als afzonderlijk kunstwerk beschreven te worden. Met behulp van het gegevenselement “Aantal identieke duikerbuizen naast elkaar” wordt deze situatie vorm gegeven.  +
Ook gebruikt als oorkoker in de scheepsromp, voor diepzeeboringen.  +
Diepzeeduikers maken vaak gebruik van een mengsel van helium en zuurstof, omdat dit het ontstaan van decompressieziekte tegengaat.  +
Een Arbobesluit van 1995 verbiedt het beroepsduikers om alleen onder water te werken, en bij een diepte van meer dan negen meter moet een ploeg zelfs uit drie man bestaan: een duiker, een ploegleider en een reserveduiker.  +
Meestal wordt de duinvoet aan de zeezijde bedoeld daar waar het droge zand overgaat in de zeereep. Daarbij wordt veelal de NAP +3 meterlijn aangehouden als de duinvoet.  +
1 Duitse graad komt overeen met 10 mg (0.1783 mmol) CaO per liter.  +
1 Duitse hardheid =10 milligram calciumoxide per liter  +
Een enkele paal noemt men meerpaal.  +
zoals bij een gewone telefoon. Bij dit systeem hoef je niet telkens `over' zeggen alvorens je de zendknop loslaat. Bij dit systeem wordt gebruik gemaakt van twee frequenties, één om te zenden en één om te ontvangen.  +
Bijvoorbeeld waterstand  +
Het begrip duurzame ontwikkeling (sustainable development) is begin jaren tachtig geïntroduceerd en is als begrip uitgebreid beschreven in Óur common future'van de World Commission on Environment and Development - in een wereld met duurzame ontwikkeling worden de behoeften van een generatie gerealiseerd zonder daarmee voor toekomstige generaties de mogelijkheden in gevaar te brengen om ook in hun behoeften te voorzien.  +
Op een duurzame projectlocatie intensieve veehouderij is dus nieuwvestiging mogelijk. De omvang van een duurzame projectlocatie ligt in de orde van grootte van tien hectaren.  +
Volgens het BPR: een schip dat is gebouwd of in het bijzonder geschikt is om te worden geduwd.  +
Volgens het BPR: een motorschip dat deel uitmaakt van een duwstel en daarbij dient voor het voortbewegen en het sturen van andersoortige schepen en dat daartoe is gebouwd of ingericht.  +
Volgens het BPR: een hecht samenstel van één of meer duwboten, en één of meer andersoortige schepen, waarvan er tenminste één is geplaatst voor één der duwboten.  +
Voorbeelden voor het Belgisch / Zuid Nederlandse deel van de Noordzee zijn klapmuts (een zeehondensoort), potvis of maanvis.  +
Toepassen van dwang centrering is in het algemeen af te raden  +
Onder een hoek van 90° met de scheepsas.  +
Hier wordt zowel gedoeld op de locatie als de weergave van het dwarsprofiel. Voor de primaire waterkeringen is aangesloten bij de Uniemodel-Legger ten behoeve van primaire waterkeringen. Bij het gegevenselement 'weergave dwarsprofiel' zijn de elementen opgesomd die afgebeeld worden - daarbij is aangesloten bij het Uniemodel-legger/technisch beheerregister ten behoeve van de primaire waterkeringen (inclusief het supplement zandige kust). Deze lijst kan uiteraard vrijelijk worden aangevuld. Voor de niet-primaire waterkeringen geldt dat mogelijk niet alle genoemde elementen relevant zijn  +
Voorbeelden van dynamiek zijn jaarlijkse overstroming of droogte, tijdelijk verhoogde waterstand en stroomsnelheid na heftige regenval, het ontstaan en verdwijnen van zand- of grindbanken door meandering of golfslag ten gevolge van wind, waardoor de oever kaal blijft.  +
bijvoorbeeld transport van baggerspecie door middel van verpompen.  +
Het kan daardoor rekening houden met cirkelvormige systemen.  +
e
Ook bepaalde toestellen zoals de Multibeam en de Side Scan Sonar zijn ontworpen om een beeld te vormen van de zeebodem en zijn gebaseerd op echolocatie.  +
Meting ontstaat door de looptijdmeting na uitzending - weerkaatsing - terugontvangst van een akoestisch signaal. Door de halve looptijd te vermenigvuldigen met de geluidssnelheid in water wordt de diepte bepaald. Kan worden onderscheiden in enkelvoudig echolood en padloder  +
Tweemaal per jaar, n.l. op 21 maart (lentepunt) en op 23 september (herfstpunt) passeert de zon de hemelequator, en dan zijn de dag en de nacht even lang. Het lentepunt en het herfstpunt worden `equinoxen' of ‘nachteveningspunten' genoemd. De helling van de ecliptica is 23°27'.  +
Ecologische verbindingszones worden aangelegd om het migreren van dieren en planten tussen natuurgebieden mogelijk te maken.  +
Geen objectieve kriteria, gedacht wordt vaak aan VHR, EHS, provinciale EHS en overige Nb-wet gebieden.  +
ecologische spreiding  +
de gewenste ecologische toestand van een water wordt bepaald door het watertype en de gewenste levensgemeenschap van planten en dieren die daarbij hoort, en de factoren die hiervoor bepalend zijn, zoals de inrichting, de wijze van onderhoud, het doorzicht en zuurstofgehalte en de gewenste concentraties van bepaalde stoffen die van nature in het water aanwezig zijn, zoals (onder meer) zuurstof, stikstof- en fosfaatverbindingen, chloride, bicarbonaat en sulfaat.  +
Netwerk van gebieden, beken, rivieren, biotopen en zones dat prioriteit krijgt in natuur- en landschapsbeleid. Het betreft hier de ecologische verbindingszone.  +
Van nature is het belangrijkste onderscheid in ecologische waterkwaliteit het zoutgehalte.  +
Het richt zich op bv de toekenning van water onder de verschillende gebruikers, het bereiken van milieukundige standaarden, het beprijzen van waterdiensten, het toekennen van bonttrekkingrechten en afvalwater lozing rechten.  +
Bijvoorbeeld watervoorziening of afvalwaterbehandeling.  +
Bv vijver, beek  +
Genetisch vastgelegde aanpassing van een populatie aan een specifieke, lokale situatie.  +
Uit de turbulente fluctuaties rond het gemiddelde van de verticale windsnelheid en de luchtvochtigheid kan de verdamping worden berekend. Is de correlatie tussen deze twee grootheden positief dan treedt verdamping op, is deze negatief dan treedt dauw of rijp op.  +
Zo mogelijk wordt de dimensie in SI-eenheden volgens NEN-norm 1000 uitgedrukt.  +
N5043, nr..77 noemt het woord eenlinggolf gekunsteld en stelt losse golf voor (ook bij CHO 566 genoemd) In de literatuur (niet alleen Engelstalige) vindt men veelal de benaming soliton, vooral bij. wiskundige behandeling.  +
Waterdiepte, de vorm van de kust en de uitmonding van rivieren kunnen invloed hebben op het gedrag van het getij. De astronomische getijcyclus van 12 uur en 25 minuten blijft hetzelfde, maar op sommige plekken kan het door deze invloeden 2 keer zo lang eb of vloed zijn. Zo is er in Hoek van Holland sprake van een dubbel laagwater bij springtij en komen in Den Helder dubbele hoogwaters voor.  +
Waterdiepte, de vorm van de kust en de uitmonding van rivieren kunnen invloed hebben op het gedrag van het getij. De astronomische getijcyclus van 12 uur en 25 minuten blijft hetzelfde, maar op sommige plekken kan het door deze invloeden 2 keer zo lang eb of vloed zijn. Zo is er in Hoek van Holland sprake van een dubbel laagwater bij springtij en komen in Den Helder dubbele hoogwaters voor.  +
Het is waarschijnlijk dat dit water een hoog loodpeil bevat, omdat dit water de tijd heeft gehad om lood, dat vrijkomt bij de verwering van pijpleidingen,op te nemen.  +
Resultaatwerking van een ingreep over milieubelasting.  +
bij voorbeeld de overstroming  +
In de onverzadigde zone te berekenen als het quotiënt van de filtersnelheid en het watergehalte en in de verzadigde zone als het quotiënt van de filtersnelheid en de effectieve porositeit.  +
Het synoniem 'oog' komt in plaatsnamen voor, bijvoorbeeld Schiermonnikoog, Rottumeroog, Callantsoog, Langeoog, Spiekeroog en Wangerooge.  +
Een Einstein is gelijk aan een mol fotonen, ongeacht hun frequentie (en daarmee energie).  +
Dit wordt toegepast in doorlaatbare membranen, om mineralen uit het water te verwijderen.  +
ECDIS wordt in de navigatie gebruikt om elektronisch zeekaarten te bekijken.  +
uitgedrukt in S/m. Het geleidingsvermogen van water is gerelateerd aan de soort en de concentratie van ionen in oplossing en het meetvolume. Het geleidingsvermogen kan gebruikt worden om de hoeveelheid opgeloste zouten in het water in te schatten. Bij het specifieke geleidingsvermogen wordt het geleidingsvermogen van water met een lengte van 1 m en een doorsnede van 1 m2 vastgesteld. Omdat het lastig is sensoren met electrode van 1 m2 op 1 m afstand van elkaar uit te voeren is dit opgelost door een cel-constante in te voeren waarmee het mogelijk is de oppervlakte van de elektroden te verkleinen. Specifiek geleidingsvermogen is dus het geleidingsvermogen dat gemeten wordt in een vast volume.  +
Een Cl-ion is in feite een Cl-atoom dat een elektron heeft verkregen, en een Ca2+ion is een Ca-atoom, dat twee elektronen is kwijtgeraakt.  +
toepasbaar in productlijjn wl en het proces BI (Biologisch en/of fysisch chemisch hoofdproces voor het zuiveren van afvalwater)  +
Dit proces vindt plaats in een elektrolyt, een waterige oplossing of een smeltend zout dat ionen de mogelijkheid geeft om tussen twee elektroden te bewegen. Het elektrolyt is de verbinding tussen twee elektroden die door een directe stroom met elkaar verbonden zijn. Als je een elektrische stroom aanbrengt, begeven de positieve ionen zich naar de kathode, terwijl de negatieve ionen naar de anode gaan. Bij de elektroden wordt het aantal elektroden verminderd en worden de anionen geoxideerd.  +
In het (zee)water vreet een zuiver metaal (bijvoorbeeld koper) een minder zuiver metaal (bijvoorbeeld staal) aan. Hoe warmer het water en hoe hoger het zoutgehalte, hoe hoger het elektrolyse-effect. Kan worden tegengegaan door het aanbrengen van anoden.  +
Een kaarteenheid wordt beschreven in termen van waargenomen elementen. Een element bedekt een kaarteenheid voor een zeker percentage.  +
Bijvoorbeeld: klep, pomp, schuif.  +
Het 406 MHz-type (SARSAT) wordt door satellieten bewaakt, het 121.5 MHz-type niet.  +
Riet, pijlkruid, waterweegbree, kalmoes en zwanebloem  +
krabbescheer  +
De te onderscheiden zones voor het begroeibaar areaal zijn voor de KRW gestandaardiseerd wat hun dieptebereik betreft, en wel 0-1 m diep (E-zone)  +
De lozing of uitstoot van (milieuverontreinigde) stoffen - het betreft zowel de lozing naar lucht, water of bodem, als het ontstaan van geluid of straling.  +
De emissiegrenswaarden kunnen ook voor bepaalde groepen, families of categorieën van stoffen, met name die welke volgens artikel 16 worden aangewezen, worden vastgesteld. De grenswaarden voor de emissies van stoffen gelden normaliter op het punt waar de emissies de installatie verlaten en worden bepaald zonder rekening te houden met een eventuele verdunning. Voor indirecte lozingen in water mag bij de bepaling van de emissiegrenswaarden van de installatie rekening worden gehouden met het effect van een zuiveringsstation, op voorwaarde dat een equivalent niveau van bescherming van het milieu in zijn geheel wordt gewaarborgd en dat zulks niet leidt tot een hogere belasting van het milieu met verontreinigende stoffen  +
Het gebruik van de term emissiebeheersing in deze richtlijn met betrekking tot de bepalingen van andere richtlijnen houdt geen nieuwe interpretatie van die bepalingen in. emissiegrenswaarde: de massa, uitgedrukt in bepaalde specifieke parameters, concentr  +
Hierbij worden de referentiecondities of het MEP gelijkgesteld aan 1.  +
Voor het voldoen aan het emissiespoor moet door de gemeente een bepaalde minimale inspanning worden gedaan. Deze inspanning wordt aangeduid met het begrip basisinspanning. Gemeenten moeten in principe voor 2005 aan de basisinspanning voldoen. Maatregelen die getroffen kunnen worden, betreffen onder meer vergroting van de bergingscapaciteit (bergbezinkbassins) en afkoppelen van verharde oppervlakken.  +
Dit apparaat is gekoppeld aan splitsingen in het model die door een opening of spuitstuk stromen.  +
dit gebeurt wanner de eerste vloeistof niet-oplosbaar is.  +
Voorbeelden van endocrienverstorende chemische stoffen zijn dioxines, PCB's, fenolen en verscheidene pesticiden (waarvan de belangrijkste DDT is).  +
Bijvoorbeeld energie die opgeslagen wordt in organische producten van de chemische fotosynthese reactie.  +
kortom: ligging van het energieniveau t.o.v. een referentievlak. (CHO518 gewijzigd)  +
Entamoeba veroorzaakt ontstekingen in het weefsel van de darmen. Zo’n 10% van de wereldbevolking is besmet met deze parasiet, die meer voorkomt in warme landen. Mensen die geïnfecteerd zijn scheiden de parasiet als cyste via de ontlasting uit. Besmetting vindt plaats door het drinken van besmet water. De parasiet ontwikkelt zich in de darmen. Als cyste is de parasiet resistent tegen desinfectie met chloor.  +
Entrepots staan onder toezicht van de douane en over de opgeslagen goederen hoeven nog geen invoerrechten en accijnzen te worden betaald.  +
Wordt gebruikt bij alle toepassingen van de algemene systeem theorie. Wordt soms ook weergegeven als de hoeveelheid onzekerheid in een systeem. Het is een negatieve eigenschap voor zover dat de maximale entropie gerelateerd is aan de minimale hoeveelheid vrije energie.  +
Bij ongunstige condities kan gedacht worden aan koude en droogte.  +
Plantaardige organismen die op het oppervlak van planten voorkomen.  +
Het epilimnion is meestal warmer, zuurstofrijker en meer basisch dan de waterlagen eronder. Door de invloed van wind en stroming is de de variatie van de eigenschappen over de diepte beperkt.  +
Dus 12 uur - vindt jaarlijks plaats op 21 maart en 23 september.  +
Per definitie staat een equipotentiaallijn loodrecht op een stroomlijn. Langs een equipotentiaallijn treedt geen stroming op, er is geen verhang  +
In de geodesie in de regel de geoïde genoemd.  +
Een equivalent is de hoeveelheid massa in grammen van een stof dat reageert met een mol elektronen. Omdat het equivalentgewicht vaak uiterst klein is, wordt het vaak uitgedrukt in milli-equivalent (meq). De equivalent wordt vaak gebruikt bij het meten van de bestanddelen in vloeistoffen.  +
Er mag pas in de bodem worden gegraven nadat het bevoegd gezag (Wbb) heeft ingestemd met een saneringsplan.  +
Voor ‘ernstig effect' wordt als criterium gehanteerd dat theoretisch 50% van de soorten in het ecosysteem schade kan ondervinden.  +
De Escherichia coli bacterie is één van de meest voorkomende facultatief anaërobe bacteriën in de dikke darmen van warmbloedige organismen en is nodig voor de vertering van voedsel. Alhoewel de bacterie onmisbaar is voor de vertering van voedsel in de darmen, kan deze in andere delen van een organisme gevaar opleveren. Per dag komen er miljarden van deze bacteriën via de ontlasting van een mens of dier naar buiten. Wanneer de Escherichia coli bacterie in water wordt aangetroffen dan is dit een indicatie dat het water met uitwerpselen vervuild is.  +
Dit is een maat voor de inductie van dioxineachtige stoffen in cellen die aryl hydrocarbon receptor (Ah) bevatten. Hiermee kan toxiciteit van een watermonster worden bepaald (DR-CALUX assay).  +
Etmaalgemiddelden worden berekend of ingeschat vanuit de gegevens van tellingen in het telvak of geëxtrapoleerd vanuit de gegevens van een telvak dat dit telvak als referentievak heeft opgegeven  +
De eufotische zone is de zone waar voldoende licht beschikbaar is voor groei van waterplanten.  +
De ondergrens van deze zone varieert, maar bereikt een maximale waarde van ongeveer 150 meter in de open oceaan.  +
intergetijdengebied  +
0.25 EBC = 1 FNU = 1 FTU =1 NTU. JTU kan niet worden omgerekend naar de andere eenheden.  +
In 1958 werd begonnen met de aanleg en in 1960 liep het eerste schip de Europoort binnen.  +
Bijvoorbeeld door smeltwater en uitzetting door temperatuurstijging maar niet door verandering in de capaciteit van de oceaanbekkens.  +
een hoge voedselrijkdom (- gehalte aan meststoffen -) leidt in de regel tot een ecologische nivellering, waarbij de soorten die zich hebben aangepast aan voedselarme milieus worden verdrongen door de generalistische, minder kritische soorten  +
Dit water wordt gewoonlijk gekarakteriseerd door een geringe doorzichtdiepte en door bodemafzettingen die bijna zwart zijn ten gevolge van anaërobe omstandigheden en die veel organische materie bevatten.  +
de berekening van de evacuatie neemt drie uur in beslag  +
de voorbereiding daarvan en de nazorg  +
er zijn enkele evaluaties uitgevoerd ten aanzien van het handelen van de brandweer  +
Haliet (keukenzout) en gips zijn enkele voorbeelden van evaporieten.  +
De som van de evaporatie (verdamping) uit de bodem en de transpiratie van de planten.  +
Dient als nullijn van de geografische breedte.  +
De evenwichtshelling is afhankelijk van de korrelgrootteverdeling van het gesedimenteerde materiaal en de stroomsnelheid en viscositeit van de slurrystroom in het scheidingsbekken.  +
De vorm van een rivierdal in de dwarsdoorsnede, die een rivier (theoretisch) tegenwerkt.  +
Bij golfberekeningen kan de evenwichtstoestand worden bepaald uit het rekenkundig gemiddelde van de momentane uitwijkingen van een golf ten opzichte van een vaste referentiepositie gedurende een tijdsinterval. Als tijdsinterval kan gekozen worden uit een veelvoud van de golfperiode als er sprake is van één sinusvormige golf. Wanneer dit niet het geval is, dient de tijdsduur voldoende lang gekozen te worden ten opzichte van de langst voorkomende golfperiode.  +
Dieren die niet in het bezit zijn van een inwendig skelet in de vorm van een wervelkolom en andere beenderen, bv slakken en insecten  +
Het doel hiervan is het exclusieve recht verwerven op het exploreren, exploiteren en het behoud en het beheer van levende en niet-levende natuurlijke rijkdommen in deze zone. Voorbeelden hiervan zijn visserij, het boren en winnen van olie en aardgas, het  +
Bijvoorbeeld het zelfde systeem in thermodynamisch evenwicht op dezelfde temperatuur en druk als het beschouwde ecosysteem.  +
vaak als gevolg van (al dan niet opzettelijke) menselijke actriviteit. Voorbeelden van aquatische exoten in de Benelux zijn de roodwangschildpad, de Chinese wolhandkrab en de Japanse oester.  +
Bijvoorbeeld de energie die opgeslagen ligt in fotosynthese producten en die vrijkomt bij de chemische ademhalingsreactie.  +
De emissiegrenswaarden kunnen ook voor bepaalde groepen, families of categorieen van stoffen, in het bijzonder die welke volgens artikel 16 van de KRW worden aangewezen, worden vastgesteld. De grenswaarden voor de emissies van stoffen gelden normaliter op het punt waar de emissies de installatie verlaten en worden bepaald zonder rekening te houden met een eventuele verdunning. Voor indirecte lozingen in water mag bij de bepaling van de emissiegrenswaarden van de installatie rekening worden gehouden met het effect van een zuiveringsstation, op voorwaarde dat een equivalent niveau van bescherming van het milieu in zijn geheel wordt gewaarborgd en dat zulks niet leidt tot een hoger niveau van verontreiniging van het milieu (KRW, artikel 2);  +
In de regel worden gestructureerde interviews en/of vragenlijsten gebruikt om de benodigde kennis te ontlokken. Het onttrekken van de kennis kan ook het gebruik van "coaching" technieken inhouden om de expert te helpen met het conceptualiseren, visualiseren en kwantificeren van de kennis die benodigd is.  +
Voorbeelden: gebouwen, materieel, verlichting, voer- en vaartuigen en overdrachten.  +
de tijd gedurende welke kunstmatig substraat “uitstaat” (geëxposeerd is) op de betreffende locatie is van invloed op het resultaat van de analyse op het materiaal van dat substraat. Te kort uitgestaan = geen begroeiing of kolonisatie, te lang = verdwijnen materiaal door afvallen etc. De tijd van uitstaan, de expositieduur dus, wordt gemeten in dagen.  +
Deze wordt vaak uitgedrukt in de marginaal detecteerbare fout  +
Het betreft hier gemeenten, klanten (waterleiding maatschappijen), private zuiveraars, industrie e.d..  +
Bij het inlezen van gegevens verzameld door derden (mfps,DONAR e.d.) worden veelal landelijke coderingen gebruikt, dit geldt ook voor het aanleveren van waterschapsgegevens aan derden  +
De extinctie geeft de factor waarmee lichtsterkte als gevolg van de afgelegde afstand door een medium met daarin opgeloste stoffen afgenomen is. Een karakteristieke maat voor de extinctie wordt gegeven door de extinctiecoëfficiënt.  +
De extinctiecoëfficiënt komt in twee gebruiken voor. 1. (code EXTTCEFCELBT)Als coëfficiënt waarbij de extinctie is bepaald van een te onderzoeken monster. De extinctie die bepaald wordt is dan de extinctie als het gevolg van alle eigenschappen van het monster. Daarbij moet gedacht worden aan een combinatie van diffusie en absorptie van licht door alle in het monster zwevende stoffen en opgeloste stoffen.De extinctie wordt gedefinieerd per lengtemaat en heeft de eenheid /m.In de formule van Lambert-Beer komt deze verschijning van de extinctiecoefficient overeen met het gedeelte uit de oorspronkelijke wet van Lambert waarin extinctie restreeks proportioneel is met de afgelegde weg van het licht door het medium. In deze verschijningsvorm is de extinctiecoëfficiënt een maat voor de doorzicht en daarmee een fysische indicator voor de kwaliteit van het water. 2. (code EXTTCEFCELBB) De extinctiecoefficient kan ook voorkomen als karakteristiek van een stof, waarbij de extinctiecoëfficiënt een constante is die karakteristiek is voor een bepaalde stof. De waarde van deze constante kan worden opgezocht of worden bepaalde aan de hand van een ijklijn. Deze verschijning van extinctiecoëfficiënt is zoals deze gebruikt is in de volledige wet van Lambert-Beer. Door de gemeten extinctie te delen door de afgelegde weg van het licht (meestal de lengte van het cuvet) en de extinctiecoëfficiënt kan de concentratie van een te onderzoeken stof in het medium bepaald worden. In deze vorm heeft de extinctiecoefficientde eenheid 1/M.cm of L/mol.cm.  +
f
De stoffen worden op grond van hun vlampunt ingedeeld in klasse 1F (ontvlambaar) of 2F (licht/zeer licht ontvlambaar) Dit leidt tot een voorlopige klasse indeling. Bij het uitvoeren van de bodemsanering wordt in de veldsituatie bepaald hoe groot de kans op actuele aanwezigheid van een explosief mengsel of een ontsteking is. Afhankelijk hiervan wordt de voorlopige klasse gehandhaafd of met een klasse verlaagd. Dit leidt tot een definitieve klasse indeling die ieder een specifiek pakket van beschermende maatregelen vereisen. (zie ook T-klassen waarin het blootstellingrisico wordt uitgedrukt)  +
Hierdoor kan de vloot langer op zee blijven. Er werken soms meer dan 1500 mensen aan boord van deze schepen.  +
In het natte beheer van de infrastructuur heeft facilitair betrekking op gebouwen en terreinen, veerdiensten (nat), wegonderhoud (nat), scheepvaartbegeleiding, vaarwegmarkering, onderhoud vaarwegen, advies en onderzoek, waterbodem rapportage, WVOW, oliebestrijding, overige leveringen en werkzaamheden, arbo-zaken.  +
Het systeem kan dus niet meer zijn (primaire) functie vervullen. Bij waterkeringen wordt onderscheid gemaakt in uiterste grenstoestanden (leidend tot overstroming) en bruikbaarheidgrenstoestanden (leidend tot overlast en schade, maar nog niet tot overstroming)  +
Bv de familie van vlinderbloemigen  +
Dit kan vast, vloeibaar of gasvormig zijn.  +
Bij de overgang van de ene fase naar de andere worden beslissingen genomen over het continueren of beëindigen van projecten of maatregelen. Deze besluitvorming vormt de basis voor contractafspraken.  +
de faseovergang tussen Grip 1 naar Grip 2 neemt drie uur in beslag  +
Dit kan tweemaal, steeds met 6 jaar, tot 2021 of uiterlijk 2027. Dit is mogelijk wanneer de maatregelen die bij het GEP horen te duur zijn, dan kan het doel uitgesteld worden of verlaagd worden.  +
Komen voor en zijn een indicatie voor huishoudelijk afvalwater en een geven grote kans op ziekten indien ze niet gecontroleerd of uitgeroeid worden.  +
de informatiedienst ontving een feitenrelaas  +
Lage concentraties kunnen smaak en geur problemen veroorzaken in water, hogere concentraties kunnen het waterleven doden.  +
de fenolindex wordt bepaald door aan een oplossing van het medium bepaalde stoffen toe te voegen waarmee fenolen gekleurde verbindingen maken. De extinctie bij een bepaalde golflengte geeft een maat voor de aanwezigheid van de fenolen in de oplossing.  +
Een verdere onderverdeling is: 63-105 micron: uiterst fijn - 105-150 micron: zeer fijn - 150-210 micron: Matig fijn  +
Het type perforatie is veelal afgestemd op het omliggende sediment of gesteente alsmede op de beoogde functie van het filter: onttrekkingfilter, infiltratiefilter of peilfilter.  +
bv mosselen  +
Natuurkundig gezien is dit model het meest geschift voor tanks die een simultane in- en uitstroming hebben. Er zijn geen aanvullende parameters nodig om een mengmodel te beschrijven.  +
Bij een navigatiesysteem zijn dit bijvoorbeeld de satellieten  +
In de regel per seconde  +
Voornamelijk in Noorwegen, maar ook in Brits-Colombia, Chili, IJsland en Nieuw-Zeeland.  +
Flab is doorgaans geen goed teken omdat het duidt op een overschot aan meststoffen en alle licht wegnemen  +
Ze kunnen met de flagellen 'pendelen' tussen voedselrijke diepe delen en lichtrijke delen in de bovenlaag  +
Deeltjes die zweven in een waterlichaam hebben in de regel een negatieve elektrische lading en stoten elkaar af. Bij flocculatie is het omgekeerde het geval.  +
De Flora- en faunawet is op 1 april 2002 in werking getreden. Deze wet regelt de bescherming van planten- en diersoorten. In de Flora- en faunawet zijn EU-richtlijnen voor de bescherming van soorten opgenomen (Habitatrichtijn, Vogelrichtlijn) en het internationale CITES-verdrag voor de handel in bedreigde diersoorten.  +
Er zijn drie soorten flotatie: natuurlijke, toegevoegde en geïnduceerde.  +
als specifieke, met een fluorescerende probe gemerkte cellen door een laserstraal gaan, veroorzaken ze lichtverstrooiing en fluorescentie-emissie  +
Een eigenschap van bepaalde verbindingen om energie te absorberen als ze zijn blootgesteld aan zonlicht of UV-licht. Deze energie wordt dan voor korte tijd vastgehouden en daarna uitgezonden in de vorm van licht met een grotere golflengte. In water zijn chlorofyl, olie en PAK's bekende fluorescerende stoffen.  +
De flux wordt uitgedrukt als [l/m2.h] (liter per vierkante meter per uur). De verkregen waarde voor de permeaatflux is o.a. afhankelijk van de drukval over het membraan (TMP = trans membraan druk), temperatuur en de membraanvervuiling.  +
Werkt door middel van een spoel. De kompasstand kan hierbij niet rechtstreeks worden afgelezen, daarvoor heeft men een elektronisch netwerk en een display nodig. Minder nauwkeurig dan een gyrokompas - wordt veel gebruikt op jachten, als onderdeel van stuurautomaten.  +
Bij kunstmatige installaties wordt het water opgepompt en wordt middels een spuit– of stroommechanisme het water in beweging gezet. Fonteinen worden voornamelijk vanwege hun sierwaarde aangeschaft, bijvoorbeeld in tuinvijvers of plantsoenen, maar kunnen ook als speelattractie in bijvoorbeeld zwembaden worden gebruikt.  +
streeft naar de bestrijding van honger in de wereld. Het hoofdkwartier van de FAO is gevestigd in Rome.  +
eencelligen met een celkern, die een typisch schelpje of skeletje ontwikkelen. Ze meten vaak minder dan 1 mm. De huidige foraminiferen zijn uitsluitend marien, maar overleven ook in brak water. De meeste soorten behoren tot het meiobenthos, slechts enkele  +
met de gegevens uit de korrelverdelingsanalyse is de doorlatendheid van de bodem in te schatten. Hiervoor zijn verschillende formules beschikbaar  +
met de gegevens uit de korrelverdelingsanalyse is de doorlatendheid van de bodem in te schatten. Hiervoor zijn verschillende formules beschikbaar  +
som van orthofosfaten, hydrolyseerbare fosfaatverbindingen en organische fosfaatverbindingen.  +
fosfaatverbindingen zijn belangrijke meststoffen dievoorkomen in menselijke en dierlijke uitwerpselen. In het oppervlaktewater zijn osfaatverbindingen samen met stikstofverbindingenverantwoordelijk voor de groei van algen.  +
het element fosfor (P) komt in de natuur altijd voor als verbinding. De zuivere vorm van fosfor is tetrafosfor, P4.  +
aangezien het element fosfor in de natuur niet in elementaire vorm voorkomt, wordt voor fosfor totaal vaak de afkorting P gebruikt. De hoeveelheid fosfor totaal wordt bepaald door zure en oxidatieve ontsluiting waarbij alle fosforverbindingen omgezet worden in orthofosfaat.  +
Het verschijnsel dat sommige stoffen licht uitzenden, nadat ze eerst aan licht zijn blootgesteld. Waar bij de fluorescentie de kleuren beperkt zijn gebleven tot geel en wit, vinden we bij fosforescentie een groot scala aan kleuren. Witte fosforescentie komt niet voor. In water zijn bepaalde algen en bacteriën bekende fosforescerende media / lichamen.  +
zoals vissen en koppotigen (inktvissen).  +
De fotonenstroomdichtheid wordt gemeten met een lichtmeter en wordt uitgedrukt in het aantal mol lichtfotonen dat per seconde invalt per vierkante meter sensor oppervlakte.  +
Het fequentiebereik van fotosynthetisch actieve straling bevindt zich tussen de 400 en 700 nm. Fotosynthetisch actieve straling is voor biologen een belangrijke indicator voor de energiebalans in het ecosysteem en het aanwezige groeipotentieel. De hoeveelheid fotosynthetisch actieve straling wordt gemeten met een PAR meter. Het resultaat wordt uitgedruk in umol/s.m2.  +
Omdat de echte waarde vaak niet bekend is, is ook de fout niet bekend (anders kon de fout worden verwijderd). Meestal is er wel aan te geven hoe groot de kans is dat de fout tussen bijvoorbeeld +2 en -2 cm in zit.  +
Deze fragmenten hechten zich vervolgens aan het dichtstbijzijnde oppervlak.  +
ontwikkeld door de provincie Zuid-Holland  +
Werd in Nederland voor het eerst in 1834 in gebruik genomen op de Brandaris.  +
Is in principe een taps toelopend voorwerp, om iets, materiaal of dieren, een bepaalde kant op te dwingen, zonder dat het makkelijk weer terug kan. IRIS gebruikt het bijvoorbeeld voor muskusratten.  +
Functie oppervlaktewater. Bij BPN wordt onderscheid gemaakt in 17 functies (bijv. waterkeren,hoofdtransportas), WB kent één functie (bereikbaarheid).  +
Tot de kwaliteitseisen behoren technische eisen  +
Waterstaatswerken kunnen worden begrensd als functioneel gebied. Voor waterkerigen wordt het functioneel gebied (verplicht) opgenomen in de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT).  +
Als een object voor een gegeven functie aan alle functie-eisen voldoet, dan is de functionele kwaliteit "goed" en zal het beheer gericht zijn op instandhouden/onderhouden.Als een object voor een gegeven functie niet aan alle functie-eisen voldoet, kan de kwaliteit als "slecht" worden gekwalificeerd, het beheer zal dan gericht zijn op aanleg, herstel of verbetering.  +
Voorbeeld van gebruik: palen, stroken  +
Bv het fylum der gewervelde dieren  +
Vergelijkbaar met ecotoop, maar dan alleen abiotisch  +
Filtratie is bijvoorbeeld een fysische proces. Coagulatie, chlorering, of ozonbehandeling zijn voorbeelden van chemische behandeling.  +
waarbij veel aandacht vooral gaat naar zeestromen, de interactie tussen de oceanen en het klimaat.  +
Bv aangroeisel op stenen  +
Omvat onder meer eencelligen, diatomeeën, groen-, goud-, pantser-, juk en blauwwieren. Sommige soorten kunnen zich onder bepaalde omstandigheden explosief vermeerderen waardoor algenbloei ontstaat  +
g
Wordt meestal opgelegd wanneer het handelen van de schepeling nadelige economische gevolgen voor de reder heeft.  +
1 gallon staat gelijk aan 3,785 liter.  +
Radioactieve gammastraling komt altijd voor samen met alfa- of bètastraling. Gamma stralen zijn zeer doordringend en kunnen slechts (deels) tegengehouden worden door een dikke loden plaat, of zeer dikke betonnen muur.  +
Een van de meest voorkomende gashydraten is methaanhydraat: deze veelvuldig voorkomende, sneeuwachtige, natuurlijke gasafzetting in de diepzeebodem onstaat wanneer bij hoge druk en lage temperatuur methaanmoleculen gevangen worden in de kristalstructuur v  +
Daarnaast komen lichte koorts, rillingen, hoofdpijn, spierpijn en vermoeidheid voor. De ziekte begint vaak plotseling en men kan zich zeer ziek voelen. Het is belangrijk om voldoende vocht tot zich te nemen om uitdroging te voorkomen omdat men veel vocht verliest als gevolg van de diarree en het overgeven. Vooral voor jonge kinderen, ouderen en mensen met een verlaagde weerstand is dit een probleem. Het virus bevindt zich in de ontlasting en het overgeefsel van mensen die besmet zijn met het virus. De virussen zijn zeer besmettelijk en worden ook makkelijk van persoon tot persoon verspreid.   +
grootste klasse die tot de weekdieren (mollusken) behoren.  +
Geavanceerde chemische oxidatieprocessen gebruiken (chemische) oxidanten om de BZV/CZV niveaus te verlagen, en om zowel organische als oxideerbare anorganische componenten te verwijderen. Deze processen kunnen organische materialen compleet tot koolstofdioxide en water oxideren, hoewel men meestal niet zo ver hoeft te gaan. Er zijn veel verschillende geavanceerde oxidatie processen beschikbaar:- Chemische oxidatieprocessen die waterstofperoxide, ozon, gecombineerd ozon en peroxide, hypochloriet, Fenton's reagens en dergelijke gebruiken. - Ultraviolet licht (UV) verbeterde oxidatie zoals UV/ozon, UV/waterstof, UV/lucht - Natte luchtoxidatie en katalytische natte lucht oxidatie (waarbij lucht als de oxidant wordt gebruikt)  +
In de regel bevatten gebarsten rots aquifers weinig water.  +
Bijvoorbeeld hoogwater  +
Een gebied wordt door (denkbeeldige) lijnen begrensd en heeft tot doel het geografisch beschrijfbaar maken van een deel van een terrein.  +
Altijd een mengsel van verschillende herkomsten: regenwater, grondwater (waaronder kwelwater van uiteenlopende leeftijd en samenstelling). De kwaliteit en samenstelling van het gebiedseigen water is voor een belangrijk deel bepalend voor de soort natuur en vegetatie die er voor kan komen. Voorraadvorming kan strijdig zijn met de wens, gebiedseigen waterkwaliteit te behouden of verbeteren, omdat hiermee de hoeveelheid regenwater in het oppervlakte- en grondwater verhoudingsgewijze toeneemt (er vormt zich een neerslaglens), waardoor een bijzonder kwelmilieu bijvoorbeeld zou worden weggedrukt.  +
welke gebiedskennis is aanwezig. Waar of bij wie is kennis over dit gebied  +
Deze belangen zijn de drink- en industriewatervoorziening, natuur, bos en landschap, sport- en beroepsvisserij, schelpdierteelt, water- en oeverrecreatie, beroepsscheepvaart, transport via buisleidingen, energievoorziening, afvoer van water, ijs en sediment, veiligheid, watervoorziening ten behoeve van het peilbeheer, de verziltingbestrijding, bebouwing en landbouw, winning van delfstoffen, defensie en verwijdering van afvalstoffen van huishoudens en industrie.  +
Andere voorbeelden zijn aldrin, dieldrin, heptachloor, chlordaan, lindaan, endrin, mirex, benzeen, hexachloride en toxaphene.  +
b.v. in bewegende lucht bij de overgang van een glad naar een ruw oppervlak of bij een hellend oppervlak  +
De verhouding tussen de hoeveelheid van een bestanddeel van een zeker lichaam of een zekere stof en de gehele hoeveelheid daarvan.  +
Het gekraakte slib wordt daarna in de gisting sneller omgezet in biogas  +
De achterste geleidebaken is hoger dan de voorste, om ze goed ineen te kunnen houden.  +
Niet bedoeld voor het afmeren van vaartuigen, hiervoor is het remmingwerk bedoeld. Geleidewerken hebben ten doel schade aan kunstwerk en schip te voorkomen of tenminste te beperken.  +
er zijn heel veel verschillende soorten gemalen, voor diverse doeleinden.  +
de overstroming treft meerdere gemeentegrenzen  +
Ze kunnen bestaan uit huishoudelijk afvalwater of industriële afvoer.  +
Nieuwe schepen stellen hier hun echte snelheid vast.  +
Wat is de gemeten waterstand?  +
De GLG is gedefinieerd als de statistische verwachtingswaarde van de LG3's gegeven het grondwaterregime en het klimaat. De precieze waarde hiervan zal in de praktijk uiteraard onbekend blijven, maar deze waarde kan geschat worden uit halfmaandelijkse waarnemingen over een aantal jaren, waarin het grondwaterregime niet door ingrepen is gewijzigd.  +
Lijn tot waar het water zich bij eb terugtrekt.  +
De afvoer wordt verkregen als de som van de producten van het gemiddelde van twee naastliggende diepten en het gemiddelde van de gemiddelde snelheden over deze twee diepten (verticalen).  +
De GHG is gedefinieerd als de statistische verwachtingswaarde van de HG3's gegeven het grondwaterregime en het klimaat. De precieze waarde hiervan zal in de praktijk uiteraard onbekend blijven, maar deze waarde kan geschat worden uit halfmaandelijkse waarnemingen over een aantal jaren, waarin het grondwaterregime niet door ingrepen is gewijzigd.  +
In Nederland bij voorkeur te bepalen uit drie-uurlijkse of frequentere waarden. Gangbaar is tegenwoordig dat gewerkt wordt met 10-minuut-waarnemingen i.p.v. drie-uurlijkse. Gemiddelde zeestand wordt ook meegegeven aan de berekening van het astronomisch getij, in de component A0, en omvat de invloed van de ('gemiddelde') (weers)omstandigheden ter plekke! Bij de Nederlandse kust komt het Normaal Amsterdams Peil (NAP) bijna overeen met het gemiddelde zeeniveau.  +
Meervoud: genera  +
Voor deze klasse zijn die attributen gedefinieerd die voor alle subklassen gelden. Deze klasse wordt niet gebruikt voor het benoemen van bestaande geo-objecten. Als van een object niet bekend is, of niet van belang is, tot welke basisklasse het object behoort, dan kan in een sectormodel van deze klasse een subklasse gemaakt worden die als ‘dummy object’ wordt gebruikt.  +
ook het aardse zwaartekrachtveld en rotatiegedrag en het landmeten (bepalen van de exacte locatie van punten op het aardoppervlak) behoren tot de geodesie.  +
Te onderscheiden in Noorderbreedte en Zuiderbreedte  +
Studie waarbij onderzocht wordt hoe de vormen van het aardoppervlak onder invloed van geologische en natuurkundige verschijnselen tot stand gekomen zijn.  +
Kunststof doek dat bij voorbeeld op zand of klei wordt toegepast om uitspoeling ervan te voorkomen.  +
Doen zich geen verstorende weersinvloeden voor dan treedt het zogenaamde "astronomisch getij" op.  +
de volgende typen getijextremen zijn mogelijk: hoogwater, laagwater, 1e laagwater bij dubbellaagwater, top agger, 2e laagwater bij dubbellaagwater, 1e hoogwater bij dubbelhoogwater, 2e hoogwater bij dubbelhoogwater.  +
Diepe insnijding in het aardoppervlak, gevormd door stromend water.  +
De lokale zeespiegelstijging is inbegrepen in de hoogwaterstijging.  +
gebruik wordt ontraden  +
Bestaat uit de volgende BBP beheerproducten: - Bouw en verwerving transportstelsels / - Onderhoud transportstelsels / - Beheer transportstelsels  +
er is een olieopslagplaats in de getroffen polder  +
bv: kil, slenk, slufter, vaargeul, watergang  +
De GVF is gelijk aan 0 als meer dan 50% van de panelleden het onverdunde monster als reukloos aanmerkt.  +
Om met data te kunnen rekenen is het van belang dat alle missers (outliers) uit de data wordt gereduceerd  +
Wijst doorgaans op gevaar, zoals ondiepten, wrakken of rotsen.  +
Niet te verwarren met de massa van een object  +
Bijv. de bestuurder van een voertuig -die in het water is geraakt- is door de voorruit geschoten waarbij hij zijn hoofd heeft verwond.  +
In tegenstelling tot buitengewoon onderhoud gaat het hier niet om minder frequente grootschalige werkzaamheden aan de richting, vorm afmeting en constructie van een waterstaatswerk. Bij watergangen gaat het om het verwijderen van voorwerpen, begroeiing, materialen en stoffen die de afvoer, aanvoer en/of berging van water hinderen. Bij waterkeringen gaat om het bestrijden van schadelijk wild, het herstellen van geringe beschadigingen en het in stand houden van begroeiingen en materialen, dienstig aan de waterkering. Begroeiingen die schadelijk zijn voor de instandhouding van de waterkering, moeten worden verwijderd.  +
Bestaat uit de volgende BBP beheerproducten: - Bouw en verwerving zuiveringsinstallaties / - Onderhoud zuiveringsinstallaties / - Beheer zuiveringsinstallaties / - WVOW-heffing effluent / - Subsidies afhaakproblematiek / - IBA-inrichtingen  +
Bijvoorbeeld grondwater - oppervlaktewater of hydrodynamica - waterkwaliteit.  +
De uitvoer van een domein wordt gebruikt als invoer voor een ander domein zonder terugkoppeling.  +
Er is terugkoppeling tussen de domeinen voor iedere tijdstap. In de regel in een interactief schema.  +
Voorbeelden zijn de combinatie van GPS en een doppler log of de combinatie van GPS en Loran  +
Bij mensen veroorzaakt de soort Giardia intestinalis buikgriep. Giardia parasieten kennen verschillende stadia. In de ontlasting van mensen hebben ze de vorm van cysten. Als cyste zijn ze beschermd tegen barre milieuomstandigheden (desinfecteerders zoals chloor). Ze kunnen zo lang overleven en zijn besmettelijk.  +
Symptomen van Giardiasis zijn diarree, zwakte, gewichtsverlies en buikpijn. Mensen worden bij lage doses, van minder dan 10 cysten besmet met Giardia. Niet iedereen die besmet is, wordt daadwerkelijk ziek. Besmetting vindt voornamelijk plaats door het drinken van onbehandeld oppervlaktewater of grondwater dat besmet is door rioolwater of door wilde knaagdieren. Ook als het water alleen is gedesinfecteerd of de filtratie niet voldoende is geweest, kan besmetting plaatsvinden.  +
Een schip kan ook op het anker gieren en gaat dan door de stroom heen en weer.  +
Wordt meestal door vletten ondersteund en is in het midden van de rivier verankerd.  +
Het geankerd vaartuig werd door de stroom voortgestuwd en door middel van een kabel van de ene oever naar de andere gedreven. Tegenwoordig wordt er gebruik gemaakt van elektrische lieren aan de wal.  +
Verschijnselen veroorzaakt door periodieke verzadiging van de grond met water. In het profiel zijn deze verschijnselen waarneembaar in de vorm van blekings- en gleyverschijnselen, roest en 'reductie'-vlekken en een totaal 'gereduceerde' zone. In ijzerhoudende gronden worden deze verschijnselen meestal gley of gleyverschijnselen genoemd.  +
Om gebruik te kunnen maken van het GMDSS moet men beschikken over het Marcom-B certificaat.  +
Voorbeelden van dergelijke systemen zijn GPS (Amerika), Glonass (Rusland) en Galileo (Europa)  +
De globale straling wordt gemeten met een pyranometer en uitgedrukt in Watt per vierkante meter. Deze gegevens worden door het KNMI gebruikt voor de omrekening naar Joules per vierkante centimeter. Hieruit wordt de duur van de zonneschijn berekend.  +
Deze inkomende kortgolvige stralingsstroomdichtheid bestaat uit directe en diffuse kortgolvige zonnestraling.  +
Deze wordt bepaald door de droogrest van de onopgeloste bestanddelen gedurende 45 min in een oven bij een temperatuur van 600°C te gloeien. Het residu dat na verassing of gloeien overblijft wordt asrest of gloeirest genoemd  +
Gloeirest en Gloeiverlies worden bepaald met dezelfde methode: 100% - gloeirest = gloeiverlies. Het gloeiverlies wordt in de chemie over het algemeen gerapporteerd als massafractie t.o.v. een droog monster. Het geeft een schatting van de massafractie van de organische stof weer. Bij het gloeien van droge stof verdwijnt het organische deel en blijft het anorganische deel als as(rest) ofwel gloeirest over. Binnen de ecologie wordt vaak de term asvrije droge stof gebruikt. De massa van de asvrije droge stof wordt ook asvrij drooggewicht genoemd.  +
Hiervoor worden ondermeer de ISO-standaarden gebruikt.  +
milieukwaliteitsnormen op grond van Bijlage IX KRW, de Richtlijn Prioritaire Stoffen en andere relevante Europese wetgeving met dergelijke normen.  +
bijvoorbeeld Panama, Liberia en Honduras. De vlaggen zelf noemt men Flags of Convenience (vlaggen van gemak).  +
Per definitie kenbaar als een daling, rijzing en daling vanaf de middenstand.  +
Golfenergiedichtheid wordt over het algemeen uitgedrukt in de eenheid J/m2.  +
Bestaat bv uit tanks van tientallen meters hoog, waartussen de golfslag cilinders in beweging zet, die een generator aandrijven.  +
Golfhoogten kunnen op meerdere manier worden bepaald. 1. Visueel; 2. Berekend uit een tijdserie waterhoogten; 3. Berekend uit het golfvariantiedichtheidspectrum. In dat geval wordt gesproken over de spectrale golfhoogte.  +
Berekend uit het energiedichtheidspectrum van 30-500 MHz.  +
(de 2% golfoploop wordt door 2% van de golven overschreden)  +
De golfperiode kan berekend worden uit de tijd die verstrijkt tussen twee opeenvolgende passages in dezelfde richting van de evenwichtsstand. Bij Rijkswaterstaat wordt de golfperiode berekend uit de tijdsduur tussen twee opeenvolgende neergaande nuldoorgangen. In andere (internationale) standaarden wordt soms ook wel de tijdsduur tussen de opgaande nuldoorgangen beschouwd. Als gevolg hiervan kunnen waarden iets afwijken.  +
Berekend uit het energiedichtheidspectrum van 30-500 MHz.  +
Kleine, heel onregelmatige oneffenheden van de bodem, die zich in de stroomrichting bewegen en waarvan de hoogte onafhankelijk is van de waterdiepte.  +
Deze richting kan op verschillende wijze bepaald worden: 1. visueel; 2. spectraal uit (een deel van) het golfvariantiedichtheidspectrum . De richting is dan een vectorieel gemiddelde binnen het beschouwde frequentiebereik.  +
Deze waarde wordt bepaald uit het golfvariantiedichtheidspectrum  +
Voortkomend uit de Antillenstroom en de Floridastroom loopt deze stroom langs de oostelijke kust van Noord-Amerika tot aan Kaap Hatteras, om van daar in noordoostelijke richting de oceaan over te steken. Het eerste deel, van Straat Florida tot Kaap Hatteras, wordt ook wel Floridastroom genoemd. Het tweede deel, van Kaap Hatteras tot New Foundland, blijft dan Golfstroom heten en het derde deel, van New Foundland tot Noorwegen, noemt men ook wel de Noord-Atlantische stroom.  +
Bij watergolven is de momentane verticale uitwijking gelijk aan de momentane waterstand ten opzichte van de evenwichtstoestand. De golfvariantie kan op verschillende manieren worden berekend: 1. berekend uit een tijdserie waterhoogten; 2. berekend door het golfvariantiedichtheidspectrum te integreren over een bepaald frequentiebereik. In dat geval wordt gesproken over de spectrale golfvariantie. Het gebruikelijke frequentiebereik loopt van 30 tot 500 mHz. De golfvariantie wordt over het algemeen uitgedrukt in de eenheid cm2.  +
Het bepalen van de golfvariantiedichtheid gebeurt door de momentane verticale uitwijkingen als gevolg van een golfbeweging ten opzichte van de evenwichtstand met een Fouriertransformatie op te delen in frequentie-intervallen. De golfvariantiedichtheid wordt vervolgens berekend door de golfvariantie in een frequentie-interval te delen door de breedte van dat frequentie-interval. Gebruikelijke frequentie-intervallen zijn 5 en 10 mHz. De golfvariantiedichtheid wordt over het algemeen uitgedrukt in de eenheid cm2/Hz.  +
de golfvorm neemt kritieke waarden aan  +
In de meeste gevallen is het gootprofiel in de klinkerverharding gestraat. De prefab elementen die op de markt beschikbaar zijn bestaan uit: - lijnafwatering / - open goot  +
Voor een gegeven periode (maand, jaar) de algebraïsche som van de graaddagen van de verschillende dagen binnen de periode.  +
Het woord komt van graft, waarin het woord graven duidelijk te herkennen is  +
Geleidelijke overgang in de ruimte, bijvoorbeeld horizontaal-verticaal, zuur-basisch, zout-zoet, droog-nat.  +
De korrelgrootte verdeling van de vaste bodemdeeltjes. De korrels worden ingedeeld in verschillende grootteklassen.  +
Voorbeeld van gebruik: hooien zonder bemesting  +
Grasbetonstenen, graskeien en grastegels zijn elementen van beton of kunststof met een graatstructuur. Door de openingen in de elementen kan het water infiltreren. In de openingen kan gras groeien of u kunt de openingen vullen met een materiaal als grind. Het onderhouden van de voorziening is echter lastig en zal veelal handmatig moeten gebeuren.  +
Een grasdak houdt een groot deel van de neerslag vast. Vervolgens kan de neerslag verdampen en kan de vegetatie een deel van het water opnemen. Een beperkt deel komt vertraagd tot afstroming  +
Voorbeeld van gebruik: goudhaver, engels raaigras  +
Deze lijn wordt met name gebruikt om de ligging van de kering aan te duiden. Aan de zeezijde zijn de duinen het meest onderhevig aan erosie en afslag. De grenslijn van het waterstaatswerk aan landzijde is vrij stabiel, deze kan een flink stuk van de kuststrook af liggen. Deze lijn is onderdeel van de legger voor de zandige kust. Het betreft een administratieve grens, die bijvoorbeeld wordt gebruikt voor vergunningverlening en handhaving, ruimtelijke ordening etc.  +
Bij een vage en geleidelijke overgang (gradiënt) van het ene milieu in het andere, treffen we de grootste diversiteit van soorten aan.  +
Geldt voor getijdenwateren, te vinden in de 'Getijtafels voor Nederland'  +
deze knik wordt wel verklaard uit de spanning in het terrein waaraan de grond reeds onderworpen is geweest voor het uitvoeren van de samendrukkingproef. Daarbij wordt gekeken naar de hoogste spanning waarbij een grond volledig is geconsolideerd  +
Overschrijding van een grenstoestand houdt in principe falen in.  +
In de Evaluatie Nota Waterhuishouding is als realiseringstermijn voor de huidige grenswaarde het jaar 2000 aangeduid. Het bereiken van deze tussendoelstelling geldt als inspanningsverplichting voor de waterkwaliteitsbeheerders.De grenswaarde is een voortschrijdende norm. Dit betekent dat de grenswaarde in de loop van de tijd kan worden aangescherpt in de richting van de streefwaarde.Te denken is aan (concentraties van) stoffen in voedingsmiddelen, water of het milieu. In het kader van het bouwstoffenbeleid wordt de term grenswaarde in een heel specifieke betekenis gebruikt, namelijk waarden van gehaltes aan verontreinigde stoffen in secundaire bouwstoffen waarboven toepassing in werken niet meer mogelijk is.  +
greppels en droge sloten zijn (gegraven) waterlopen die droog staan van 1 april tot 1 oktober en liggen in een gebied met een bijzondere functie of waterkwaliteitsdoelstelling  +
een grid is in de hydrografie een netwerk van aaneengesloten meestal vierkanten cellen. De randen van de cellen vormen dan het raster van het grid.  +
Met wilgenhakhout begroeide strook langs rivieren.  +
Het kan bij grijs water bijvoorbeeld gaan om douchewater, badwater en water na handen wassen.  +
Ontstaat doordat bij verstuiving zand wegwaait en grind niet  +
Groene diensten worden gefinancieerd uit de collectieve middelen aangezien de betreffende activiteiten niet door marktwerking tot stand komen.  +