Sjabloon:Toon woordenlijst
Term | Betekenis |
---|---|
beheersgebied | gebied waarvoor geldt dat één organisatie dit beheert. |
som 3 polycyclische aromatische koolwaterstoffen (OVAM) | de somparameter van 3PAKs bestaat uit: antraceen(120-12-7), benzo(ghi)fluorantheen(203-12-3) en fluoreen(86-73-7). |
immobilisatie | een technische ingreep waarmee de chemische en fysische eigenschappen van materialen zo kunnen worden gewijzigd dat de zich erin bevindende verontreinigende stoffen zijn vastgelegd. |
isohalien | lijn die punten met eenzelfde zoutgehalte verbindt |
signaal beschikbaarheid | de beschikbaarheid van een radio signaal in een specifiek dekkingsgebied |
rijnatlas | atlas van overstromingsgebieden |
alternatieve kosten | de uitgangswaarde die opgave doet in termen van economische netto opbrengsten als een bruikbare bron wordt toegepast voor een beschreven project of gebruik in plaats van het huidige gebruik. |
topkaart | topografische kaart veelal 1:10000/25000 |
erosieklasse | mate van erosiegevoeligheid |
instandhoudingsdoelstelling | doel zoals geformuleerd in het aanwijzingsbesluit behorende bij een Natura 2000-gebied, waarmee het duurzaam voortbestaan van de desbetreffende soorten en/of habitats omschreven wordt. |
huidige (gemeten) capaciteit | gemeten capaciteit welke per tijdseenheid de verpompte hoeveelheid water weergeeft (m3/h) |
rietschoot | moerassig land, begroeid met riet. |
contacttijd | de periode dat een stof in contact komt met een vloeistof, voordat het via filtratie of chemische verandering verwijderd wordt. |
kadastrale gemeentecode | de officiële aanduiding van een kadastrale gemeente volgens de Dienst van het kadaster en de Openbare Registers, zoals nader omschreven in het Kadasterbesluit. |
huisnummertoevoeging | de numerieke aanduiding zoals deze door de gemeente aan het object is toegekend |
vlak | vlakke gedeelte van het onderwaterschip - bodem van het schip. |
cas-nr. | een codering van de stof die herkenning mogelijk maakt van identieke stoffen met verschillende handelsnamen. |
iba-inrichtingen | alle activiteiten van het waterschap die verband houden met de aanleg, het beheer en onderhoud van inrichtingen van individuele behandeling van afvalwater in het buitengebied. |
nutriënten | vHiermee worden met name mineralen aangeduid, die essentieel zijn voor de groei van planten. |
filtermedium | het doorlatende materiaal dat vaste stoffen scheidt van vloeistoffen die het doorlaat. |
atmosferische druk | uitdrukking voor het gewicht van de aarde omringende gassen. |
hoog opperwater | afkomend rivierwater met een aanmerkelijk hoge topafvoer (de aanduiding wordt in Nederland met name gebezigd voor afvoeren hoger dan het veeljarig gemiddelde van de jaarmaxima der grote rivieren). |
momentane neerslagintensiteit | de afgeleide van de specifieke neerslag naar de tijd. |
recessie | periode van afnemende afvoer zoals aangegeven door het dalende deel van een hydrograaf beginnende bij de piek. |
waterketen | Het bestuurlijk programma waterketen maakt duidelijk welke doelstellingen een waterschap wil bereiken op het gebied van de waterketen, hoe het waterschap de doelstelling gaat realiseren en wat dit gaat kosten. |
invloedslijn | begrenzing van de invloedszone. |
hydraulische diffusiviteit | een eigenschap van een aquifer of insluitinglaag die gedefinieerd is als de verhouding van het hydraulisch geleidingsvermogen ten opzichte van de specifieke berging. |
som vluchtige chloorkoolwaterstoffen | somparameter van aantoonbare vluchtige chloorkoolwaterstoffen |
kamer van koophandel nummer | een uniek identificerend administratienummer van een rechtspersoon zijnde een niet-natuurlijk persoon zoals toegewezen door de Kamer van Koophandel |
toom | rijke visgrond. |
injecteur | apparaat voor het onder druk inbrengen van een vloeistof of gas. |
universal time coordinated | tijdseenheid gebaseerd op atoomtijd |
pieterman | langgerekt bodemvisje met de ogen hoog op de kop geplaatst en giftige stekels op de zijkant van de kop en in de rugvin |
bagger | bezonken sediment boven gewenste bodemhoogte. |
zandasfalt | een warm bereid asfalt met gegradeerd zand en een ondermaat aan bitumen, dat een hoog percentage holle ruimte heeft |
eggen | het met een werktuig gelijk maken van de bodem |
bodemgebruikswaarde | concentratie van een stof in sediment, grond of grondwater die geldt als functiegerichte saneringsdoelstelling voor verontreinigingen van voor 1987 en als functiegerichte kwaliteitseis voor het aanbrengen van leeflagen. |
metselzand | natuurlijk zand gebruikt voor de aanmaak van metselspecie. Veelal wordt hiervoor grof zand gebruikt met een M63 van circa 300 µm tot 600 µm. |
binder | chemicaliën die korte vezels bijeenhouden in een cartridge-filter. |
anaëroob | zonder vrije zuurstofmoleculen |
spoelwaterpomp | pomp voor het toevoeren van spoelwater |
verkeersbord | bord waarop een verkeersteken is aangebracht en waarvan de uitvoering wettelijk is voorgeschreven |
gemeten gridpunt | de waarde van een grid (cel of raster) bepaald volgens een bekende rekenwijze uit meerdere positiewaarden van footprints binnen het grid |
stamafvoer | de hoeveelheid neerslag die via de stam van de boom de bodem bereikt. |
bitumen | een zeer viskeuze vloeistof of vaste stof, in hoofdzaak bestaande uit koolwaterstoffen of hun derivaten, die vrijwel geheel oplosbaar is in zwavelkoolstof |
scheiding | de isolatie van verschillende mengsels of stoffen in een mix. |
verlies model | model gebruikt voor de bepaling welk deel van de ruwe neerslag effectief bij zal dragen aan de afvoer. |
bekken | massa water, natuurlijk of kunstmatig, die gebruikt wordt voor opslag en regulering van waterbronnen. |
levensvorm | de manier van leven van een organisme |
loodsafhaalboot | klein maar zeewaardig vaartuig dat heen en weer vaart tussen de loodsboot en de wal en tussen de loodsboot en schepen, om loodsen aan boord te brengen en van boord te halen. |
som detergenten anionactief | somparameter van detergenten die een negatief geladen hydrofiele groep bevat. |
lichtermoederschip | vervoert drijvende laadbakken, die met een portaalkraan of lift aan boord zijn gebracht, over de oceaan. |
consumptief watergebruik | water dat gebruikt wordt in de industrie, landbouw en voedselbereiding. |
koolwaterstofhars | een synthetische (kunstmatige) hars |
capillair onderbrekende laag | een horizontale laag met een dusdanige korrel- verdeling (grootte van de poriën) dat capillaire opstijging van (verontreinigd) bodemvocht ermee wordt voorkomen. |
rijpingsvat | tank waarin een stof (bijvoorbeeld PE) enige tijd wordt gehouden om (optimaal) te kunnen worden gebruikt |
draaikolk | wervel van een zekere grootte, die zich aan het wateroppervlak vertoont. |
freatisch water | het water in de bodem dat als eerste wordt aangetroffen bij graaf- of boorwerkzaamheden |
drooglegging | het hoogteverschil tussen de waterspiegel in een waterloop en het grondoppervlak. |
empirisch model | model waarvan de structuur is afgeleid van de analyse van de relaties tussen de geobserveerde gegevens in plaats van kennis van de fysische, biologische of ecologische processen. |
hijs/hefmateriaal | werktuigen en hulpmiddelen om zware lasten op te hijsen |
specie | door uitgraven of baggeren verkregen grond |
vetsmeerapparaat | apparaat om vloeibaar vet onder druk in machinedelen te brengen |
som 7 pcb's | de somparameter van de zeven PCB's, te weten: PCB 28, 52, 101, 118, 138, 153, 180. |
ankerbal | dagmerk in de vorm van een goed zichtbare zwarte bol op het voorschip |
normset | verzameling van normwaarden van eenzelfde normtype en behorende tot eenzelfde doelstelling |
som 23 organochloorverbindingen | somparameter bestaande uit 23 organochloorverbindingen: alfa-hexachloorcyclohexaan (aHCH) (319-84-6), beta-hexachloorcyclohexaan (bHCH) (319-85-7), gamma-hexachloorcyclohexaan (lindaan) (cHCH) (58-89-9), delta-hexachloorcyclohexaan (dHCH) (319-86-8), aldrin (aldn) (390-00-2), dieldrin (dieldn) (60-57-1), endrin (endn) (72-20-8), 2,4'-dichloordifenyltrichloorethaan (2,4-DDT) (789-02-6), 4,4'-dichloordifenyltrichloorethaan (4,4-DDT) (50-29-3), 2,4'-dichloordifenyldichlooretheen (2,4-DDE) (3424-82-6), 4,4'-dichloordifenyldichlooretheen (4,4-DDE) (72-55-9), 2,4'-dichloordifenyldichloorethaan (2,4-DDD) (53-19-0), 4,4'-dichloordifenyldichloorethaan (4,4-DDD) (72-54-8), heptachloor (HpCl) (76-44-8), alfa-endosulfan (aedsfn) (959-98-8), endosulfansulfaat (endsfSO4) (1031-07-8), cis-heptachloorepoxide (cHpClepO) (1024-57-3), trans-heptachloorepoxide (cHpClepO) (28044-83-9), telodrin (teldn) (297-78-9), isodrin (idn) (465-73-6), cis-chloordaan (cCldn) (5103-71-9), trans-chloordaan (tCldn) (5103-74-2), hexachloorbutadieen (HxClbtDen) (87-68-3). |
opleveringstolerantie | de marge van de afmetingen waarbinnen het werk moet worden opgeleverd. |
biologisch gezuiverdwater | biologisch gezuiverd afvalwater dat nog wordt nabehandeld. |
decca | hyperbolisch plaatsbepalingsysteem |
dyneema | high Modulus Polyethyleenlijn. |
depressie | gebied met een lage barometerstand en onbestendig weer. |
beheersaccent | accenten van waaruit het waterbeheer binnen Rijkswaterstaat vorm wordt gegeven. |
elastische vervorming | vervormingen waarbij het materiaalelement na het verwijderen van de aangebrachte belasting tot zijn oorspronkelijke vorm terugkeert |
scenario | veronderstelde of geplande loop van gebeurtenissen |
megajacht | motorjacht langer dan veertig meter. |
compostfilter | filter met compost voor het biologisch verwijderen van geurstoffen uit aspiratielucht |
in situ | Het uitvoeren van een handeling op de oorspronkelijke plaats, zonder het naar een speciaal medium te verplaatsen of de handeling op een andere locatie uit te voeren. |
binnensleper | sleepboot voor de binnenvaart. |
deining | restant van een golfveld dat onder invloed van wind elders is opgewekt en nu niet langer door windenergie gevoed wordt. De golfperiode van deining is veel lager dan die van windgolven, de golflengte is veel langer. |
fluviale afzetting | bronmateriaal afkomstig van rivieren. |
stroomlijn | lijn waarvan de richting in ieder punt de richting van de gemiddelde (-)snelheid aangeeft die op een gegeven tijdstip bestaat. |
nevengeul | geul die gemaakt is om het hoogwater af te voeren wat niet veilig door de hoofdstroom kan worden afgevoerd. |
spectrum | reeks van verscheidenheden |
trofieniveau | voedselniveau, de productie en overdracht van levende organische stof als hoofdcomponent van een ecosysteem - de drie hoofdniveaus worden gevormd door de producenten, consumenten en reducenten. |
positionele relatie | indirecte relatie tussen plant en een gemeten standplaatsfactor, die afhankelijk is van de plaats in een (ecologisch, hydrologisch) veld, zoals bijvoorbeeld potentiaalverschillen. |
tank | ruimte (of compartiment) voor de opslag of bewerking van een product. |
prehistorie | de geschiedenis van de mens vóór het bestaan van geschreven documenten. |
zijrivier | rivier die in een grotere rivier uitmondt. |
procedurestap handhaving | gegevens die van de uitvoering van een handhaafprocedure worden vastgelegd. |
droge dichtheid | massaconcentratie van de droge stof |
mineralisatie | omzetting van een stof van een organische vorm naar een anorganische vorm. |
ultrafiltratie | filtratie van deeltjes groter dan 0,005 µm. |
vrije uitlaat | uitstroom constructie zonder obstakel/tegendruk |
som levofloxacine en ofloxacine | de somparameter bestaat uit levofloxacine(100986-85-4) en ofloxacine(83380-47-6) |
schijnbare cohesie | deze cohesie ontstaat door capillaire krachten bij het niet geheel met water verzadigde gronden. Zij verdwijnt geheel bij verzadiging met water |
neerslagtekort | het verschil tussen de verdamping en de netto neerslag |
onderafdichting | een isolatiemethode waarmee beoogd wordt de verontreinigde bodem van onderen af te sluiten voor instromend schoon grondwater en de verspreiding van verontreinigende stoffen naar diepere lagen te voorkomen. |
verhard oppervlak | daken, bestrating, kassen etc., waarvan het regenwater wordt afgevoerd naar de riolering en/of het oppervlaktewater. |
nieuwland | polders die ontstaan als op- of aanwas. |
digital selective calling | marifoon voor digitale noodsignalen, dat door computers van de kustwacht wordt `uitgeluisterd'. |
drempelbreedte riooloverstort | de horizontale afstand (ontwikkelde breedte) haaks op de stroomrichting waarin het afvalwater de riooloverstort uitstroomt naar het oppervlaktewater (m) |
amebiase | ziekte veroorzaakt door Entamoeba hystolica |
som 2- en 4-methylaniline | somparameter bestaande uit 2-methylaniline (CASnr 95-53-4) en 4-methylaniline (CASnr 106-49-0) |
marifoon | vHF-radiotelefoon, voor communicatie tussen schepen onderling en tussen schepen en kuststations. |
sense of urgency gebied | een N2000-gebied waarin binnen een periode van 10 jaar een mogelijk onherstelbare situatie ontstaat. |
intershipverkeer | radiotelefonieverkeer tussen schepen onderling. |
geo-object | abstractie van een fenomeen in de werkelijkheid dat direct of indirect geassocieerd is met een locatie relatief ten opzichte van het aardoppervlak |
compressorruimte | ruimte waarin compressoren opgesteld staan |
drup filter | een afvalwaterbehandelingeenheid die media met daarop bacteriën bevat. |
artesische boring | boorgat met een statisch waterniveau boven het topniveau van de aquifer waarin geboord is. |
nominale steendiameter | de maatgevende steendiameter |
zeer grof grind | volgens de Wentworthschaal de aanduiding van grind met een gemiddelde korrelgrootte van de grindfractie tussen 32 en 64 mm |
projectleider | de projectleider draagt onderzoek op, zorgt voor begeleiding van dit onderzoek, begeleidt de procedures en de inbreng van belanghebbenden en verzorgt de communicatie over hun project. |
auxotroof | organisme heeft het vermogen verloren om een bepaalde voedingsstof aan te maken en is dan ook afhankelijk van de aanvoer van deze stof van buitenaf om te kunnen groeien. |
dichtheid van grond | massa van de grond, waarin zich vaste deeltjes, vloeistof en eventueel lucht (gassen) bevinden, gedeeld door het oorspronkelijke volume van de grond. |
sulfide | een door opname van twee elektronen negatief geladen zwavelatoom. |
keerwand | verankerde, op zichzelf staande wand die tot doel heeft water of grond te keren. |
vulling | dat gedeelte binnenin de romp waar binnengedrongen water zich verzamelt. |
habitat | leefgebied van een soort. |
bessel ellipsoïde | ellipsoïde model zoals toegepast voor Nederland |
grote drijfbladplanten | waterplanten waarvan de bladeren drijven op het wateroppervlak excl. draadalgen en kroos. |
accommodatie | benaming van de ruimten aan boord van het schip uitsluitend ten behoeve van de opvarenden. |
drainageput | put voor het verzamelen van drainagewater |
ondiepwatergetijden | onregelmatige getijden op plaatsen waar de zee zeer ondiep is, zodat de getijgolven vervormd en vertraagd worden en hoog- en laagwater zich niet normaal laten gelden. |
offshore | op volle zee plaatsvindend of zeewaarts gericht |
aangroeiwerende verf | verf die op scheepsrompen wordt aangebracht om de aangroei van bacteriën, algen, wieren, zeepokken, kokerwormen, mosselen en andere organismen te voorkomen. |
parameter | een eigenschap van een systeem, medium, organisme of object die kan worden gemeten of bepaald. |
rekenpeil 2000.0 | rekenpeil waarbij het Toetspeil 2000.0 als uitgangspunt wordt genomen. |
gasvormende cavitatie | komt voor wanneer er een aanzienlijke hoeveelheid vrije lucht is in een vloeistof of wanneer het cavitatieproces langzaam genoeg verloopt waardoor de hoeveelheid lucht in de gasbel toeneemt als gevolg van ontgassing vanuit de vloeistof. |
watersysteembeheer | samenstel van aan watersystemen verbonden taken, gericht op het voorkomen en waar nodig beperken van overstromingen, wateroverlast en waterschaarste, in samenhang met het beschermen en verbeteren van de chemische en ecologische kwaliteit van die watersystemen en de vervulling van de op grond van deze wet aan die watersystemen toegekende maatschappelijke functies |
rollentransporteur | constructie van opeenvolgende rollen waarover materiaal of goederen licht verplaatst kunnen worden. |
herbeluchting | het vernieuwen van de luchtvoorraad in de lagere lagen van een reservoir om het zuurstofniveau te verhogen. |
blok-gecentreerd netwerk | een eindige-differentie rekennetwerk waarbij het model de modeluitvoer (bv. peil of potentiaal van het water) in het centrum van een rekencel berekent. |
algemeen certificaat maritieme radiocommunicatie | het certificaat waarmee men alle maritieme zendinstallaties mag bedienen. |
duits-tijdelijke hardheid | de hoeveelheid calcium en magnesium die kan neerslaan door verhitting uitgedrukt in milligram calciumoxide per liter. |
pakkingdichtheid | dichtheid (van zand) |
netto kielspeling | kielspeling als het schip vaart |
breedtecirkel | cirkel over een ellipsoïde, evenwijdig aan de equator |
circumnavigatie | het omzeilen van de wereld. |
duwvaart | transport op de binnenwateren, waarbij een duwboot meerdere duwbakken voortbeweegt. |
onttrekkingsinrichting | installatie waarmee grondwater aan de bodem onttrokken wordt |
huik | hoes van geteerd of geolied zeildoek, om voorwerpen tegen vocht en vuil te beschermen of als dekkleed voor een opgedoekt zeil. |
sommatie waarden deelparameters boven bepalingsgrens | waarde is berekend uit de som van de waarden van de deelparameters boven de bepalingsgrens |
emers | boven het wateroppervlak uitstekend |
vergunningsprocedure | de procedure voor een aanvraag tot verlening, wijziging of intrekking van een vergunning, zoals in de wet is voorgeschreven. |
emissie factor | de relatie tussen de hoeveelheid geproduceerde vervuiling en de hoeveelheid verwerkte grondstoffen. |
straat | (openbare) verharde weg |
somparameter | een somparameter is gebaseerd op afzonderlijke meting en daarna optelling van gehalten van een aantal gedefinieerde individueel chemische verbindingen die in één analysegang afzonderlijk gekwantificeerd worden. |
amfidroom | organismen (vaak vissen) die tussen zoet en zeewater migreren gedurende een deel van hun leven, maar niet om zich daar voort te planten. |
zeedijk | een primaire waterkering van de categorie 1 of a, die zout water keert |
beheersmaatregel | maatregel die de beheerder treft om een bepaalde gewenste toestand te behouden of te bereiken |
grof vuil | (Grote) bestanddelen die geen deel uitmaken van de grondgesteldheid van een waterbodem maar wel een vertragende invloed hebben op het baggerproces of in het geheel niet door het gekozen werktuig kunnen worden verwijderd. |
bergbezinkbassinvijzel | vijzel voor de aan- of afvoer van rioolwater naar het bergbezinkbassin |
want | alle kabels en touwen gebruikt voor het steunen en bedienen van mast en zeilen. |
artesisch watervoerend pakket | een afgesloten watervoerend pakket, waarin de stijghoogte van het grondwater boven het maaiveld uitkomt. |
buitenteen | onderrand van het dijklichaam aan de waterzijde van de dijk (buitendijks). |
stroomribbel | langwerpige afzetting op de waterbodem die loodrecht op de stroomrichting door stromend water wordt gevormd |
kwelkade | in het direct aan de dijk grenzende achterland aangebrachte kade om afstromen van kwelwater te verminderen waarmee wordt getracht het optreden van pipingverschijnselen te voorkomen alsmede wateroverlast binnendijks tijdens hoge rivierafvoeren te beperken. |
bankrekeningnummer | rekeningnummer bij een bank waarmee het subject betalingen doet of restituties kan ontvangen. |
hal | vertrek in gebouw, dat de ingang verbindt met de rest van het gebouw |
chronische toxiciteittoets | toets waarin organismen worden blootgesteld aan een relatief kleine hoeveelheid van een stof gedurende een groot deel van de levensduur. |
astronomisch getij | getijbeweging als gevolg van de veranderlijke resultante van de aantrekkingskracht van de maan en de zon op de watermassa’s op aarde, niet gestoord door weerkundige omstandigheden. |
ecosysteemfactor | een component van een ecosysteem. |
grondwaterbalans | een vergelijking van de toevoer en afvoer van grondwater, en, in geval van niet-stationaire situaties, verandering in berging over een bepaalde periode en binnen een gegeven gebied. |
routering | techniek die gebruikt wordt voor het bepalen van het effect van kanaalberging en de verandering van de vorm en voortplanting van een hoogwatergolf door een riviertak. |
stroomafwaarts | gericht naar de riviermonding. |
vergunningsituatie | beschrijving van de oorsprong van de vergunning |
cascade | getrapte waterval/kunstmatig aangelegde stroomversnelling. |
rondom schijnend licht | volgens het BPR: een licht dat schijnt over een boog van de horizon van 360 graden. |
ecologisch waardevolle wateren | kleine wateren die buiten de minimale omvang van een oppervlaktewaterlichaam vallen en vanwege ecologische waarden toch opgenomen (zouden moeten) worden als waterlichaam. |
waterkeringstelsel | een logisch samenhangend stelsel van waterkeringen. |
ouderdom (van het water) | resulteert in de ouderdom van het water bij iedere tijdstap voor iedere netwerk node, uitgaande van een initiële ouderdom van nul bij de start van de simulatie. |
zoetwaterbel | zoete grondwatermassa in doorlatende grond (duinen), die het zoute water in de ondergrond heeft verdrongen. |
gedeeltelijke duurlijn | lijst van alle gebeurtenissen die zich voordoen boven een bepaalde basis zonder onderscheid naar het aantal binnen een bepaalde periode. |
point-of-use behandeling | waterbehandeling op een beperkt aantal afvoeren in een gebouwgebouw, voor een gedeelte van het gebouw. |
reservaatsgebied | het als zodanig door Gedeputeerde Staten op grond van de ‘Regeling beheersovereenkomsten en natuurontwikkeling’ (Rbon), dan wel de daarop volgende subsidieregelingen van het Ministerie van Landbouw en Visserij begrensde gebied, waarin de verwerving van landbouwgronden ten behoeve van de Staat of door een terreinbeherende natuurbeschermingsorganisatie wordt nagestreefd, met het oog op doelstellingen van natuur- en landschapsbehoud. |
motorblokkoeler | inrichting voor de koeling van het motorblok d.m.v. water of olie |
extinctie | de verzwakking van de straling door absorptie en verstrooiing wanneer ze door een medium gaat. |
stagnant water | water wat niet beweegt of stroomt. |
CEFILT | waarde die aangeeft van welk type een waarde is. |
externe meetpuntcodering | de codering van het meetpunt zoals die in externe systemen bekend is |
stabiliteitfactor | de factor waarin het verschil tussen sterkte en belasting wordt uitgedrukt. |
toxisch equivalent volgens who | de toxiciteit van een monster vastgesteld met de toxiciteitsequivalent factoren uit de WHO methode. |
transporteren afvalwater | Proces voor de af- en aanvoer van afvalwater, inclusief influentgemaal |
sleephelling | een schuine helling om een boot uit het water te halen of te water te laten. |
belastingjaar | jaar waarvoor het uitgereikte aanslagbiljet geldt, dit komt overeen met een kalenderjaar en loopt van 1 januari t/m 31 december van een jaar.. |
mechanische indikinstallatie | toestel voor het mechanisch indikken van slib |
stroomdalgrasland | natuurlijke hooggelegen soortenrijke, relatief open, grazige begroeiingen op droge of matig droge, voedselarme, zandige of zavelige en veelal kalkhoudende groeiplaatsen langs de rivieren. |
drijfijs | iJs dat ontstaat wanneer een ijsveld gaat smelten. |
getijdaling | het hoogteverschil tussen hoogwater en het daaropvolgende laagwater. |
eindstabiliteit | de weerstand tegen omslaan als de boot op haar zijkant ligt, met het boord tot aan het water. |
penetratie-index | een maat voor de temperatuurafhankelijkheid van de viscositeit van bitumen |
onderhoud | maatregelen om de functionele kwaliteit in stand te houden of te herstellen en dus de levensduur van een (object)onderdeel te realiseren c.q. te verlengen. |
doorzicht | zichtdiepte in water |
bovenafdichtingsconstructie | het geheel van verschillende functionele lagen waaruit een bovenafdichting bestaat. |
duurlijn | grafiek die de tijd weergeeft gedurende waarvan de waarde van een zekere parameter groter of gelijk is onafhankelijk van de continuïteit in de tijd. |
getij rivier | het gedeelte van een rivier met een wisselende stroomrichting dat een verticale getijbeweging heeft. |
gebiedseigen water | water dat niet van buiten een bepaald gebied wordt aangevoerd (de bron is meestal neerslag). |
hoek brug | de hoek ter plaatse van de kruising van de as van de waterloop met de as van de brug |
vergunningverlener | bestuursorgaan dat bevoegd is, de vergunning te verlenen. |
modellering | het integrale proces van het bepalen en kwantificeren van relevante processen en invoerparameters, het ontwerpen van een rekennetwerk, het uitvoeren van een modelberekening, kalibratie, validatie en het analyseren van de berekeningsresultaten. |
etmaalgemiddelde | gemiddelde intensiteit over een etmaal betreffende verkeersdeelname |
remote sensing | De waarneming heeft op afstand plaatsgevonden zonder dat er direct contact is geweest met het waar te nemen object en zonder dat er een fysiek monster van de lokatie is meegenomen. |
maansbovenculminatie | het door de maan bereiken van de hoogste stand |
voorlandkering | kering in het voorland van een rivier/kust |
normaallijn | denkbeeldige lijn lopend over de kribkoppen langs een rivieroever. |
stroomversnelling | gedeelte van een waterloop waar de stroming snel en schietend is en waar het oppervlak normaliter gebroken wordt door obstructies, maar waar geen feitelijke waterval of cascade is. |
indicator | organisme dat door haar aanwezigheid de toestand van bepaalde milieuomstandigheden aangeeft. |
vast- en schitterlicht | combinatie van een vast en een schitterlicht. |
high cube container | container met een grotere hoogte dan de standaardcontainer |
1d-schuifstuw | een geschematiseerde weergave van een beweegbare schuif, die dient om de waterstand boven- en benedenstrooms van de constructie of een debiet te regelen. |
grondwaterscheiding | lijn van (veelal maximale) stijghoogte, zodanig getrokken dat het grondwater aan beide zijden van de scheiding naar een separaat grondwatersysteem zal afstromen. |
hydrostatische waterspanning | (Grond)waterspanning in een punt in de (onder)grond die overeenkomt met de waterspanning als gevolg een kolom water vanaf de vrije waterspiegel tot aan dat punt. |
osmotische druk | de druk die moet worden uitgeoefend op de meer geconcentreerde oplossing om de doorvoer van watermoleculen vanuit de minder geconcentreerde oplossing te voorkomen. |
protectieclub | verbond van kapiteineigenaren, opgericht ter bestrijding van risico's aangaande ladingsproblemen in de wijdste zin des woord. |
contractvorm | de wijze van inrichting van een project, waarbij tussen opdrachtgever en opdrachtnemer afspraken worden vastgelegd over verantwoordelijkheden en risico’s. |
referentie-ellipsoïde | wiskundig oppervlak (referentieoppervlak) dat gebruikt wordt als basis voor kaartprojecties |
golfrichtingspectrum | het totaalbeeld van alle golfrichtingen over het hele frequentiebereik weergegeven als functie van de frequentie |
radio waarneming | het bepalen van een positie of het verkrijgen van informatie in relatie tot die positie door middel van de eigenschappen van voortplanting van radiogolven |
wateroverlast | verzamelterm voor schade, ongemak en ontreddering door hoge waterstanden ten gevolge van overvloedige neerslag en/of onvoldoende ontwatering. |
raai | een denkbeeldige lijn over water en/of land, uitgezet t.b.v. het verrichten van lodingen, metingen, monsternemingen e.d. |
aquitard | geologische formatie met een in vergelijking tot een aquifer lage doorlatendheid (bijvoorbeeld een kleipakket). |
stand still beginsel | beginsel, dat is gericht op het voorkomen van een toename van het totaal van directe en indirecte lozingen van zwarte lijststoffen, alsmede gericht is op het voorkomen van en achteruitgang in de waterkwaliteit niet zwarte lijststoffen |
aëroob | met vrije zuurstofmoleculen. |
dynamische viscositeit | verhouding tussen de viscositeit ( en dichtheid ( van een stof. |
bedienings beheer | het vaststellen van het bedieningsplan op basis van geformuleerd beleid. Dit is een tactische functie benodigd voor de procesvoering |
primaire ontgronding | ontgronding die is gericht op winning van oppervlaktedelfstoffen. |
maaswerken | uitvoeringsprogramma van het ministerie van V&W met als doelen hoogwaterbescherming in 2015, natuurontwikkeling, verbetering van de scheepvaartroute en delfstoffenwinning voor de onbedijkte Maas |
katalysator | een chemicalie dat de snelheid van een reactie vergroot, maar niet direct deelneemt aan de reactie, zodat het ook nadat de reactie heeft plaatsgevonden nog intact is. |
rijkszeeweringenreglement | verordening met verbod- en gebodsbepalingen van het Rijk als beheerder van een zeewering. Vergelijkbaar met de Keur. |
opsluitband | langs de verharding gelegen constructie die zijdelingse steun geeft aan de verharding |
microverontreiniging | een kwantitatief geringe verontreiniging, die echter vanwege de schadelijke eigenschappen ongewenst is. |
blowerruimte | ruimte waar de blower(s) opgesteld staat(n) |
sportduiken | onderwatersport |
vervangingsmodel | model wat het stroomgebied als een eenheid beschouwd zonder expliciet rekening te houden met de ruimtelijke variatie van de karakteristieken van dat stroomgebied. |
nikuradse bodemruwheid | diameter van sedimentkorrels die een gelijke stromingsruwheid geven als het beschouwde bodemoppervlak. |
slibverwerkinginstallaties | een installatie die zorg draagt voor het ontwateren van zuiveringsslib |
emergency position indicating radio beacon | apparaat dat automatisch een SOS-signaal met het MMSI-nummer uitzendt. |
aalzegen | elke zegen waarvan de maaswijdte niet meer dan 25 millimeter en de lengte niet meer dan 40 meter bedraagt |
deeltjesscheiding | het in diverse fracties scheiden van grond. |
nationale vlag | natievlag |
brandweer | het geheel van de personen en gereedschappen bestemd om mensen te redden en voorkomende branden te blussen |
vaartijdenboekje | boekje van de BBZ waarin de bemanningsleden van een zeilend charterpassagiersschip hun vaardagen bijhouden, om na verloop van tijd een diploma te kunnen halen. |
selectieve maalstop | bij een (selectieve) maalstop wordt het water uit een of meer polders niet meer naar de boezem gepompt, doordat er een of meer poldergemalen worden stopgezet. |
technische stuurgegevens | een technische eis vastgelegd in een bij een algemene regel behorend eisenpakket |
standplaats kwaliteit / toepasselijkheid | de mogelijkheid van een beschikbare habitat om die omstandigheden te bieden die gunstig zijn voor een organisme. |
stappenbaak | een paal met markeringen (spijkers) waarmee de plaatselijke waterstand kan worden bepaald |
onderstroom | stroming onder de oppervlakte van het water |
horizontale dop | de DOP factor voor de nauwkeurigheid van de horizontale (2D) positie |
natuurlijke beïnvloeding | tak van een stroombaan waar natuurlijke omstandigheden heersen waardoor de waterstand bovenstrooms een stabiele index is van de afvoer. |
uurhok | inventarisatie-eenheid van 5 km x 5 km, waarvan de grenzen worden gevormd door de 0- en 5-km lijnen van het RD-stelsel |
maatjesharing | jonge haring, waarvan de hom of kuit nog niet ontwikkeld is |
fout | het verschil tussen een gemeten/benaderde waarde en de echte waarde |
procedure per rechtsverhouding | beschrijving van de bij de aanvraag van een rechtsverhouding te volgen procedure |
volumescheider | afscheider die zorgt voor scheiding van het eerst instromende regenwatervolume van het overige op basis van debiet, luchtinsluiting of waterpeil. |
kadastraal perceel | een virtuele eenheid van zakelijk recht, in het terrein af te bakenen door middel van uit te zetten en omsluitende rechtsgrenzen, en voorzien van een unieke kadastrale aanduiding volgens de identificatie van het Rijkskadaster. |
omslagklasse | het instellen van omslagklassen (en de indeling daarin van gebieden) heeft tot doel een nadere nuancering aan te brengen in het individuele belang van een omslagplichtige bij de waterschapstaak binnen de categorie waartoe die omslagplichtige hoort. Omslagklasse kunnen worden aangemerkt als een nadere verfijning van de kostentoedeling maar ook als een differentiatie van het tarief. |
subsidies | werksoort waarbij subsidies worden verstrekt aan derden (andere overheden of particulieren organisaties) voor de uitvoering van projecten op het gebied van met name openbaar vervoer, weginfrastructuur en verkeersveiligheid |
binnenwateren | al het stilstaande of stromende water op het landoppervlak, en al het grondwater aan de landzijde van de basislijn vanwaar de breedte van de territoriale wateren wordt gemeten - |
referentiestelsel | realisatie van een referentiesysteem |
lithosfeer | de aarde onder de hydrosfeer en de atmosfeer of meer speciaal de vaste gesteenten van de aardkorst |
luchtgehalte | het volume aan lucht in de poriën gedeeld door het totale volume grond (bodemdeeltjes en poriën). |
megaplankton | megaplankton omvat alle planktonorganismen tussen de 20 en 200 cm groot |
(scheeps)werktuigkundige | (Scheeps)officier die belast is met de zorg voor onderhoud en werking van de technische installaties |
schijnbare concentratie | verhouding tussen het gebaggerde of geproduceerde volume per tijdseenheid en het mengseldebiet in de persleiding. |
verzachten | de verwijdering van calcium en magnesium uit water om de hardheid te verkleinen. |
actiefslibtank | tank waarin een bacteriemassa onder continu zuurstofrijke danwel afwisselend* zuurstofrijke/anoxische omstandigheden biochemische omzettingen in afvalwater bewerkstelligt (* = afwisselend kan in plaats of in tijd zijn) |
elastische halfruimte | een driedimensionale ruimte in een richting begrenst door het maaiveld waarbinnen het medium zich elastische gedraagt |
cyanobacteriën | de meest eenvoudige algen, die soms door hun primitieve bouw bij de bacteriën worden ingedeeld. |
ontwatering | de afvoer van water uit percelen over en door de grond en eventueel door drainbuizen en greppels naar een stelsel van grotere waterlopen. |
limnofiel | een voorkeur hebbend voor stilstaand water met rijke beplanting |
calamiteit tactiek | een calamiteittactiek is de wijze hoe een calamiteitstrategie moet worden uitgevoerd. |
hydrozoa | poliepachtigen |
sifon | een ademhaling- en voedselzoekorgaan van ingegraven bodemdieren |
diepe submerse zone | Zone in een watersysteem (dieper dan de submerse zone) waarin nog submerse vegetatie voor kan komen |
draaiboei | boei die een keerpunt aangeeft. |
milieuvriendelijke materialen | materialen die geen schade toebrengen aan het milieu (lucht, water of bodem) door uitloging, verdamping of het oplossen van voor het milieu schadelijke (doorgaans giftige) stoffen die in dat materiaal aanwezig zijn. |
cultuurlijke oever | een volledig door de mens gedomineerde oever, waarbij voor natuur geen ruimte is |
bufferzone | gebied rondom een natuurgebied waar maatregelen noodzakelijk zijn, met het oog op de vereiste milieu- en wateromstandigheden in het natuurgebied. |
mercatorprojectie | cartografische afbeelding waarbij de lengte- en breedtegraden als rechte lijnen zijn afgebeeld. |
benthisch | op de waterbodem |
roostergoedinstallatie | installatie voor de verwijdering van roostergoed |
wervelbedscheiding | scheiding van componenten gebaseerd op dichtheid en gebruik makend van de schijnbare dichtheid in een wervelbed. |
cumulatieve neerslagmeter | neerslagmeter die gebruikt wordt op meetpunten die slechts met grote tussenruimten in de tijd bezocht worden. |
emerse zone | zone in een watersysteem waarin over het algemeen de emerse vegetatie domineert |
linkeroever | de oever die zich aan de linkerkant van de waterloop bevindt, wanneer men stroomafwaarts kijkt. |
overgangsconstructie | constructie die tot doel heeft om twee verschillende bekledingsconstructies op elkaar aan te sluiten. |
embarkeren | deftige benaming van aan boord gaan, zich inschepen. |
traumatische ervaring | ervaring die herhaalde nadelige emotionele effecten heeft bij de betrokkene |
bestaand gebruik | een activiteit, die al dan niet jaarlijks vergunning behoeft. |
plankton bloei | excessieve groei / bloei van fytoplankton. |
afgewerkte olie opslagtank | tank voor de opslag van afgewerkte olie |
categorie | het onderscheid in de KRW van natuurlijke wateren in de categorieen rivieren, meren, overgangswateren en kustwateren. |
kleine watersport | watersport waarbij gebruik wordt gemaakt van relatief kleine vaartuigen |
compositie | een associatie die aangeeft dat een of meer klassen (componenten) onderdeel zijn van een andere klasse (compositieklasse), met als restrictie dat een component niet zelfstandig verder leeft als de compositieklasse verdwijnt |
buffertank | tank voor het bufferen van een stof |
micro verontreinigers | stoffen die een negatief gezondheidseffect of ongunstige ecologische verandering teweegbrengen zelfs wanneer deze in lage concentraties beschikbaar zijn. |
grootcirkel | cirkel die de aardbol in twee precies gelijke delen verdeelt. |
breuksteen-asfalt | profielverdediging van met asfaltgepenetreerde breuksteen |
a-water | water van overwegend belang voor de waterkwantiteit in het beheersgebied van het waterschap en/of water gelegen in een gebied waaraan bijzondere waarden zijn toegekend, met uitzondering van solitaire wateren die zijn aangemerkt als vennen, poelen en kolken en/of wateren waaraan bijzondere waarden zijn toegekend. |
parceltanker | tanker met een gecompliceerd leidingensysteem en tanks van roestvrij staal, die soms wel vijftig verschillende soorten aardolieproducten of chemicaliën kan vervoeren. |
niet-carbonaathardheid | de hardheid die niet neerslaat als gevolg van verhitting. |
verpompen | proces voor de afvoer van afvalwater met behulp van een pomp. |
remediëren | verhelpen, genezen, beter maken. |
1d-stuw-uitgebreid | een geschematiseerde weergave van een constructie met een vaste drempel en een vaste of beweegbare schuif c.q. klep. De schuif/klep dient om de waterstand boven- en benedenstrooms van de constructie of een debiet te regelen. |
eschericha coli | bacterie die van nature voorkomt in menselijke en dierlijke uitwerpselen en als indicator wordt gebruikt voor besmetting met ziekteverwekkers |
tijdreeks | reeks van uitkomsten van een meting of toetsing van een grootheid en/of parameter variërend in tijd |
persistentie criterium | relatief werkingscriterium wat gebruikt wordt voor het vergelijken van de nauwkeurigheid van een voorspelling ten opzichte van die gegeven door een ongekunsteld model. |
laminaat | harde kunststoflaag, vaak bestaande uit glasvezel en kunsthars. |
tijd tot alarm | de verstreken tijd tussen het falen van een systeem en het bijbehorende alarm |
vrije convectie | stijging van warme lucht boven verwarmde oppervlakken. |
kwaliteitssysteem | organisatorische structuur, verantwoordelijkheden, procedures, activiteiten, etc. die tezamen gericht zijn er voor te zorgen dat producten, processen of diensten zullen voldoen aan gestelde eisen. |
golfperiode tmo2 | een schatter voor de gemiddelde golfperiode. |
slibontwateringgebouw | gebouw waarin de apparatuur ten behoeve van de ontwatering van slib staat opgesteld |
sleep | volgens de wet: een samenstel van één of meer motorschepen en één of meer op tros daaraan verbonden andersoortige schepen, waarbij de motorschepen dienen voor het voortbewegen. |
bijzondere waarderingscode | een aanduiding die aangeeft dat er sprake is van 1 of meer omstandigheden die er, ingevolge wettelijke voorschriften, toe leiden dat bij de waardering rekening is gehouden met bijzondere waarderingsvoorschriften, waardoor de vastgestelde waarde lager kan zijn dan de waarde in het economische verkeer of de gecorrigeerde vervangingswaarde. |
isolatie | mate waarin een oppervlaktewater niet in verbinding staat met ander oppervlaktewater |
primaire waterkering (categorie C) | primaire waterkering die indirect tegen buitenwater beschermt, zoals langs het Noordzeekanaal en de Diefdijk |
veiligheidsmarge | de veiligheidsmarge is het verschil tussen het interventieniveau en het niveau waarop functieverlies optreedt. |
ruim | inwendige ruimte van een schip die is bedoeld voor het transport van vracht. Er zijn schepen met één aaneengesloten ruim, maar er zijn ook schepen met meerdere ruimen. |
vijzel | apparaat voor het verpompen van vloeistoffen door het ronddraaien van een as met daarop spiraalvormige, doorlopende schoepen |
actieve gronddruk | de minimaal optredend horizontale druk, die de grond uitoefent, wanneer een verticale wand in zijn geheel evenwijdig aan zich zelf van het grondlichaam af wordt verplaatst |
hoogdynamische functies | hoofdzakelijk economische functies, zoals (intensieve) landbouw en recreatie, verkeer en verstedelijking waarbij verandering de constante factor is |
besluitvorming | het komen tot een bepaald, gemotiveerd besluit |
hydrogeologie | de tak binnen de geologie die (het voorkomen van) grondwater onderzoekt. |
binnenberm | een verbreding aan de binnendijkse zijde van de dijk om het dijklichaam extra steun te bieden en/of om zandmeevoerende wellen te voorkomen |
kosmitsjeskaja sistejama poiska avarijinitsj soedov. | russische benaming voor SARSAT. |
doelstelling | doel waarvoor een meting uitgevoerd wordt. |
anorganische stof | chemische stoffen van minerale oorsprong die geen koolstof - koolstof verbindingen bevatten. |
bestek | de uitkomst van de berekening van de geografische breedte en lengte waarop het schip zich bevindt. |
saprobie | mate van belasting met organische stoffen |
snijproductie | volume aangesneden grond door het graafwerktuig in, in situ m³ per eenheid van tijd. |
douane | ambtelijke organisatie belast met het toezicht op de naleving van de wetten en voorschriften inzake in-, uit- en doorvoer van goederen, en derhalve gestationeerd aan de grenzen en bij de lucht- en zeehavens. |
specifiek ecologische doelstelling | een omschrijving, zo mogelijk vertaald in een stelsel van normen, gericht op het behoud of de realisering van bij een bepaald oppervlaktewater passende levensgemeenschappen van planten en dieren |
overnachtingplaats | ligplaats die de scheepvaart gelegenheid biedt te overnachten |
hydrofiel | een affiniteit hebbend voor water. |
biofilter | bak gevuld met compost voor het biologisch verwijderen van geurstoffen uit aspiratielucht |
deflectie | dynamische vervorming, doorbuiging |
blakte | situatie waarin er geen wind is, zodat het water spiegelglad is. |
prokaryoot | bacterie, waaronder actinemycetenen en cyanobacteriën (blauwgroene algen) die geen kernmembraan bezitten. |
zeeg | het verloop van de snijlijn van de huid en het dek van een vaartuig, van opzij gezien. |
probabilisme | leer volgens welke er geen zekerheid van kennen maar alleen waarschijnlijkheid bestaat. |
toestandsafhankelijk onderhoud | onderhoudsvorm waarbij het onderhoud wordt uitgevoerd nadat door een inspectie (visueel of door meting) is gebleken dat het interventieniveau is bereikt. |
dichtheid | het quotiënt van de massa m en het ingenomen volume V |
slijtlaag | deklaag op drukke plaatsen, bv. van mortel op vloeren of van asfalt op wegen |
conventionele rioolsystemen | systemen die traditioneel gebruikt werden om gemeentelijk afvalwater te verzamelen in zwaartekrachtriolen en te vervoeren naar een centrale primaire of secundaire behandelingsinstallatie, voordat het geloosd werd op oppervlaktewater. |
grenspotentiaal | de stijghoogte in de aquifer die in evenwicht is met het gewicht van het afdekkende pakket. |
reduceerklep | wordt gebruikt om een gedeeltelijk gesloten kleppen te simuleren door het aanpassen van de minste drukverlies van de klep. |
stochasticiteit | fluctuaties in fysische, chemische, biologische en ecologische processen als gevolg van de natuurlijke variabiliteit en inherente willekeurigheid. |
atlantikwall | deze kustverdedigingslinie is in van 1942 tot 1944 aangelegd door de Duitsers, ter bescherming van het westelijk zeefront. |
recirculatievijzel | vijzel voor het terugvoeren van processtromen |
radio navigatie | het gebruik van radio signalen om de navigatie te ondersteunen dan wel voor obstakels te waarschuwen |
zeemijl | de lengte van een meridiaanminuut. |
beluchtingsbrug | constructie voor de voortstuwing en beluchting in een actiefslibtank |
niche | een plaats van een organisme in een ecosysteem. |
golfhoogtespreiding | standaardafwijking van de golfhoogten gedurende een tijdsinterval |
reddingsboei | rond of hoefijzervormig voorwerp uit kurk of ander drijvend materiaal, dat aan drenkelingen wordt toegeworpen. |
beoordelingsprofiel | denkbeeldig minimum profiel van gedefinieerde afmetingen dat binnen het werkelijk aanwezige profiel van een dijk moet passen. |
opwaaiing | verhoging van het peil onder invloed van de wind. |
technisch uitvoerbare keten | een keten van behandelingstechnieken is keten technisch uitvoerbaar als het geschikt is voor het te behandelen type specie en type verontreiniging, en de behandeling met die keten leidt tot een toepasbaar product. |
onshore | op het vasteland plaatsvindend of gericht naar het vasteland |
on scene commander | schip dat tijdens een reddingssituatie de situatie het best kan overzien en door het RCC wordt aangewezen als OSC. |
giardia | een zweepvormige protozoë parasiet dat gewoonlijk wordt gevonden in onbehandeld oppervlaktewater en via filtratie verwijderd kan worden. Het is resistent voor desinfecteerders als chloor. |
snelheid van het poriën water | het werkelijke bewegingstempo van vloeistofdeeltjes in een doorlaatbaar medium. |
meetraai | plaats in een waterloop, loodrecht op de as van de waterloop, waar hydrometrische metingen worden uitgevoerd |
schijnduiker | verdrinkingsval geplaatst in een oever. |
industriële vraagfunctie | relatie tussen de vraag van bedrijven en de prijs van het water en andere factoren zoals de prijs van andere aangevoerde zaken, het type technologie of productie proces en het uitgangsniveau. |
doorwerking (verticaal) | de wijze waarop een plan verwerkt moet worden in lagere plannen. |
zuigafsluiter | het afsluiten van zuigzijde effluentpomp |
sanering | het verwijderen van de vervuilingsbron om ecologische redenen en/of volksgezondheid. |
proefbelasting | een belasting of een serie belastingen op de funderingsgrondslag, die wordt verricht om het draagvermogen en deformatiegedrag hiervan te leren kennen |
doorlooptijd | tijdsinterval tussen het uitgeven van een voorspelling (waarschuwing) en de verwachte optreden van die gebeurtenis. |
service capaciteit | het aantal gebruikers dat gelijktijdig een service kan gebruiken |
aardgas | gas uit de aarde, grotendeels uit methaan bestaand |
parametrisatie | activiteiten die karakteristieke systeemeigenschappen omzetten naar model parameters. |
blokkenmat | geprefabriceerde toplaagelementen die onderling door kabels of een geokunststof zijn verbonden tot een mat. |
monitoringeenheid | cluster van waterlichamen homogeen in watertype, status en menselijke belasting |
global navigation satellite system | een wereldwijd systeem voor de bepaling van positie, tijd en snelheid bevattende een ruimte, grond en gebruikers segment |
kabellegger | groot schip dat speciaal is gebouwd om (telefoon)kabels op de bodem van de oceaan te leggen, om directe verbindingen tussen de continenten tot stand te brengen. |
breekpuntschlorering | toevoeging van chloor aan water totdat er genoeg chloor aanwezig is voor de desinfectie van water. |
koek | vast ontwaterd residu op een filtermedium na filtratie. |
puntlocatie | een kernachtige eenduidige aanduiding van een plaats. |
p-getal | het quotiënt van de hoeveelheid hydroniumionen en het volume water dat deze hoeveelheid opneemt indien de pH daarvan op 8.3 wordt gebracht |
explosieverdichting | het verdichten van grond door explosies onder het maaiveld |
beschut water | het geheel aan Nederlandse binnenwateren, met uitzondering van de grote Deltawateren, IJsselmeer / Markermeer en Waddenzee |
onderbemaling | het plaatselijk lager houden van het waterpeil, dan het waterpeil dat het waterschap voor het betreffende peilgebied heeft vastgesteld of hanteert |
inhoud randvoorziening | de inhoud van de randvoorziening, uitgedrukt als verhouding tot het in het rioolbemalinggebied aanwezige afvoerend oppervlak (mm) |
multipliciteit | het aantal betrokken objecten in een associatie |
nocturnaal | levenswijze die toegeschreven wordt aan organismen die gedurende de nacht actief zijn en overdag slapen |
serviceniveau | het presteren van de infrastructuur zoals dat door Rijkswaterstaat wordt aangeboden aan de gebruikers (maatschappij). |
luchtbehandelingsinstallatie | installatie voor het zuiveren van aspiratielucht |
initiatiefnemer | degene die het initiatief neemt om een bodemonderzoek of - sanering uit te laten voeren. |
parameter coëfficiënt | parameter afhankelijke coëfficiënt die wordt gebruikt voor de berekening van een parameter. |
organisme | levend biologisch wezen. |
ingedikt surplusslibpomp | pomp voor de afvoer van ingedikt surplus slib |
kustwacht | dienst die als taak heeft het waarschuwen van alle daarvoor in aanmerking komende instanties wanneer er zich in het zee- en kustgebied een scheeps- of vliegtuigramp plaatsvindt. |
barometer | instrument waarmee de atmosferische luchtdruk wordt gemeten. |
overstromingsmodel | gemodelleerde weergave van de mogelijk loop der gebeurtenissen ten behoeve van berekenen |
noorderlicht | lichtverschijnsel dat men in de buurt van de noordpool kan waarnemen. |
meetbeschikking heffing | aanduiding van de locatie, methode en nauwkeurigheid van de meting aan een afvalwaterstroom, uit te voeren door een zelfmetende/bemonsterende instantie |
relatieve nauwkeurigheid | de nauwkeurigheid waarmee een gebruiker zijn positie kan bepalen in relatie tot de positie van een andere gebruiker van hetzelfde systeem op dezelfde tijd |
akr nummer | een identificerend administratienummer van een (rechts)persoon, zoals toegewezen door de Dienst van het Kadaster en de Openbare Registers voor gebruik in AKR |
waterdruk | de druk van het water verminderd met de atmosferische druk. |
afwentelen | het ongevraagd aan anderen overdragen van waterkwantiteits- en kwaliteitsproblemen of daarmee gepaard gaande kosten en bestuurlijke verantwoordelijkheden in ruimte en tijd. |
percolaat | water dat door vervuild materiaal, bijvoorbeeld afval, is gestroomd |
banket | kunstmatige strandverhoging nabij de duinvoet die wordt gebruikt als standplaats voor strandpaviljoens op recreatiestranden. |
kortgolvige stralingsstroomdichtheid | de straling met een golflengte <4 (m per eenheid van tijd en van oppervlakte. |
oceaan | verzamelnaam voor de grote wereldzee, die in totaal 70,8% van de aarde omvat |
grootheid | een begrip, dat zich leent voor getalsmatige vastlegging en verwerking. |
overschrijdingsfrequentie | gemiddeld aantal keren dat in een bepaalde tijd een verschijnsel een zekere waarde bereikt en overschrijdt |
langgolvige stralingsstroomdichtheid | de straling met een golflengte tussen 4 (m en 100 (m per eenheid van tijd en eenheid van oppervlakte. |
noodoverloopgebied | gebied dat in extreme omstandigheden gecontroleerd kan overstromen. |
viraal haemorrhagisch syndroom | een sinds het eind van de jaren ’80 bij konijnen voorkomend virus dat op veel plaatsen, waaronder in de duinen, de populaties heeft gedecimeerd. |
som C10-C13-chlooralkanen | somparameter van vertakte of onvertakte alkanen met een lengte van 10 tm 13 koolstofatomen waaraan een of meerdere chlooratomen aan vastzitten |
fuzzylogic model | model met beschrijvingen op basis van vage logica, bv. met tussenvormen tussen ja en nee (misschien). |
organisch koolstof | koolstof die voorkomt in de organische materie. |
geografische breedte | deze kan door middel van astronavigatie worden afgeleid uit de hoogte van de noordelijke of zuidelijke hemelpool boven de horizon. |
attribuutwaarde | waarde die een attribuut aanneemt |
dilution of precision | de factor waarmee de nauwkeurigheid van de plaatsbepaling en tijd van een GNSS systeem wordt verzwakt als gevolg van geometrische invloeden van de constellatie van de satellieten zoals gebruikt door de ontvanger |
vieren | verminderen van de kracht op een touw. |
micro-macrofaunaschoffel | Een rechthoekige metalen bak met een opening van ongeveer tien bij tien centimeter, die onder een hoek aan een steel zit. De bak heeft aan de onderzijde een iets aangescherpte rand en aan de achterzijde een zeef (0,5 millimeter maaswijdte) waardoorheen het water kan wegvloeien |
werken | alle door menselijk toedoen ontstane of gemaakte constructies of inrichtingen, inclusief bouwwerken, en restanten daarvan. |
fonds economische structuurversterking | een Nederlands fonds met budget uit de aardgasbaten. Het geld is bestemd voor investeringen in de infrastructuur en sinds 2005 in de kenniseconomie van Nederland |
endothermische reactie | chemische reactie die energie opneemt. |
aangeven | het aan de afslag doorgeven van de vermoedelijke hoeveelheid te verkopen vis. |
ven | een klein ondiep meer gelegen in heidegebied |
plankton | verzamelnaam voor alle levende planten of dieren die in het water zweven of drijven en zich niet of nauwelijks zelfstandig kunnen voortbewegen |
operationeel criterium | maatgevende belasting, behorende bij de wettelijke veiligheidsnorm. |
stenohalien | organismen die maar beperkte verschillen in zoutconcentratie kunnen verdragen |
afslechten | bedaren van de zee. |
ontwerpfrequentie | de maximale frequentie waarmee een dijkvak niet meer voldoet aan het veiligheidscriterium. |
herhalingstijd | het gemiddelde tijdsinterval waarin (hydrologische) gebeurtenissen een bepaalde grenswaarde overschrijden. |
container | verplaatsbare voorziening voor het transporteren van losse goederen |
stilwaterlijn | waterlijn bij stilliggend schip |
inmarsat-c | satelliet voor tele(x)communicatie. |
basisafvoer index | numerieke index die de verhouding van de totale afvoer ten opzichte van de basisafvoer kwantificeert. |
onweer | geluid dat wordt geproduceerd wanneer het bliksemt. |
hybride vis | Vissoort die kenmerken heeft van twee vissoorten. |
spoelinrichting aandrijving | apparaat dat zorgt voor de beweging in/van een spoelinrichting |
afwaaiing | verlaging van het peil onder invloed van de wind. |
rolbascule brug | brug, met één val, draaibaar om een horizontaal verplaatsbare draaiingsas, waarbij de ballast en de val een onveranderlijke stand hebben t.o.v. elkaar. |
fotosynthese | synthese van organische stof uit koolstofdioxide en water door levende organismen onder invloed van licht met behulp van fotochemische reactieve pigmenten. |
koelwatertank | vat of tank voor koelwater |
bevoorradingsschip | bevoorraadt onder andere boor- en productieplatforms en oorlogsschepen met materieel en proviand. |
som 2,3-, 2,4-, 2,5-dichloorfenol | somparameter bestaande uit 2,3-dichloorfeno (576-24-9), 2,4-dichloorfenol (120-83-2) en 2,5-dichloorfenol (583-78-8) |
epilithische organismen | organismen die verankerd leven op versteend substraat |
blinde vlekken | elke plaats op een filtermedium waar vloeistoffen niet doorheen kunnen stromen. |
basaltzuil | zuilvormig toplaagelement van basalt. |
microfiltratie | filtratie van deeltjes >0,05 µm. |
integraal resultaatgericht informatie systeem | samenstel van de twee in de waterschapswereld meest gebruikte (geo)informatiesystemen: GIS-ZES en INTWIS. |
rietoever | waterkant waarlangs overwegend riet groeit. |
ellipsoïdisch coördinaatstelsel | coördinaatstelsel, dat gedefinieerd wordt door het oppervlak van een ellipsoïde en waarover kromlijnige coördinaten gedefinieerd zijn in de vorm van lengte- en breedte coördinaten |
samengestelde klasse klasse | regel ter nader beschrijving van de waarnemingssoort als onderdeel van een samengestelde klasse |
benedenbeloop | deel van het talud tussen teen en buitenberm. |
toplicht | wit licht dat zichtbaar is over een boog van de horizon van 225E, van recht vooruit tot 22,5 graden achterlijker dan dwars naar beide zijden van het vaartuig. Het wordt gevoerd aan of voor de mast en ten minste 1 meter hoger dan de boordlichten. |
cessionaris | verzekeraar die het recht op een scheepslading of scheepswrak heeft. |
ionenuitwisseling | de vervanging van ongewenste ionen met een bepaalde lading door gewenste ionen met dezelfde lading in een oplossing, door middel van een ionendoorlatende absorbeerder. |
waterwet | de Waterwet (het wetsvoorstel) regelt het beheer van oppervlaktewater en grondwater, en verbetert ook de samenhang tussen waterbeleid en ruimtelijke ordening. |
voegvulling | granulair materiaal dat in de spleten tussen de toplaagelementen wordt aangebracht om de wrijving en/of klemming te vergroten. |
verankeringveld | constructie die de verankering van een damwand tot stand brengt |
contractvorming | het schriftelijk vastleggen van een overeenkomst. |
hydrometrisch meetpunt | meetpunt waar gegevens over het water in rivieren, meren of bassins worden verzameld ten aanzien van een of meer van de volgende zaken: - waterstand / - stroming / - sediment transport en bezinking / - Water temperatuur en overige fysische eigenschappen van water / - karakteristieken van het ijsdek / - chemische eigenschappen van het water. |
ontvangen | eerste processtap op een RWZI, waarbij het afval/rioolwater indien nodig op hoogte wordt gebracht , en eventueel ontdaan wordt van zand en roostergoed. Of eerste processtap van de ontwateringslijn waarbij het slib zonodig kan worden gebufferd. |
fenolen | organische verbindingen die bijproducten zijn van olie raffinage, looien, textiel, verstof en hars productie. |
driftstroom | (Niet diepgaande zee-)stroming, die door de heersende wind ontstaat. |
debietmeter | apparaat waarmee de volumestroom van een vloeistof of gas wordt gemeten |
sproei-nozzle | sproeikop aan het einde van een slang, buis of leiding, met (fijne) gaatjes, waaruit het vervoerde medium kan sproeien |
perigeum | de positie waarin de maan het dichtst bij de aarde staat. |
tweepunts methode | methode voor het bepalen van de gemiddelde snelheid in een verticaal van een waterloop met diepte d op basis van snelheidsmetingen op diepte 0.2d en 0.8d beneden de waterspiegel. |
stortlocatie | plaats waar zaken neergeworpen (kunnen) worden. |
slibdroogbed | open bakken voor het drogen van slib door filtratie en weersinvloed |
european brewery convention unit | maat voor de troebelheid of turbiditeit van een vloeistof |
gradiëntstroom | stroom ontstaan door inwendige drukverschillen in zee. |
capillair water | water dat in fijne openingen in de bodem boven de grondwaterspiegel wordt gezogen doordat de moleculaire krachten het dan winnen van de zwaartekracht. |
deklast | vracht die boven de scheepsruimen aan dek is gestuwd |
wvow-vergunning | een door de Minister van Verkeer en Waterstaat, in het kader van de Wet verontreiniging oppervlaktewater, gegeven toestemming om onder bepaalde voorschriften, bepaalde hoeveelheden afvalstoffen, verontreinigende of schadelijke stoffen, met of zonder behulp van een werk, direct of indirect te lozen op oppervlaktewateren. |
compartiment | het deel van het milieu of het organisme of het medium dat wordt beschouwd of geanalyseerd. |
geïnstalleerde capaciteit | de geïnstalleerde capaciteit welke de (maximaal) per tijdseenheid te verpompen hoeveelheid water weergeeft |
onvoldoende | resultaat van de toetsing als aangetoond is dat de waterkering op de peildatum niet voldoet aan de veiligheidsnorm. |
reservecapaciteit | extra behandelingscapaciteit die ingebouwd wordt in afvalwaterbehandelingfabrieken en riolen om in te kunnen spelen op een toekomstige stijging in de toestroom van afvalwater veroorzaakt door de populatiegroei. |
panelen | een segment van een dichtwand dat in één keer wordt gemaakt. Een paneel kan uit meerdere (graaf)snedes bestaan. |
perfluor-1-butaansulfonaat | Afzonderlijke stof behorende tot de perfluoralkylsulfonaat verbindingen |
verplaatsingsgedrag | gedrag van verplaatsing van personen |
bodemruwheid | oneffenheid van de bedding of waterbodem waardoor stromingsweerstand wordt veroorzaakt. |
eindafsluiter met blindflens | een platte, vlakke schijf, bevestigd aan een afsluiter om een lekdichte afdichting mogelijk te maken |
buitenberm | extra verbreding aan de buitendijkse zijde van de dijk om het dijklichaam extra steun te bieden, om zandmeevoerende wellen te voorkomen en/of om de golfoploop te reduceren. |
ingedikt surplusslibleiding | buis of samenstel van buizen voor het transport van ingedikt surplus slib |
neerslagdistributie | verdeling van regen in ruimte en tijd. |
westerschelde oeververbinding | toltunnel onder de Westerschelde tussen Terneuzen en Ellewoutsdijk |
Strategische milieubeoordeling | richtlijn betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's. |
natuurkenmerken (biotisch) | de levende natuurkenmerken zoals vegetatie en fauna |
kleidam | kering gemaakt van klei |
log | instrument om de snelheid van een vaartuig te meten, of de verheid (de afgelegde weg), of beide. |
kennis voor klimaat, programma | in het programma Kennis voor Klimaat participeren de ministeries van VROM, OCW, LNV, V&W, EZ, wetenschappers en het Stadsgewest Haaglanden om kennis te ontwikkkelen over hoe Nederland zich het beste voorbereidt op de gevolgen van de wereldklimaatverandering. |
oesterteelt | het uitplanten van oesterbroed op met kalk bestreken dakpannen in putten met water die weinig zout bevatten. |
hydraulisch model | model wat de eigenschappen (theoretische regels) van een vloeistofstroom in ruimte en tijd beschrijft |
drainagewater (grondteelt) | water dat wordt afgevoerd via een stelsel van geperforeerde buizen die in de grond zijn aangebracht |
veiligheidszone | een terreinstrook naast het waterstaatswerk waarbinnen een lekkage van de leiding de stabiliteit van het werk in gevaar kan brengen |
elevator | bewegende eindeloze transportband met richels, schotten of bakjes voor het vervoer van materiaal of goederen |
grindboor | handboorgereedschap voor ondiep bodemonderzoek met gesloten buis en aan de onderzijde twee boorpunten die naar buiten zijn gebogen waardoor het boorgat groter is dan de diameter van de buis. |
ligplaats | een ligplaats is een formeel door de gemeente als zodanig aangewezen plaats in het water, al dan niet aangevuld met een op de oever aanwezig terrein of een gedeelte daarvan, dat bestemd is voor het permanent afmeren van een voor woon-, bedrijfsmatige of recreatieve doeleinden geschikt vaartuig. |
slibafvoerleiding | buis of stelsel van buizen voor de afvoer van slib naar elders. (van de installatie) |
golfvariantiedichtheidspectrum | het totaalbeeld van alle golfvariantiedichtheden over het hele frequentiebereik weergegeven als functie van de frequentie |
hydraulische unit | krachtbron bestaande uit pomp, besturing en kleppen voor hydraulisch aangedreven apparaten |
zeesleper | sleepboot voor de zeescheepvaart. |
dichtheid van waterdamp | de massa van waterdamp per volume eenheid. |
verlijeren | naar lij afzakken |
fragmentatie | de onderverdeling van een vaste stof in fragmenten. |
isophypsenkaart | kaart met lijnen van gelijke stijghoogte |
sluiskil | voorkanaal aan de buitenzijde van een zeesluis. |
basisbreedte (van een hoogwater hydrograaf) | tijdsinterval tussen het begin en einde van de directe afstroming die veroorzaakt wordt door een storm. |
stuwkromme | de waterspiegel in een waterloop waar de diepte groter is dan de evenwichtsdiepte als gevolg van opstuwing benedenstrooms. |
stopwerk | voegvulling in de vorm van brokken en scherven van toplaagelementen die in de spleten zijn vastgezet |
logger | iemand/of apparaat die het logboek vult |
beschikkingsaanvraag | een verzoek om een beschikking voor het gebruik van een watersysteem |
kleine drukverliezen | een element van een modelnetwerk die verband houdt met de toegevoegde turbulentie die zich voordoet in bochten, splitsingen, sensoren en afsluiters. |
kooirotor | borstelbeluchter waarvan de rotoren zijn opgebouwd uit staven die met twee ringen kortgesloten zijn |
manager | besluitvormer |
doorgraving | door afgraving (tijdelijke) onderbreking van de zeereep. |
doorijzen | het met ijsbrekers openbreken van een bevroren water. |
kwel | water dat door een drukverschil vanuit de bodem omhoog komt |
biotherm | elk organisme dat bijdraagt tot de vorming van een "koraalrif". |
onopgeloste stoffen | Vaste stoffen die worden verwijderd door filtratie of centrifugeren onder voorgeschreven omstandigheden |
bemonsteren | het verkrijgen van een representatief monster ten behoeve van het uitvoeren van een analyse |
karst | type geologisch terrein waaronder zich kalkrotsen bevinden waarin een aanzienlijke oplossing van de rotsen heeft plaatsgevonden als gevolg van grondwaterstroming. |
waterspanningsondering | sondeermethode waarbij direct tijdens het wegdrukken van de sondeerconus de door het inbrengen opgewekte waterspanning wordt gemeten |
rol subject | een specificatie van een relatie die een subject met een object/rechtsverhouding heeft |
bekledingsconstructie | constructie die tot doel heeft de dijkkern te beschermen tegen erosie door de waterbeweging, bestaande uit één of meerdere toplagen met daaronder (eventueel) uitvul-, filter- en kleilagen. |
potentieel neerslagoverschot | het verschil tussen de netto neerslag en de potentiële verdamping |
cartridge filter | wegwerpfilterapparaat dat een filtergrootte heeft van 0,1 tot 100 micron. |
akoestisch | op of door geluid werkend |
user interface | functionele eenheid, door middel waarvan een gebruiker met een computerprogramma kan communiceren. |
calamiteitenplan | draaiboek waarin de verschillende bij dijkbewaking te ondernemen acties staan vermeld. |
wrijving | bijdrage aan de weerstand tegen toplaaginstabiliteit doordat bij onderlinge beweging van naast elkaar liggende toplaagelementen een kracht wordt opgewekt. |
golfbrekingparameter | de verhouding tussen de bodemhelling en de wortel uit de golfsteilheid - dit dimensieloze getal is bepalend voor het type brekergolf |
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | was: Landbouw, Natuurbeheer en Visserij |
bio energetische modellen | type biologisch proces model waarbij de optimale locatie en gedrag van een organisme gebaseerd is op energie balansen. |
gebotteld water | water dat verkocht wordt in plastic flessen en dat gebruikt wordt als drinkwater en of huishoudelijk gebruik |
berging meer | extra rioolinhoud die in de berekening wordt meegenomen, bijvoorbeeld in putten of gemalen, gegevens afkomstig uit het rioleringsplan. |
nonius | micrometer van een hoekmeetinstrument. |
schadevoorspelling | prognose/raming van de mogelijke schade |
zacht water | al het water dat geen grote concentraties van de opgeloste mineralen calcium of magnesium bevat. |
asfaltmortel | een mengsel van bitumen met zand en vulstof als component van een asfaltmengsel |
administratief voorschrift | een administratieve eis, vermeld in de wvow-vergunning |
totebel | kruisnet, waarmee onder andere op spiering en paling werd gevist. |
reactie klep | kleppen die geactiveerd worden in reactie op een hydraulische opslingering. |
global positioning system | een satelliet radio plaatsbepaling, navigatie en tijdbepaling systeem in beheer bij de Amerikaanse overheid |
beheerplan | een strategisch plan voor een watersysteem waarop de wijze waarop beheerd wordt inzichtelijk gemaakt wordt, zowel voor de eigen organisatie als voor derden |
strategie element | onderdeel van een strategie, dat betrekking heeft op een te ondernemen actie in relatie tot een bepaalde gebruiksfunctie. |
ijkglas | het aflezen van het verbruik |
waterval | natuurlijke of kunstmatige waterstroom die recht naar beneden stort om een hoogteverschil te overbruggen |
basispeil | extreme hoogwaterstand met (per definitie) een overschrijdingsfrequentie van 1/ I0.000 per jaar |
kwantitatieve waterbeoordeling | het gebruik van de analyses van watereigenschappen en concentraties van stoffen en verontreinigingen om de waterkwaliteit te bepalen. |
afdekken | het aanbrengen van een laag boven de verontreinigde bodem teneinde contactrisico's te beperken. |
kleedhout | beplanking op het raamwerk van een sluis. |
bevaarbare breedte | aanwijzing voor de onder normale omstandigheden beschikbare vaarbreedte, vastgesteld met de voor die vaarweg geëigende meetmethode: betonning, geulen of gegarandeerde bevaarbare breedte. |
kelder | civiele ruimte voor de inzameling van producten, of de opstelling van werktuigen en/of appendages. |
vloedmerk | drijfvuil dat na hoge waterstanden op het buitenbeloop achterblijft |
kuil | langgerekt, trechtervormig, nauwmazig net, dat bij sterk stromend water voor anker wordt gelegd of door één of twee schepen door het water wordt getrokken. |
verbetering | het verhogen van de maatschappelijke waarde in termen van veiligheid, bereikbaarheid en leefbaarheid van een bestaand object. |
blokken | toplaagelementen die nauw op elkaar aansluiten en waarbij de spleetbreedte rondom elk element min of meer constant en meestal klein is. |
aanneming | de verbintenis enig werk op bepaalde voorwaarden te volbrengen. |
deltahoogte | hoogte van een waterkering, die voldoet aan de veiligheidsnorm volgens de Deltawet. |
veiligheidstoetsing | controle van de sterkte van (onderdelen van) de waterkering. |
onderwaterschip | dat deel van het schip dat zich onder water bevindt wanneer de boot in het water ligt. |
geologisch profiel | een schematische verticale doorsnede van een deel van de aardkorst waarin de ligging en het verloop van de aardlagen is aangegeven op grond van een aantal boringen of andere waarnemingen |
mestbewerking | het behandelen van dierlijke mest, zodat deze beter als mest kan worden gebruikt, of voor andere functies geschikt wordt. |
reisbevrachting | stelsel van bevrachting waarbij de vrachtprijs wordt bepaald naar de afstand, niet naar de reisduur. |
aannames van dupuit | de navolgende aannames voor het debiet in een open aquifer: a: de hydraulische gradiënt is gelijk aan het verhang van de waterspiegel / b: de stroomlijnen zijn horizontaal / c: de equipotentiaal lijnen zijn verticaal |
macrobenthos | op of in de zeebodem levende dieren die groter zijn dan 1 mm. |
cold shock | neurogene shock door een combinatie van hevige schrik en plotselinge kou, ten gevolge van het overboord vallen. |
getroffen mensen | zij die schade opgelopen hebben |
difluor | Een gewoonlijk gasvormige, giftige, reactieve en corrosieve stof. |
kanaalberging | het volume water opgeslagen in een kanaal. |
helmstok | de stok of hendel die aan het roer is bevestigd om ermee te kunnen sturen. |
verzadigingsgraad | het watergehalte gedeeld door de porositeit. |
kustconstanten | rekengrootheden die worden gebruikt in de kustlijntheorie |
stroomatlas | een atlas die per getijfase de heersende stromen in een bepaald gebied aangeeft |
ijkdrempel | constructie die onderwater wordt geplaatst en daarna exact wordt ingemeten met als doel het vormen van een referentie voor de controle van de meetconfiguratie, inclusief de toepassing van kalibratieparameters. |
kreekrug | lage wal, die zijn ontstaan dankt aan de in en langs de bedding van een kreek optredende relatief sterke sedimentatie en/of ontstond doordat bij de vorming van de kreek ter weerszijden daarvan veenmassa's voor de erosie gespaard bleven en vervolgens door ontwatering of bedekking (of moernering) gingen inklinken. |
eural | europese afvalstoffenlijst. |
provinciale rampenstaf | de plaats waar de Commissaris van de Koningin samengesteld orgaan dat hem bijstaat bijzijn coördinerende en bijstand regelende taak in de rampenbestrijding. |
zwemmen | zich door bepaalde geordende bewegingen in het water drijvend houden en voortbewegen. |
blusboot | boot waarmee de brandweer branden en milieurampen op en bij het water bestrijdt. |
hydrologisch regime | alles wat betrekking heeft op de toestand en het gedrag van een bepaalde waterloop. |
koelwaterpomp | pomp voor de toevoer van koelwater |
dynamisch | in beweging zijnde partij |
gemiddelde havengetal | het gemiddelde van alle maansverlopen op een bepaalde plaats. |
werkbaarheid | het percentage van de werktijd welke het werktuig effectief kan worden ingezet onder heersende klimatologische omstandigheden. |
korrelbreker | installatie welke een materiaal in de vorm van korrels omzet naar korrels met een kleinere korrelgrootte |
revisie tekening | na uitvoering van het bestek herziene (bestek)tekening. |
overdiep | meer dan diep genoeg om er te kunnen varen. |
herhaalbaarheid | de precisie van een navigatiesysteem alleen rekening houdend met de toevallige fouten |
stuwpeil | het feitelijke of nagestreefde peil op een bepaalde plaats in een stuwpand. |
verdrinking | dood door te langdurige onderdompeling in een vloeistof, bijvoorbeeld zeewater. |
waterbodemsteekpunt | steekmonster met een waterbodemsteekpunt t.b.v. meting(en) aan waterbodem |
alkaliniteit | de kwantitatieve capaciteit van water om een zuur te neutraliseren. |
vertroebeling | de (tijdelijke) aanwezigheid van vaste bestanddelen in de waterkolom als gevolg van baggerwerkzaamheden. |
bandijk | hoogwaterkering langs een rivier bovenstrooms van het kenteringgebied. |
bedrijfswaterkelder | kelder of tank voor het opslaan van bedrijfswater |
waterstaat | de overheidsdienst en de daartoe behorende ambtenaren belast met de zorg over en het beheer van de waterstand, de waterlopen en alle werken die deze leiden en beteugelen, alsook met de zorg over de naleving der wetten en verordeningen die daarop betrekking hebben. |
meerpaal | een paal in het water, die meestal gebruikt wordt voor het aanmeren van vaartuigen |
afloop | stroom die van een onderdeel afkomt. Bijvoorbeeld 'afloop indikcentrifuge', of 'afloop voorbezinktank'. |
onafhankelijke variabele | variabele ten opzichte waarvan de veranderingen in een dynamisch systeem worden beschreven |
kosten van reguleringswerk | de kosten van onttrekking, opslag en behandeling. |
wrakdrift | het drijven van wrakken op zee of over de zeebodem. |
omleidingkanaal | kanaal wat gebouwd is om hoogwater stromen om te leiden van een bovenstrooms punt van een beschermd gebied naar een punt benedenstrooms van dat gebied. |
duinregel | min of meer gesloten rij duinen. |
verantwoordingsrapportage | rapportage aan de opdrachtgever, waarin verantwoording wordt afgelegd over de realisatie van een opdracht. |
biotransformatie | omzetting van een stof in andere stoffen bij organisme |
gewicht | de kracht die een voorwerp op zijn ondergrond uitoefent |
overgoten steenzettingen | steenzettingen waarbij tussen de toplaagelementen van boven af tot minder dan de helft van de toplaagdikte beton of asfalt is aangebracht |
inwonerequivalent droge stof | inwonersequivalent op basis van de droge stof |
paraboolduin | een paraboolvormig duin, waarvan de punten naar de richting van de wind wijzen. |
erosie van de onderlagen | faalmechanisme van bekledingen dat zich voordoet als de beschermende werking van de toplaag weggevallen is. |
uitloogwaarde | waarde waarmee de uitloging van verontreinigde stoffen in secundaire bouwstoffen wordt vergeleken ten einde een uitspraak te doen over de al dan niet geïsoleerde toepassingsmogelijkheden van deze secundaire bouwstoffen. |
gedraineerd gebied | gebied waar overtollig water middels het aanleggen van buizen onder de grond wordt afgevoerd |
roepsein | vierletterige telegramcode van een schip volgens het internationaal seinboek. |
zomerbedverdieping | het uitdiepen van dat deel van de rivierbedding waar het hele jaar water stroomt. |
algen | een of meercellige fotoautotrofe organismen. |
zandcycloon | apparaat waarmee door middel van centrifugaalkrachten zand wordt afgescheiden |
restveen | restant van een veenpakket dat bij de winning van turf niet is ontgraven |
werkgebied (internationaal) | binnen landsgrenzen gelegen deel van een stroomgebieddistrict, bijv. Rijn-Delta voor Nederlands deel Rijn, voor de duidelijkheid altijd gebruiken in combinatie met de regionaam, bijv. regio Rijn-Oost |
grindvloer | concentratie van grind aan het oppervlak |
ecologische amplitude | de frequentieverdeling van het voorkomen van een soort over bepaalde klassen van milieufactoren. |
prestatie eisen | niveau waarop de overeenkomst tussen model en werkelijkheid acceptabel is. |
renodunale district | de duinen ten zuiden van de Verbrande Pan (Bergen, NH waar het kalkgehalte van het duinzand hoger is dan 0,3% (‘kalkrijk’). |
gasleiding | leiding bestemd voor de voortgeleiding van vluchtige stoffen |
radiobaken | hierbij wordt door een walstation of lichtschip een elektromagnetisch veld uitgezonden, waarop men de radio kan afstemmen en met een radiorichtingzoeker de richting van het baken kan peilen. |
scheepvaartreglement eemsmonding | dit reglement is tot stand gekomen in overleg met de Duitse autoriteiten en moet worden beschouwd als een aanvulling/wijziging door plaatselijke omstandigheden op het Zeeaanvaringreglement (ZAR). |
rust toestand ijking | de kalibratie van een model aan de hand van een set hydrologische voorwaarden die (ongeveer) een evenwichtssituatie weergeven en die geen rekening houdt met veranderingen in de berging. |
hydraulische diepte | verhouding tussen natte oppervlakte A en de breedte van een leiding op de waterspiegel B |
functie | de bestemming en daarmee het gewenste gebruik, met het oog op de daarbij betrokken belangen. |
kink | een valse slag waardoor er een knoop in het touw of de kabel ontstaat. |
microfytobenthos | microfytobenthos bestaat uit microscopisch kleine plantjes (algen, voornamelijk diatomeeën) die op en in de bovenste centimeters van de bodem leven |
hydrocycloon | scheidingsapparaat voor erts, zand, en andere korrelvormige materialen, waarin deze (gemengd met water) met sterke middelpuntvliedende kracht worden gescheiden in een grovere en een fijne fractie. |
black smoker | onderzeese warme bron waar kokend heet, mineraalrijk water onder grote druk uit de bodem opborrelt. |
momentane kruinhoogte | de kruinhoogte van een dijk op het moment van beschouwen |
kadastrale perceel index nummer | een volgnummer dat binnen elke combinatie van kadastrale aanduiding uniek is, zoals nader omschreven in het kadasterbesluit. |
neutralisator | chemicaliën die zorgen voor neutralisatie bij de chemische behandeling van afvalwater. |
beheerderoordeel | beoordeling van de veiligheid op basis van eigen inschatting van de beheerder. |
slib retourneren | het retourneren van slib naar de beluchtingstank om de populatie micro-organismen op peil te houden |
diafoon | apparaat dat een sterk doordringend geluid produceert. |
besluit ruimtelijke ordening | BWBR0023798 Nederlandse regeling betreffende het besluit ruimtelijke ordening |
som 6 pcb's | de somparameter van de zes PCB's, te weten: PCB 28, 52, 101, 138, 153, 180. |
homogeniteit | het gelijk van aard of samenstelling zijn. |
hoogste astronomische getij | het hoogste astronomische getij dat kan worden voorspeld |
vislengte klasse | indeling van vissen in klassen naar hun lengte |
gevarensector | rood licht in de lichtcirkel van een lichtbaken. |
sliblijn | Verzameling primaire processen binnen de hoofdtaak zuiveren van afvalwater van een Waterschap ten bate van de behandeling en /of verwerking van slib tot een droge stof gehalte van max 15% op een rioolwaterzuiveringsinstallatie. |
zwitter ionen | gedragen zich als kationen of als anionen, afhankelijk van het milieu waar ze zich in bevinden. |
kikker | houten of metalen klamp met twee uitsteeksels om een schoot e.d. op vast te zetten. |
ware koers | de hoek tussen de langsscheepse as (kiellijn) van een varende boot en de ware noord-zuidlijn. |
lastlijn | de waterlijn van het schip bij de grootste geoorloofde inzinking in zeewater |
maximum niveau | het maximale niveau tot waar het water kan stijgen in een opslagtank. |
piëzoresistief element | een weerstandselement, waarvan de weerstand verandert door vervorming. |
onderbemaling | deel van een rioolstelsel waarvan het ingezamelde afvalwater via een bemaling wordt opgevoerd naar een ander deel van hetzelfde rioolstelsel |
vakgrens | schematische aanduiding waar vak begrensd wordt. |
klep | klep in een stuw |
bedrijfsruimte | een naar zijn aard en inrichting als afzonderlijk geheel te beschouwen ruimte of terrein, niet zijnde een woonruimte, een zuiveringtechnisch werk of een openbaar vuilwaterriool |
natuurlijk peilbeheer | bij natuurlijk peilbeheer volgt het waterpeil zoveel mogelijk het natuurlijke seizoensverloop door het vasthouden van grondwater middels een hoog peil in het voorjaar dat gedurende de zomer geleidelijk wegzakt door de verdamping en in het najaar het laagst is. |
baten-kosten ratio | de verhouding tussen de huidige waarde van alle opbrengsten ten opzichte van de huidige waarde van alle kosten. |
investeringsbudget landelijk gebied | rijk, provincies, gemeenten en waterschappen hebben via het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) afspraken gemaakt om de inrichting van het landelijk gebied gezamenlijk aan te pakken. |
eenheid | de dimensie van de grootheid waarin een parameter wordt uitgedrukt. |
zandoer | zand met een koffiebruine kleur, soms verkit, rijk aan ijzerhydroxide en soms aan humus |
normaalrichting | lijn loodrecht op de ellipsoïde in een bepaald punt |
haringmanblok | type betonblokken met inkeping ter beperking van golfoploop. |
tuigage | het samengesteld stelsel van rondhouten, staand- en lopend want en zeilen dat dient om het vaartuig met behulp van windkracht voort te stuwen en het te laten ankeren. |
ekman transport | door de wind veroorzaakt horizontaal spiraalwaarts transport van water, in een richting niet evenwijdig met de windrichting, en dit ten gevolge van het "corrioliseffect" en de wrijvingskracht. |
lokaal beheerplan droog | een (niet verplicht) document in de systematiek van Wegbeheer, waarin op dienstkringniveau maatregelen worden onderbouwd. Het LokBPD richt zich in hoofdzaak op instandhouding. |
abundant | talrijk voorkomend |
stootrand | kleine, uitstekende rand rond de buitenkant van het dek van een jacht. |
scheepscertificaat | kopie van de inschrijving van het schip in het scheepsregister. |
deserteren | deserteren van een (koopvaardij)schip. |
capaciteit beheer | het opstellen van capaciteitsprognoses en het plannen, meten en toetsen van de transport-, zuivering- en slibverwerkingscapaciteit |
1d-dwarsprofiel | set gegevens waarmee de denkbeeldige doorsnijding van een 1D-vak of gedeelte daarvan, eventueel samengesteld als geschematiseerd gemiddelde van een of meerdere actuele en/of historische dwarsprofielen, wordt vastgelegd |
drempelwaarde | de omvang van een activiteit of project waarboven deze plan-MER- of projectmer(beoordelings)plichtig wordt. |
kathodische bescherming | een methode van bescherming tegen elektrochemische corrosie van metalen |
drijflaagafvoerput | put in een voor- of nabezinktank waarin het geruimde drijvende materiaal wordt verzameld |
algemeen plan | langsdoorsnede van het schip, waarop de indeling, de uitrusting en de belangrijkste maten vermeld staan. |
gasdrainagelaag | onderdeel van een afdichtingsconstructie waarmee wordt beoogd de vanuit de verontreinigde bodem afkomstige vluchtige stoffen uit de constructie te verwijderen. |
monstergolf | zeer steile en hoge golf, die helemaal onverwacht ontstaat en uit het niets lijkt te komen. |
waakvlamovereenkomst | een afspraak voor het op afroep beschikbaar stellen door derden (brandweer enz.) van mensen en materieel (oliebestrijding, ijsbestrijding, bestrijding van calamiteiten enz.) |
codelist | wanneer vooraf niet bekend is welke waardes een bepaald attribuut kan krijgen, maar als er wel een lijst waarschijnlijke waardes is, wordt in plaats van een Enumeratie een CodeList gebruikt. Een CodeList is een klasse met als stereotype ‘<<CodeList>>’. |
locatiepunt | topografische unieke aanduiding van een herkenningspunt binnen een deelwatersysteem. |
dijkkwel | doorsijpeling van water onder de dijk door |
ecotoxicologie | de studie naar door chemische en fysische factoren veroorzaakte toxische effecten bij levende (individuele)organismen, populaties en levensgemeenschappen in een ecosysteem. |
boor- en productieplatform | kunstmatig booreiland in zee, gebruikt om de olie- en gaslagen onder de zeebodem te exploreren en exploiteren. |
sloepenrol | oefening aan boord waarbij ieder bemanningslid bij zijn eigen sloep moet aantreden en zijn specifieke taken in noodsituaties moet opnoemen. |
watertype | een verzameling van regionale watersystemen volgens de taxonomische indeling. |
afschuiving | verzamelnaam voor faalmechanismen waarbij beweging van toplaag en eventueel andere lagen langs het talud plaatsvindt. |
toetsen | het controleren of de momentane toestand van de constructie nog voldoet aan de vigerende functionele en wettelijke eisen. Toetsing van kunstwerken en objecten dient te passen in de beoordelingsmethodiek zoals geformuleerd in de Leidraad Toetsing. |
inlaag | diepgelegen, nat, brak natuurgebied tussen de dijk en de binnendijk. |
vloedschaar | een getijgeul, die voornamelijk openligt voor de vloedstroom en die aan het landwaartse einde een drempel heeft. |
bijzondere waterkerende constructie | constructie om, in combinatie met een grondlichaam (dijk) of in plaats van een grondlichaam, water te keren. |
trawl | zakvormig sleepnet, dat bij de bodemtrawlvisserij over de zeebodem wordt gesleept, om garnalen, platvis, rondvis en haring te vangen. |
hydrostatische druk | isotrope druk uitgeoefend door water in rust. |
waarnemingssoortnummer | een combinatie van parameter, eenheid, hoedanigheid, compartiment, orgaan en taxon. |
diffractie | zijwaartse uitwaaiering van golven naar en in het gebied achter een obstakel. |
geurfilter | filter met dragermateriaal voor het biologisch verwijderen van geurstoffen uit aspiratielucht |
chronologisch | tijdvolgordelijk |
semi-gedistribueerd model | model waarin het stroomgebied wordt opgedeeld in deelstroomgebieden. |
mitigatie | maatregelen die compenseren voor- of minimaliseren van het verlies aan milieukwaliteiten en hulpbronnen als gevolg van ontwikkelingen. |
initieel niveau | de initiële waterstand die gebruikt wordt bij aanvang van de simulatie. |
bijzondere omstandigheid (norm) | omstandigheid waarbij de normwaarde afwijkend is of waarbij de normwaarde aan de hand van externe variabelen bepaald dient te worden |
vloeibitumen | een mengsel van een penetratiebitumen (zie NEN 3902) en een aardoliedestillaat |
monster bewerkingsmethode | nadere aanduiding van de wijze waarop het monster bewerkt is. |
ernstvuurwerk | vuurwerk dat is bedoeld als noodsignaal aan boord. |
visstoep | kade of steiger bestemd voor sportvissers |
rioolstelsel | een stelsel van (civiel)technische voorzieningen dat zich onder of boven het aardoppervlak bevindt, bestemd voor de inzameling, transport en tijdelijke opslag van afvalwater. |
celspanning | de spanning die heerst in de cel van een cel- of triaxiaalapparaat |
onderhoudsplan | plan dat de concrete technische maatregelen beschrijft welke gericht zijn op het blijvend laten functioneren van de waterkering. |
fresnel-lens | lens die onder andere in vuurtorens wordt gebruikt. |
stabiliteitscoëfficiënt | coëfficiënt die de verhouding aangeeft tussen de maximaal toelaatbare schuifspanning en de berekende optredende schuifspanning bij een bepaalde bezwijkvorm. |
rest bèta | parameter die het verschil uitdrukt tussen de totaal bèta activiteitsconcentratie en de Kalium-40 activiteitsconcentratie |
normaalcondities | de condities die gelden bij een temperatuur van 273,15 K (0 °C) en een absolute druk van 101,325 kPa (1,01325 bar) |
totale zetting | som van de primaire en seculaire zetting |
twee lengten methode | deze methode wordt gebruikt om de mate waarin de actuele vraag gebaseerd is op de pijpleiding lengte na te bootsen. |
vogel- en habitatrichtlijn | door de EU vastgestelde richtlijnen inzake het behoud van de vogelstand (Vogelrichtlijn) en de instandhouding van natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (Habitatrichtlijn). |
concentratie | sterkte van een oplossing uitgedrukt in aantal massa eenheden per volume eenheid. |
primaire wateren | wateren waaraan het hoogheemraadschap een belangrijke functie toekent in de wateraan- en -afvoer en waterberging. De ligging van primaire wateren is aangegeven op de bij de Keur behorende Keurkaarten. |
nabehandelen | nabehandeling waarbij het effluent verder gezuiverd wordt om een nog hogere kwaliteit te behalen. |
hydroplaan | een door luchtschroeven voortbewogen vaartuig met zeer weinig diepgang. |
som desmedifam en fenmedifam | somparameter bestaande uit desmedifam (CASnr: 13684-56-5) en fenmedifam (13684-63-4) |
d1 | hoogste organisatie niveau binnen de Rijkswaterstaat welke gevormd wordt door de Secretaris Generaal met zijn staf. |
bovenbeloop | deel van het talud tussen buitenberm en kruin. |
niet-grondgebonden agrarisch bedrijf | een agrarisch bedrijf waarvan de productie niet in overwegende mate afhankelijk is van het voortbrengend vermogen van onbebouwde grond in de directe omgeving van het bedrijf. |
samengestelde klasse | nadere omschrijving van een waarnemingssoort |
continuïteit | de waarschijnlijkheid dat, uitgaande van een foutvrije ontvanger, een gebruiker in staat is zijn positie met een specifieke nauwkeurigheid te bepalen en daarbij de integriteit van de bepaalde positie gedurende het (korte) tijds interval voor een specifieke operatie binnen een beperkt deel van het dekkingsgebied, te monitoren |
theoretische potentiaal | potentiaal in de aquifer indien deze niet wordt begrensd door bijvoorbeeld het gewicht van het afdekkende pakket. |
droge depositie | de neerslag van materie uit de atmosfeer via deeltjes. |
monsteren | zich rechtens verbinden en op de monsterrol doen inschrijven als lid van de bemanning. |
harp | een U-vormige sluiting die met een schroefboutje met een oog gesloten wordt. |
kwaliteitsbeschrijving | de kwantificering van de nauwkeurigheid van een product of proces. |
reden | een schip uitrusten en in de vaart brengen. |
sondering | een middel om op gestandaardiseerde wijze de indringingsweerstand van een conusvormig lichaam (de conus) te bepalen als maat voor de consistentie of vastheid van de grondslag |
chemische barrière | een laag die, door de interactie van de stoffen waaruit de wand bestaat en verontreinigende stoffen, de verspreiding van deze verontreinigende stoffen door de laag heen beperkt. |
specifieke bergingscoëfficiënt | het quotiënt van de verandering in specifieke berging en de bijbehorende verandering van de stijghoogte c.q. grondwaterstand. |
strategisch plannen | het op basis van het managementcontract opstellen van prognoses en formuleren van beleid voor onderhoud, beheer, personeel inkoop en KAM |
krooshek | een constructie van metalen staven, die moet dienen als vuilvang in een waterloop voor een gemaal of een ander kunstwerk. |
nederlands maritiem informatie centrum | onderdeel van de bibliotheek van de TU Delft |
navigation certificate | handelspaspoort voor verscheping van goederen tussen neutrale havens in oorlogstijd. |
flocculatie | het proces waarbij klei en colloïde deeltjes samenpakken in kleine groepen of massa's genaamd vlokken. |
aangrijpingspunt object verkeersongeval | aanduiding voor waar het object werd geraakt dat betrokken was bij een verkeersongeval |
zandvang | inrichting in een waterloop die dient om het door het water meegevoerde zand te laten bezinken. |
rivier | een binnenwaterlichaam dat grotendeels bovengronds stroomt, maar dat voor een deel van zijn traject ondergronds kan stromen |
humushoudend | globale aanduiding voor het aanwezig zijn van humus. In de NEN 5104 nader onderverdeeld in humusarm, humeus en humusrijk. |
afslaan | verkoop met bedragen van inzet in afdalende reeks. |
dienst weg- en waterbouwkunde | specialistische dienst van Rijkswaterstaat |
pingoruine | overblijfsel van pingo |
landschapselement | individueel klein element in het landschap met een natuurwetenschappelijke, visuele en/of cultuurhistorische waarde |
zuurgraad | de negatieve waarde van de logaritme van de relatieve concentratie van H3O+. |
waterberging | als functie van wateren: het tijdelijk of langdurig bergen van (regen)wateroverschotten uit de omgeving. |
d4 | organisatie niveau binnen de Rijkswaterstaat welke de dienstkringen en centrale apparaten van Rijkswaterstaat bevat. |
moeraseiland | houten frame met drijvers van kurk, waarover fijn gaas is gespannen en waarop wortelstokken van onder andere boterbloem, lisdodde, riet, wilg en zegge zijn gelegd. |
hydraulische weerstand | weerstand die een bepaalde laag biedt tegen (meestal verticale) grondwaterstroming. |
crepusculair | evenswijze die toegeschreven wordt aan organismen die gedurende de schemering actief zijn |
som monochlooraniline-isomeren | somparameter bestaande uit de isomeren 2- (95-51-2), 3- (108-42-9), 4-chlooraniline (106-47-8) |
kruispunt | een kruispunt is een ontmoetingspunt van wegen, waar het verkeer van weg mag wisselen. |
streefbeeld | concrete (meetbare) doelstelling, een beschrijving van de gewenste situatie van waterhuishoudkundige systemen |
geschakelde steenzetting | blokkenmat of interlockelementen. |
betonpuin | massa vergruizeld beton (restproduct) dat wordt gebruikt als granulair materiaal. |
schelde-landschapspark | het Schelde-Landschapspark is een forum van samenwerkende Vlaamse gemeenten, provincies en het Vlaams Gewest. |
hoek van inwendige wrijving | het verband tussen effectieve normaalspanning en de maximale schuifspanning. |
stroomgeul | uitschuring in de (water-)bodem, als gevolg van stromend water |
volumestroom | het volume water dat per tijdseenheid door een gedefinieerde doorsnede stroomt. |
doop | ceremonie waarbij het schip zijn naam krijgt en feestelijk wordt ingewijd. |
glijdingsmodulus | 1/3 maal de verhouding tussen schuifbelasting q (deviatorische belasting) en schuifvervorming es (deviatorische vervorming) |
zandtransportleiding | buis of samenstelsel van buizen waardoor zand wordt getransporteerd |
trim | verschil in diepgang van voor- en achterschip. |
spiegel | min of meer vlakke, achterste afsluiting van de romp |
som chloortetrafluorethaan-isomeren | somparameter bestaande uit de isomeren 1-chloor-1,1,2,2-tetrachloorfluorethaan (354-25-6 ) en 2-chloor-1,1,1,2-tetrachloorfluorethaan (2837-89-0) |
spaarkom | kom, dienend om het waterverbruik bij een schutsluis te verminderen |
bodemprofiel | het beeld van de verticale opeenvolging van alle bodemlagen in een boorpunt of een waarnemingspunt |
loodsboot | schip van het loodswezen |
strandmuur | op de grens van het strand en het duin opgetrokken muur. |
zwemwaterlocatie | een door de overheid aangewezen plaats, inclusief terreinen, gebouwen en uitrustingen, die is ingericht om te worden gebruikt voor het zwemmen of baden |
indexfout | fout van het hoekmeetinstrument die samenhangt met lichte verdraaiingen van de kimspiegel. |
deep scattering layer | het is een in de waterkolom gelegen dunne horizontale zone van levende organismen in de oceaan. |
zuigermechanisme | deelmechanisme van het faalmechanisme toplaaginstabiliteit waarbij toplaagelementen door de overdruk langzaam maar zeker als een zuiger uit de toplaag worden gedrukt. |
afvoeren (van regenwater) | afvoeren is het mechanisme, waarbij regenwater via goten, leidingen en/of waterlopen buiten de gebiedsgrenzen wordt gebracht. |
end-of-pipe technieken | technieken die gebruikt worden bij de waterzuivering om verontreinigingen die gevormd zijn te reduceren. |
dieptemeter | instrument van de duiker, waarop hij kan zien op welke diepte hij zich bevindt. |
t-klassen | dit is een indeling om aan te geven in hoeverre stoffen bij een bodemsanering tot een gezondheidsrisico kunnen leiden. |
totale vaste stof | de som van de opgeloste en vaste stoffen in water. |
positienauwkeurigheid | de nauwkeurigheid waarmee een baggerwerktuig met het graafelement in positie kan worden gebracht. |
keurontheffing | de publiekrechtelijke beschikking die voortvloeit uit de toepassing van de Keur van het waterschap waardoor de houder ontheffing heeft van één of meer verbodsbepalingen van de Keur |
afstandhouder | kunststof of metalen element dat tussen toplaagelementen wordt aangebracht om het open-ruimtepercentage te vergroten. |
b-mesosaproob | matig biologisch afbreekbare organische stof bevattend |
achtergrondwaarde | in het kader van bodemverontreiniging meestal het van nature in de bodem aanwezige gehalte aan verontreinigende stoffen. |
historische data | hydrologische en meteorologische data van gebeurtenissen uit het verleden. |
vispaaiplaats | een (ingericht) gebied met beschut, ondiep en plantenrijk oppervlaktewater, of een met het watersysteem verbonden in het voorjaar ondergelopen grasrijk oeverland, dat in beide gevallen door vissen wordt gebruikt voor voortplanting (paai) en opgroeien |
toeleidingkanaal kunstwerk | een toeleidingkanaal is een gegraven waterweg voor de scheepvaart naar of van een sluis of overig kunstwerk' |
drijfvuil | in oppervlaktewater is vaak afval te vinden, doordat mensen dit in het water of op straat gooien. Dit drijfvuil is nadelig voor de kwaliteit en het ziet er gewoon slordig uit. |
luchtfoto's | foto's van aardoppervlak gemaakt vanuit een vliegtuig/helikopter |
equipotentiaalvlak | oppervlak dat punten met gelijke zwaartekrachtspotentiaal verbindt |
navigatie | het proces van plannen, opnemen en controleren van de beweging van een vaartuig gaande van de ene naar de andere plaats |
maximaal ecologisch potentieel | de toestand van een overeenkomstig de toepasselijke bepalingen van bijlage V (Europese Kaderrichtlijn Water) aldus ingedeeld sterk veranderd of kunstmatig waterlichaam |
normfractie | Verhouding tussen de waarde van een waargenomen parameter en de waarde van een kwaliteitsnorm voor deze waarneming |
provinciaal overlegorgaan voor de kust | samenwerkingsverband tussen de provincie, het waterschap en het Rijk met als doel behoud en inrichting van de zandige kust. |
dissolved air flotation-installatie | installatie voor het verwijderen van onopgeloste stoffen uit water door middel van luchtbelletjes |
baal | grote, dichtgenaaide jute of grof linnen zak met een inhoud van vijftig of honderd kilo. |
stampen | de scheefstand van een vaartuig ten opzichte van het waterpasvlak in langsrichting |
consolidatie | het proces waarbij een geleidelijke toename van de korrelspanningen in de grond optreedt door een afname van de waterdruk. |
invloedsstraal | afstand tot het centrum van een onttrekking, van waar de grondwaterstandverlaging c.q. stijghoogteverlaging t.g.v. de onttrekking niet meer is waar te nemen of te verwaarlozen is. |
venturi | een kanaal dat gebruikt wordt om waterstromen te meten. |
flush | vlak met de wand, niet uitstekend |
ophoogschema | een tijdschema volgens welke men voornemens is het ophogen uit te voeren. Hierin zal in het bijzonder worden aangegeven welke laagdikten in welk tijdsbestek zullen worden aangebracht en welke wachttijden in acht genomen zullen moeten worden. |
transit | het tijdstip van de dag waarop de zon het hoogst staat. |
verbetermaatregel | maatregelen die zijn gericht op: - het bereiken van de doelstellingen voor veiligheid, bereikbaarheid en leefbaarheid (WB) / -het laten voldoen van een object aan de nieuwe of gewijzigde functie-eisen te laten voldoen (BPN) / Zij moeten leiden tot functieverbetering van de infrastructuur. Deze maatregelen vallen niet onder instandhouding. |
internationale instantie | internationale organisatie die door de deelnemende landen in een verdrag als nieuwe internationale rechtspersoon in het leven wordt geroepen - organisatie tussen ingezetenen van twee of meer landen. |
beheer waterkering | ToDo: Definitie van de hoofdtaak Beheer Waterkering |
haringjager | snelvarend vissersschip dat de eerste haring aanvoert. |
overeengekomen lage afvoer | de afvoer bij een peilschaal die tijdens een langjarige periode over een gemiddelde van twintig dagen per jaar zonder ijsgang niet wordt onderschreden. |
ruimte voor de rivier | uitvoeringsprogramma van het ministerie van V&W met als opdracht de grote rivieren de ruimte te geven zodat ook bij hoge rivierafvoeren de afvoer gewaarborgd blijft. |
verrekijker | optisch instrument om voorwerpen waar te nemen die zich op verre afstand bevinden. |
lepas anatifera | rankpootkreeft die 20-40 centimeter lang kan worden en over de hele wereld voorkomt. |
gemiddelde zeestand | het rekenkundig gemiddelde van het peil in een getijgebied over een bepaalde periode. |
moleculen | combinaties van twee of meer atomen van dezelfde of verschillende elementen die bijeengehouden worden door chemische bindingen. |
kritieke dijkvakken | dijkvakken waar de marge op de keerhoogte kritiek is of bezwijken/falen aan de orde is (bedreigde dijkvakken) |
verticaliteit | de mate waarin de oriëntatie in de Zrichting van een afdichtingswand de verticaal benaderd. |
fosforverbinding | Elke fosfor bevattende stof. |
intrinsieke doorlatendheid | maat voor de doorlatendheid voor zover deze afhankelijk is van de geometrische eigenschappen van het medium. |
bodemval | sprong in de bodem van een waterloop. |
watercamper | soort varende camper, met zeer stevige stootrand, voor de binnenwateren. |
diversiteit | de variëteit aan verschillende elementen per eenheid van oppervlakte. |
dynamische bebording | signaleringsbord waarop, afhankelijk van de (verkeers)situatie, een (verkeers)teken of mededeling wordt getoond |
drainagelaag | onderdeel van een afdichtingsconstructie waarmee wordt beoogd het van bovenaf in de constructie geïnfiltreerde water uit de constructie te verwijderen. |
very large crude carrier | erg grote tanker, met zo'n 250.000 ton laadvermogen of meer. |
coagulatie | destabilisatie van colloïde deeltjes door de toevoeging van een reactief chemicalie, een coagulant genoemd. |
talweg | de vloeiende lijn in langsrichting die de diepste punten van een rivierbed of van een dal verbindt. |
oplopen | een ander schip inhalen en voorbijvaren |
condensafscheider | toestel om water af te scheiden uit een gas- of luchtleiding |
boxcorer | groep van stekers met een grote, ronde, vierkante of rechthoekige steekbuis. |
cabotage | handelsverkeer te water tussen havens van hetzelfde land. |
schrob | aan een beugel en stok bevestigd visnet waarvan de opening toegehaald kan worden. |
costonlicht | gekleurd seinlicht op schepen. |
toxicant | stof die bij een bepaalde concentratie en blootstellingduur verantwoordelijk is voor een verminderd functioneren van een organisme. |
onderdeel | beschrijving van een in een bepaald deel van de zuiveringsinstallatie/kunstwerk gebruikt onderdeel |
vijfpunts methode | methode voor het bepalen van de gemiddelde snelheid in een verticaal van een waterloop met diepte d op basis van een gewogen gemiddelde van de snelheidsmetingen op diepte 0d, 0.2d, 0.6d, 0.8d en d beneden de waterspiegel. |
aanhangwagen | wagen die aan een voorgaande wagen wordt aangehangen en daardoor wordt voortgetrokken |
topologische relatie | 1-Dimensionale (verticale) relatie tussen plant-bodem-water. |
letale dosis | de dosis van een toxische stof waarbij proeforganismen sterven. |
waardebepalingsresultaat | kwantitatieve of beschrijvende weergave van de gemeten, waargenomen of berekende grootheid. |
angiospermen | planten die gekenmerkt worden door bloemen en zitten de zaden in een afgesloten vrucht. |
begrotingsartikel | onderdeel van de Rijksbegroting. Vroeger op basis van hoofdbeleidsterreinen en het onderscheid tussen apparaat- en programma-uitgaven. Nu op basis van werksoorten en het onderscheid tussen productuitgaven en directe uitvoeringsuitgaven enerzijds en indirecte uitvoeringsuitgaven anderzijds. |
chorologische relatie | ruimtelijke (horizontale) relatie. |
asbest | een minerale vezel die water en lucht kan vervuilen en kanker of asbestose kan veroorzaken wanneer deze wordt ingeademd. |
zomergemiddelde | rekenkundig gemiddelde over zomerseizoen |
opnemingsvaartuig | schip van de hydrografische dienst, waarop met behulp van een uitgebreid arsenaal aan navigatiemiddelen waarnemingen worden gedaan, die op zeekaarten worden verwerkt. |
tussengemaalvijzel | vijzel waarmee het afvalwater opnieuw wordt opgevoerd |
actieprogramma ruimte en cultuur, architectuur- en belvederebeleid | met dit actieprogramma versterkt de overheid de ruimtelijke kwaliteit van Nederland, door architectuur- en cultuurhistorisch beleid beter in te brengen in het ruimtelijk beleid |
strijkhoogte (schip) | de verticale afstand tussen de waterlijn en het hoogste punt van het stilliggende ship waarbij alle gemakkelijk strijkbare onderdelen zover mogelijk zijn gestreken |
gasveredelingsinstallatie | installatie om biogas op te werken tot een betere kwaliteit gas |
fauna-uitstapplaats | een voorziening langs een steile oever van een waterweg, waar (te water geraakte) dieren aan land kunnen komen |
offset | hoekverschil tussen nul-assen van de sensor met respectievelijk het XY vlak in X-richting, het XY vlak in Y-richting en het YZ vlak in Z-richting van het bootgeometriestelsel |
scaldis | oudste naam voor de Schelde genoemd door de Romeinen. Kan afkomstig zijn van het Germaanse ‘Scald’, dat ‘ondiep water’ betekent. |
peil | kortstondig gemiddelde van de hoogteligging van de waterspiegel t.o.v. een referentievlak, zoals NAP. |
uitspoeling | transport van materiaal vanuit tussenlaag of ondergrond door de toplaag naar buiten. |
juveniel | jong dier dat niet meer volledig afhankelijk is van ouderzorg. |
permanente commissie van toezicht op de scheldevaart | belgië en Nederland zijn de verplichting aangegaan de Westerschelde bevaarbaar te houden, elk voor zijn gedeelte van de Schelde en daar de nodige tonnen en boeien te plaatsen. |
richtlijnen | randvoorwaarden waaronder de onderzoeken moeten plaatsvinden. |
startnotitie | eerste formele stap in een MER-procedure waarin de voorgenomen activiteit bekend wordt gemaakt en een globale aanduiding wordt gegeven van alternatieven en milieueffecten die in het MER uitgewerkt zullen worden |
centrifugaatput | put voor de verzameling van centrifugaat |
kurkenzak | zak van gevlochten touw, gevuld met kurk of ander veerkrachtig materiaal, die als stootkussen wordt gebruikt. |
pelagische vissen | vissen die in de hele waterkolom zwemmen, dikwijls tot dicht bij het oppervlak |
pf | de Briggse logaritme (grondtal 10) van het getal dat, in cm of hPa genomen, overeenkomt met de matrixcomponent van de absolute waarde (wiskundig gezien) van de drukhoogte of de zuigspanning. |
verzamelbemonstering | bemonsteringstechniek waarbij een aantal steekmonsters die op meerdere tijdstippen op een plaats genomen zijn, gemengd worden. |
zoutwater stijghoogte | stijghoogte gemeten met een peilbuis gevuld met brak of zout grondwater, zoals deze ter plaatse van het filter voorkomt. |
hoogwater keermuur | muur, meestal gebouwd van gewapend beton om een waterloop te beteugelen met als doel overstroming te voorkomen. |
zwaaiplaats | een plaats waar de vaarweg is verbreed met als doel de schepen de gelegenheid te geven te keren |
golfrichting | de richting waaruit de beschouwde golf komt ten opzichte van het ware noorden |
secundaire grondstof | materialen, die via hergebruik of nuttige toepassing worden ingezet als grondstof of bouwstof. |
mer-plichtige activiteit | activiteit met zodanige kenmerken dat het maken van een milieueffectrapportage verplicht is. |
midden-europese tijd | tijdreferentie één uur later dan GMT |
bivalven | weekdieren (mollusken) die steeds een schelp hebben die uit twee met een scharnier gelede kleppen bestaat |
trilveen | een bodem- en vegetatietype dat bestaat uit een dunne en uiterst slappe 'bodem' die vooral uit zegge- en graswortels bestaat en op water of slappe modder drijft. Het komt alleen voor in laagveengebieden, zoals het veenweidegebied |
zandmeevoerende wel | een wel die zand meevoert uit de ondergrond. |
getijzone | zone op het talud tussen gemiddeld hoog- en gemiddeld laagwater |
bijdraaien | met gestopt schip met de wind op een zijde gaan liggen, waardoor met de andere zijde lij wordt gemaakt |
binnenwater | water wat zich binnen de kustlijnen bevindt |
van veen grijper | happer die met een kabel of touw wordt neergelaten tot op de bodem |
engte | smalle doorvaart. |
begeleid natuurlijke eenheid | een aaneengesloten natuur- en bosgebied met een oppervlakte van ten minste 1.000 hectaren, waarin grootschalige landschapsvormende processen – zowel fysische als biologische – met ondersteuning van een beperkt aantal beheersmaatregelen door terreinbeheerders zorgen voor variaties in het landschap. |
verbindingswater | verbinden de grote vaargebieden |
coulter counter | instrument voor het bepalen van de variatie in grootte van zwevende deeltjes in het water |
wachtruimte | afmeerruimte bij een sluis, waarin schepen van de ingaande vaart, die niet met de eerstvolgende schutting meegaan, kunnen afmeren |
chloorcontact ruimte | het deel van de waterbehandelingfabriek waar het effluent met chloor wordt gedesinfecteerd. |
stromingsprofiel | het deel van het profiel van wateren dat vrij moet blijven van obstructies om voldoende water aan- en af te kunnen voeren. |
areaal | oppervlakte, uitgestrektheid |
watervoerende laag | een of meer ondergrondse rotslagen of andere geologische lagen die voldoende poreus en doorlatend zijn voor een belangrijke grondwaterstroming of de onttrekking van aanzienlijke hoeveelheden grondwater |
anticiperend onderzoek | werksoort gericht op lange-termijnontwikkelingen en het ontdekken van nieuwe mogelijkheden (kennisvergroting en technologieontwikkeling). Bij dit onderzoek is, gelet op het vernieuwende en verkennende karakter, de uiteindelijke gebruiker niet op voorhand bekend. |
real time kinematic dgps | plaatsbepalingsysteem gebruik makend van DGPS voor zeer precieze XY en Z bepaling. |
botulisme | vergiftiging die wordt veroorzaakt door de bacterie Clostridium botulinum. |
onderhoudsvak | wegvak of gedeelte van een wegvak dat in zijn geheel wordt meegenomen bij een onderhoudsmaatregel |
brede kijk | de uitoefening door een waterschap van zijn primaire taken (reglementaire en de via wetgeving rechtstreeks toebedeelde taken aan de waterschappen), waarbij derhalve het waterschap allereerst blijft staan voor de behartiging van de waterstaatkundige belangen in de zin van zorg voor de waterhuishouding en waterkering, maar door de brede kijk oefent het waterschap die zorg op een moderne, eigentijdse manier uit. |
oploop | stroom die naar een onderdeel toegaat. Bijvoorbeeld 'oploop indikcentrifuge', of 'oploop voorbezinktank'. |
evenwichtsdiepte | waterdiepte bij eenparige stroming groter of kleiner dan de grensdiepte. |
surf-beat | verticale slingering van de waterspiegel in de brandingzone als gevolg van groepsgewijs aankomende golven. |
grondsoort | aanduiding die betrekking heeft op in de bodem aanwezig materiaal, waarvan de naam afhankelijk is van de onderlinge verhouding tussen de verschillende korrelfracties en eventueel aanwezige bijmengsels als kalk en humus. |
afvalwater | alle water waarvan de houder zich - met het oog op de verwijdering daarvan - ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen. |
bewerkte data | data aangepast/ bewerkt door: - filteren / - schematiseren / - smoothen / - reduceren. |
groene berging | oppervlakkige groene retentievoorziening op plaatsen waar geen infiltratie mogelijk is |
opschaling | mechanisme van vergroten van coördinatie, beheersing en besturing (GRIP) |
leklengte | parameter die onder andere de verhouding tussen de doorlatendheid van de toplaag en de granulaire laag bevat en die bepalend is voor de grootte van het stijghoogteverschil over de toplaag en het verhang in de granulaire laag. |
first-in first-out propstroming | het niet mengen van het water gedurende de verblijftijd in een tank. Waterpakketten bewegen door de tank op een afgesloten manier waarbij het eerste pakket wat binnenkomt ook het eerste pakket is wat de tank weer verlaat. |
afstemming | de wijze waarop sector en facetplannen in overeenstemming met elkaar worden gebracht, zowel horizontaal als diagonaal. |
som 14 vluchtige halogeen koolwaterstoffen | de somparameter bestaat uit de volgende verbindingen: PER (127-18-4), tribroommethaan (75-25-2), trichloormethaan (67-66-3), trichlooretheen (79-01-6) dichloorbroommethaan (75-27-4), dichloormethaan (75-09-2), tetrachloormethaan (56-23-5), tetrachloorethaan (25322-20-7), 1,1,1,trichloorethaan (71-55-6), 1,1,2-trichloorethaan (79-00-5), 1,1-dichlooretheen (75-35-4), 1,2-dichloorethaan (107-06-2), 1,1,2-trichloor-1,2,2-trifluorethaan (76-13-1) en dibroomchloormethaan (124-48-1) |
grenstoestand | de toestand waarin de sterkte van en constructie of een onderdeel daarvan nog juist evenwicht maakt met de daarop werkende belastingen. |
retentie | het vasthouden van (druppels) puur product (meestal organische stoffen, zoals olie) binnen een (bodem)matrix, waardoor transport of uitwisseling uitsluitend mogelijk is door diffusie. |
Besluit aanwijzing gevaarlijke afvalstoffen | besluit aanwijzingen gevaarlijke afvalstoffen |
geohydrologische basis | onderbegrenzing (meestal horizontaal aangenomen) van een of meer geohydrologische systemen, en welke ondoorlatend is voor grondwaterstroming |
intensieve reiniging | een reiniging die er op gericht is om het membraan weer de oorspronkelijke permeabiliteit terug te geven. |
polderoverstroming | overstroming van een polder |
kruiszee | korte, hoge golftoppen in een overigens betrekkelijk kalme zee, ontstaan door het schuin door elkaar lopen van verschillende golfpatronen. |
vlagvertoon | het laten zien van de vlag als natie, door een of meer oorlogsbodems naar het buitenland te sturen. |
schietloodrichting | lijn in een punt, loodrecht op lokale richting van de zwaartekracht (het equipotentiaalvlak) door dat punt |
spuikom | kom van een spuisluis waarin het binnenwater opgestuwd wordt om met meer kracht te kunnen spuien. |
slap | aanduiding van de toestand waarin een grondsoort met kleimineralen en/of humus zich kan bevinden ten vochtopname |
draagvleugelboot | schip waarvan de bouwprincipes berusten op dat van niet-supersone vliegtuigen. Door de vleugels ontstaat er opwaartse kracht, waardoor de bootromp minder weerstand ondervindt en zich sneller kan voortbewegen. |
som glyfosaat en aminomethylfosfonzuur | somparameter bestaande uit glyfosaat (CASnr 1071-83-6) en aminomethylfosfonzuur (AMPA) (1066-51-9) |
vlamkeerder | apparaat om ont-beluchtingsleidingen te beveiligen tegen vlaminslag van buitenaf |
stroomprofiel | profiel langs de stroombaan van een waterloop die de bodemhoogte van de waterloop toont. |
duinvoetlijn | een lijn in de lengterichting van de kust die de duinvoet van elk duinprofiel met elkaar verbind |
vitrificatie | de verglazing van een verontreinigde bodem, teneinde de zich in de bodem bevindende verontreinigende stoffen te immobiliseren. |
bemonsteringsdiepte | de diepte in het water t.o.v. het wateroppervlak waar het monster genomen is |
maatgevende afvoer | de afvoer die bepalend is gesteld voor het ontwerp of een deel ervan. |
unesco-ihe | internationaal instituut voor water educatie ressorterend onder de UNESCO. |
revisievergunning | vergunning die wordt verleend krachtens artikel 6.18, eerste lid, of 6.19, eerste lid van de waterwet. |
ruimtelijk referentie systeem | model (systeem) voor identificatie van een positie (locatie) gerelateerd aan het aardoppervlak. |
bevolking | zij die hun woonplaats hebben in het gebied (GBA ingeschrevenen en illegalen) |
hoogwaterbeschermingsprogramma | financieringsprogramma op de begroting van het Rijk voor het verbeteren van waterkeringen conform de Waterwet |
stock pile | een type suppletie, waarbij op een plaats een zandvoorraad wordt aangebracht, vanwaar het verder langs de kust wordt verspreid |
elektrolyse | een proces waarbij elektrische energie verandert in chemische energie. |
stabiliteit | vastheid van evenwicht |
schade door ingebruikneming | schade door het daadwerkelijk onderlopen van een bergingsgebied. |
varrel | vijftig haringen. |
vijzelturbine | vijzel die in beweging wordt gebracht door de kracht van water |
helicobacter - vogel-specifieke stam | de bacteriën waarmee specifiek de fecale besmetting t.g.v. vogels wordt aangetoond behoren tot de helicobacter bacteriën. |
middenlijn (van een stroming) | lijn die de successieve middens van de dwarsdoorsneden van een waterloop verbindt. |
fontein | een fontein is een natuurlijke of kunstmatige vloeistofstroom waarbij de vloeistof, meestal water, omhoog wordt gebracht/gestuwd. |
bijzondere natuur | natuurlijk voorkomende levensgemeenschappen die relatief zeldzaam zijn, of waar relatief zeldzame plant- en diersoorten deel van uitmaken. |
toran | radiografisch plaatsbepalingsysteem. |
stoot | attentiesignaal met de scheepshoorn. |
superpositie (analytische-elementenmethode) | het principe dat (combinaties van) elementen kunnen worden toegevoegd aan of verwijderd uit de bestaande schematisering. |
doelgroepstrook | toepassing van rijstroken met een speciale bestemming zodat de beschikbare rijbaanbreedte optimaal kan worden benut. |
t47d cellijn | humane borst adenocarcinoma cel |
iawm-code | codering voor taxa in het leven geroepen door de 'Interprovinciale Ambtelijke Werkgroep Milieu-inventarisatie' |
verkeersregeling | een regeling/afsprakenset als dan niet met regelaars om het verkeer in goede banen te leiden. |
piercer | dier dat zich ergens in boort. |
oppervlaktewaterlichaam | een onderscheiden oppervlaktewater van aanzienlijke omvang, zoals een meer, een waterbekken, een stroom, een rivier, een kanaal, een deel van een stroom, rivier of kanaal, een overgangswater of een strook kustwater |
geologie | leer van de bouw en de ontwikkelingsgeschiedenis van de aardkorst en van de processen die zich erin afspelen |
dispache | door deskundigen opgemaakte berekening en verdeling van zeeschade onder belanghebbenden (reder en verzekeraar). |
steenzetting | bedekking van een talud met berg-, breuk- of riviersteen |
grondwaterstandbuis | peilbuis met een betrekkelijk kort filter waarvan de onderkant zich op korte afstand onder de grondwaterspiegel bevindt zodat de gemeten stijghoogte weinig van de grondwaterstand afwijkt. |
vast licht | het licht is voortdurend zonder onderbrekingen van dezelfde sterkte. |
jetski | soort waterscooter met hoog motorvermogen |
buffercapaciteit | Mate waarin de pH constant blijft bij toevoegen van een kleine hoeveelheid sterke base of sterk zuur. |
koers door het water | de richting waarin de boot zich door het water beweegt, rekening houdend met de drift. |
verwarmingsinstallatie | installatie voor centrale verwarming |
gekoppeld samenstel | volgens het BPR: een samenstel van één of meer motorschepen en één of meer langszijde daaraan vastgemaakte schepen. |
som monochloortolueen-isomeren | De somparameter bevat de parameters 2-chloortolueen(95-49-8), 3-chloortolueen(108-41-8), 4-chloortolueen(106-43-4) |
boomkorvisserij | vorm van bodemtrawlvisserij voor kotters waarbij twee aan beide zijden uitstaande gieken worden gebruikt. Aan elke giek hangt een bodemtrawlnet, die op de bodem door een `boom' wordt opengehouden. |
archiefnummer tekening | het nummer waaronder de tekeningen in het tekeningenarchief zijn opgeborgen |
specifieke energie | energie per eenheid van gewicht van de vloeistof op een gegeven plaats en tijd. |
bodemtype correctiefactoren | dit zijn een aantal factoren die in een formule worden gebruikt waarmee voor een aantal verontreinigingen de concentratie kan worden berekend die van nature voorkomt (de referentiewaarde). Dit is nodig omdat de referentiewaarde afhankelijk is van het organische stof- en lutum gehalte van de betreffende bodem. |
watergehalte als massafractie | de massahoeveelheid water, die door droging bij 105 uit de grond verdwijnt, gedeeld door de massa van de gedroogde grond. |
hydrologisch systeem | een geografisch te onderscheiden, coherente, functionele eenheid van subsystemen van oppervlaktewater, bodemwater en grondwater, waterbodems, kusten en technische infrastructuur voor water, inclusief de biotische gemeenschappen en alle geassocieerde natuurlijke en kunstmatige fysische, chemische en biologische karakteristieken en processen. |
antarctisch | nabij de zuidpool gelegen of voorkomend. |
stoomboot | vaartuig dat door stoom (stoommachine of stoomturbine) wordt voortbewogen. |
kleine (handels)vaart | schepen begrensd door een laadvermogen van 4000 Gross Tonnage. |
schemerzone | de zwak verlichte zone die ongeveer overeenkomt met de mesopelagische zone. |
meetbrief | internationaal document waarin de hoofdafmetingen van het schip en de bruto en netto tonnenmaat vermeld zijn. |
veiligheidsafsluiter | afsluiter waarmee een doorstroomopening bij een voorafingestelde waarde wordt gesloten of geopend |
toetswaarde | waarde die aan de normwaarde getoetst wordt |
trans membraan druk | de TMP is de drukval over het membraan, tussen de actiefslibzijde (concentraat) en de permeaatzijde. De TMP is de drijvende kracht waardoor de filtratie door de membranen plaatsvindt. Het drukverschil kan worden gerealiseerd door de actiefslibzijde op overdruk te brengen of door aan de permeaatzijde een onderdruk aan te brengen. |
roerganger | man of vrouw aan het roer, meestal een matroos of een kwartiermeester. |
faalruimte | voor een bepaald onderdeel van de foutenboom maximaal toelaatbare faalkans. |
demineralisatie | processen die mineralen uit het water verwijderen |
dalend peil | waterstand van een waterloop die continue daalt gedurende een bepaalde periode. |
blinde klip | zich onder water bevindende, dus onzichtbare klip. |
huishoudelijke vraagfunctie | relatie tussen de vraag van huishoudens ten opzichte van de prijs van water en andere factoren zoals de prijs van andere goederen en diensten, gezinsinkomen en klimaat. |
autoafzetplaats | voorziening die de mogelijkheid biedt een auto van en naar boort te zetten. |
verwerkt slib | het bij het zuiveringsproces vrijkomende slib (bedoeld wordt hier vrijkomend na de na-indikking). Processen: ontwateren, bufferen, bewerken en afzetten t.b.v. nuttig hergebruik. Indien dit laatste niet mogelijk is het toepassen van massareductie en afzetten van het restproduct naar een stortplaats. Het tot stand brengen en in stand houden van de daarvoor benodigde voorzieningen. Bestaat uit de volgende BBP beheerproducten: Bouw en verwerving slibverwerkinginstallaties, Onderhoud slibverwerkingsinstallaties, Beheer slibverwerkingsinstallaties, Afzet slib/restproducten |
opstuwen | door een stuw, een waterkering tegenhouden. |
bok | een solide raamwerk van hout of staal, dat dient om een romp op het droge te ondersteunen. |
natte oppervlakte | onder de waterspiegel gelegen oppervlakte van de dwarsdoorsnede van een leiding en/of vak. |
pavoiseren | het met rijen vlaggen versieren van schepen. |
technisch voorschrift | een kwantificeerbare technische eis, vermeld in de vergunning. |
afschrijving | procedure van een organisatie of bedrijf om fondsen apart te zetten voor de vervanging van kapitale goederen zodra deze verouderd raken. |
waterstands meetpunt | locatie langs een waterloop waar regelmatig de waterstand en afvoer worden bepaald. |
filtraatpomp | pomp voor de afvoer van het filtraat |
puntdraagvermogen | het draagvermogen van een paal dat ontstaat door de weerstand van de grond aan de punt van de paal. |
niet-agrarisch bouwblok | een bouwblok dat is bestemd voor andere dan agrarische doeleinden. |
model bevestiging | bepaling van de adequaatheid van een conceptueel model om te voorzien in een acceptabel niveau van overeenstemming aangaande het domein van de bedoelde applicatie. |
bakboord | de linkerkant van een vaartuig, wanneer men van achter naar voor kijkt. |
kwakkuil | fijnmazig, zakvormig net, opengehouden door twee van het achterschip schuin in het water gestoken bomen, onder andere voor de vangst van paling en garnalen. |
topstand | hoogste peil op een bepaald punt aan een rivierbij passage van een afvoergolf. |
vaarboom | stok waarmee een schip voortbewogen kan worden door de voet op de bodem van het vaarwater te plaatsen en tegen het andere einde te duwen. |
... meer resultaten |